5.
Spuiten
5.1
Spruittechniek
Voor een goede verfbeurt is een gelijke coating over het hele
oppervlak uiterst belangrijk. Beweeg uw arm tegen een constant
snelheid en houd het spuitpistool op een constante afstand van het
oppervlak. De beste spuitafstand is 25 tot 30 cm tussen de spuitkop
en het oppervlak.
oppervlak. Dit betekent dat u uw hele arm naar achteren en naar
voren moet bewegen in plaats van uw pols te buigen.
uiteinde van het patroon dikker dan het andere.
zou moeten bewegen wanneer de trekker wordt overgehaald en
losgelaten. Overlap elke werkslag voor ongeveer 30%. Dit zorgt voor
25 - 30 cm
Wanneer u ophoudt met verven, vergrendel het pistool, draai de
drukcontroleknop in tegenwijzerzin naar de laagste stand en zet de
Indien u denkt dat u langer dan 1 uur weg zal blijven, volg dan de
kort opruimprocedure op, beschreven in het hoofdstuk Reiniging van
deze handleiding.
ED655
25 - 30 cm
25 - 30 cm
NL
5.2
Gebruik
uit de buurt gehouden wordt van scherpe voorwerpen.
2. Draai de drukcontroleknop (2) in tegenwijzerzin naar de
laagste stand.
2
1
4. Draai de drukcontroleknop (2) in wijzerzin naar de hoogste
stand. De verfslang zou moeten opzwellen door het
doorstromende materiaal.
5. Ontgrendel het pistool door de schakelaar zo te draaien dat
het evenwijdig staat ten opzichte van de handgreep.t
slang te spuiten.
7. Spuit een testoppervlak om het spuitpatroon te controleren
wanneer er materiaal de spuitmond bereikt.
8. Maak gebruik van de laagste drukstand die nodig is om een
mooi spuitpatroon te verkrijgen. Als de druk te hoog is, zal
het spuitpatroon te licht zijn. Als de druk te laag is, zullen er
sporen verschijnen of de verf zal er in klonters uitkomen in
plaats van in een ijne spray.
5.3
Een verstopte spuitmond schoonmaken
1. Volg de "procedure voor het drukloos maken van de
handleiding.
2. Als de spuitmond verstopt is, draai het handvat van de
spuitmond 180° rond tot het pijltje op het handvat in
tegenovergestelde richting van de spuitrichting wijst en het
handvat in de omgekeerde positie klikt.
positie. Deze procedure kan herhaald worden tot de
spuitmond niet meer verstopt is.
De uitstoot van de spuitmond gebeurt aan
een zeer hoge druk. Contact met gelijk welk
lichaamsonderdeel kan gevaarlijk zijn. Plaats geen
vinger voor de uitgang van het pistool. Richt het
pistool naar niemand. Gebruik het spuitpistool nooit
zonder de correcte beschermkap van de spuitmond.
7