2.6 Veiligheidsinstructies voor montage- en onder-
houdswerkzaamheden
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle ins-
tallatie- en onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd door geautoriseerd en gekwalificeerd
personeel dat beschikt over voldoende infor-
matie door het nauwkeurig bestuderen van de
bedieningsinstructies.
De werkzaamheden aan het product/de installatie
mogen uitsluitend bij stilstand worden uitgevoerd
De in de inbouw- en bedieningsvoorschriften
beschreven procedure voor het stilzetten bedrijf
stellen van het product/de installatie moet abso-
luut in acht worden genomen
Onmiddellijk na beëindiging van de werkzaam-
heden moeten alle veiligheidsvoorzieningen en
-inrichtingen weer aangebracht resp. in werking
gesteld worden.
2.7 Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van
reserveonderdelen
Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van
reserveonderdelen vormen een gevaar voor de
veiligheid van het product/personeel en maken
de door de fabrikant afgegeven verklaringen over
veiligheid ongeldig
Wijzigingen in het product zijn alleen toegestaan
na overleg met de fabrikant. Originele onder-
delen en door de fabrikant toegestane hulpstuk-
ken komen de veiligheid ten goede. Gebruik van
andere onderdelen doet de aansprakelijkheid van
de fabrikant voor daaruit voortvloeiende gevol-
gen vervallen.
2.8 Verkeerd gebruik
De bedrijfszekerheid van het geleverde product
kan alleen bij gebruik volgens de voorschrif-
ten conform paragraaf 4 van de inbouw- en
bedieningsvoorschriften worden gegarandeerd
De in de catalogus/het gegevensblad aangegeven
boven- en ondergrenswaarden mogen in geen
geval worden overschreden.
3. Transport en tijdelijke opslag
Controleer bij ontvangst van het materiaal of er
sprake is van transportschade. Bij transportscha-
de dient u binnen de daarvoor gestelde termijn
alle benodigde stappen met de vervoerder te
ondernemen.
VOORZICHTIG! Indien het geleverde materiaal op
een later tijdstip zal worden geïnstalleerd, dient het
te worden opgeslagen op een droge locatie waar
het wordt beschermd tegen schokken en stoten en
externe invloeden (vochtigheid, vorst enz.).
4. Product en toebehoren
4.1 Toepassingsgebied
Pompen voor opvoeren van huishoudelijk afval-
water dat deeltjes bevat van minder dan 30 mm.
• Voor vaste installatie in een put of een reservoir
4.2 Beschrijving (afb. 1)
1: Terugslagklep aangepast aan het te verpompen
medium.
2: Isolatieklep.
3: Akoestisch signaal overstroming
4: Ketting voor omhoog trekken van de pomp.
5: Motorkabel - lengte 10 m.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften - Wilo-Initial DRAIN
4.3 De pomp
• Onderdompelbaar monoblok elektropomp.
• Centrifugale ééntraps met vrijstroomwaaier.
• Horizontaal of verticaal (met bocht) drukstuk.
• Dichtheid met mechanische afdichting.
4.4 De motor
Monophase: thermische bescherming met een
geïntegreerde sonde, automatische reset, gele-
verd met elektrische kabel - lengte 10 m met een
CEI 23-5 stekker en vlotterschakelaar.
Geïntegreerde condensator.
Technische gegevens
Netaansluiting
Netfrequentie
Beschermingsklasse
Isolatieklasse
Toerental
Max. stroomverbruik
Vermogensafname P1
Max. debiet
Max. opvoerhoogte
Werkmodus S1
Werkmodus S3
(optimaal)
Aanbevolen
schakelfrequentie
Vrije doorlaat
Nominale diameter
van het drukstuk
Toegestane
vloeistoftemperatuur
Max. onderdompeldiepte
Vlakke afzuiging tot
Maximum
vloeistofdichtheid
4.5 Accessoires (optioneel)
• Isolatieklep • Terugslagklep • Vlotterschakelaar
• Akoestisch overstromingssignaal AlarmControl
• Schakelkast • Optrekketting ...
Gebruik van nieuwe toebehoren wordt aanbe-
volen.
5. Installatie
5.1 Elektrische aansluitingen
De elektrische aansluitingen en inspectie moe-
ten gebeuren door een gekwalificeerde elektro-
technicus en voldoen aan de geldige normen.
Zorg ervoor dat de elektrische installatie voldoet
aan de Norm IEC 364 en dat de spanningsvoorzi-
eningsleiding is uitgerust met een hooggevoelige
aardlekschakelaar (max. 30 mA).
De elektrische aansluitingen moeten aangesloten
zijn voordat de pomp in de put neergelaten wordt.
Controleer of type, spanning en frequentie van de
elektrische voeding in overeenstemming zijn met
de opgaven op het typeplaatje.
Nederlands
1~230 V ± 10 %
50 Hz
IP68
155
2 900 omw/min (50 Hz)
Zie motorplaatje
Zie motorplaatje
Zie motorplaatje
Zie motorplaatje
200 draaiuren per jaar
Intermitterend bedrijf, 25%
(2,5 min. aan, 7,5 min. uit).
20/h
Ø20mm
Ø40 mm (R 1"1/2),
draadbocht Rp 1"1/2
+3 tot 35 °C
5 m
40 mm
1060 kg/m³
29