9.13 Lasprofiel instellen en opslaan (save profile)
Aanpassen van een bestaand profiel (uitgezonderd de profielen 2-6)
1. Stel de gewenste waarde in [statusweergave, toetsen min/plus (32)].
2. Selecteer menu Instellingen [menukeuze, toets plus (32)].
3. Selecteer menu Save profile [menukeuze, toets plus (32)].
4. Selecteer het aan te passen profiel en bevestig [Menukeuze, toets (33)].
5. Selecteer functie Opslaan, Geselecteerde positie bewerken of Wissen en bevestig [menukeuze, toets (33)].
6. Indien Geselecteerde positie bewerken is geselecteerd, voer dan een vrij te kiezen profielnaam overeenkomstig
de hierboven beschreven stappen 7 en 8 in.
Uw bewerkte profiel is nu opgeslagen en kan op elk moment met de ingevoerde naam worden opgeroepen.
9.14 Invoeren van de profielnaam
Met de functietoetsen (30, 31, 32, 33) bedient u het toetsenbord en kunnen de vrij te kiezen omschrijvingen voor
de lasprofielen worden aangemaakt en opgeslagen (maximaal 12 tekens).
Symbool
104
Omschrijving
Pijltoetsen omhoog/omlaag (30)
Verticale selectie teken/symbool
Toetsen min/plus (32)
Horizontale selectie teken/symbool
Toets bevestigen (33)
Gekozen teken/symbool bevestigen
Wisselen tussen hoofdletters en kleine letters
41
Cursor-positie wijzigen
Invoegen van een spatie
42
Wissen van een enkel karakter (het karakter links van de cursor)
Ga naar menukeuze (42)