GEBRUIKSAANWIJZING
DRAGEN VAN HET SYSTEEM
1. Zorg ervoor dat het vizier in de opwaartse positie is en positioneer de
hoofdkap. Zorg ervoor dat de hoofdkap goed vast zit en comfortabel aanvoelt.
Indien nodig, herpositioneer de hoofdkap zoals eerder beschreven.
2. Zet de batterij vast op de riem of in de zak.
3. Zet het motoraangedreven luchttoevoersysteem aan.
4. Pak de randafsluiting en trek het vizier in de beneden positie. Plaats hierbij de
randafsluiting onder de kin. Zorg ervoor dat de vizierhouderknop is vastgezet.
Controleer of de randafsluiting goed gepositioneerd is rond het gezicht en de
achterkant van het hoofd.
IN GEBRUIK
^ Gebruik in uit-stand of zonder perslucht is NIET normaal, er kan een
snelle opbouw van koolstofdioxide plaatsvinden, verdringing van zuurstof
en weinig of geen bescherming gegeven worden. Verlaat de
gecontamineerde zone onmiddellijk.
Zorg ervoor dat de batterijkabel niet rond uitstekende voorwerpen verstrikt raakt.
Mocht dit gebeuren, ontruim dan de verontreinigde zone en controleer of het
apparaat niet beschadigd is.
Indien bij gebruik de luchtstroom stopt of vermindert, verlaat u de
gecontamineerde zone onmiddellijk en onderzoekt u de oorzaak.
De levensduur van de helm varieert door gebruiksfrequentie en -condities. Bij
dagelijks gebruik, met name gebruik buitenshuis, wordt aangeraden de helm na
3 jaar te vervangen. Extreme condities kunnen er voor zorgen dat de helm
eerder vervangen dient te worden. Bij incidenteel of binnenshuis gebruik is de
levensduur ongeveer 5 jaar mits de helm opgeslagen wordt zoals hieronder
beschreven. Niet gebruiken na de maximale levensduur van het product.
VRIJMAKEN VAN HET SYSTEEM
Zet de helm niet af en schakel de luchttoevoer niet uit voordat u het
verontreinigde gebied hebt verlaten.
1. Pak de lus van de randafsluiting, breng het vizier omhoog en til de helm van
het hoofd.
2. Schakel de batterij uit verwijder het kabelsamenstel.
3. Haal de batterij van de riem.
OPMERKING: Indien het systeem gebruikt wordt in een zone met een product
dat vervuiling veroorzaakt waarvoor speciale decontaminatieprocedures bepaald
zijn, moet het systeem geplaatst worden in een daarvoor voorziene container die
kan worden afgesloten tot het systeem gedesinfecteerd of verwijderd is.
REINIGING EN DESINFECTIE
^ Gebruik alleen de reinigingsprocessen en -middelen beschreven in
deze sectie om het product te reinigen.
Gebruik een schone doek met een oplossing van water en een milde
huishoudelijke zeep.
Om te desinfecteren gebruik de doeken zoals vermeld in het referentieblad.
Gebruik geen benzine, gechloreerde ontvetters (zoals trichloorethyleen),
organische oplosmiddelen en reinigingsproducten met schuurmiddel om
systeemonderdelen te reinigen.
^ Probeer nooit om filters schoon te maken door ze te kloppen of door het
opgehoopte materiaal weg te blazen.
ONDERHOUD
Onderhoud, service en reparaties mogen enkel uitgevoerd worden door hiervoor
opgeleid personeel.
HOE
WANNEER
Luchtstroomcheck
Voor gebruik
Algemene Controle
Voor gebruik
Maandelijks indien niet regelmatig in
gebruik
Reiniging
Na gebruik
Batterij laadt op
Verwijder de batterij door de klip los te koppelen en de stekker er uit te halen.
Selecteer een goedgekeurde lader en laad de batterij voor een periode van 14
uur.
Langer opladen zal de batterij normaal gesproken niet beschadigen maar
herhaaldelijk te lang opladen kan de levensduur van de batterij verkorten.
Batterijen ontladen zichzelf tijdens opslag. Zij moeten weer worden geladen na
opslag van 5 dagen of langer. Als de opslagperiode langer dan 3 maanden duurt
moet de batterij twee keer worden opgeladen en ontladen voor volledige
oplading voor gebruik.
De lading/ontladingscyclus bestaat uit een normale lading gevolgd door een
ontlading van ten minste 6 uur onder normale werkomstandigheden.
Niet-naleving van de bovenstaande procedure zal resulteren in een merkbare
verkorte gebruiksduur van de batterij tijdens de eerste cyclus van gebruik.
Frequente gedeeltelijke ontlading kan leiden tot een schijnbare verkorte
gebruiksduur van de batterij onder normale gebruiksomstandigheden.
Deze schijnbare verkorting zal merkbaar zijn bij de eerste poging van volledige
ontlading na een aantal deelontladingen.
Gebruiksduur van de batterij kan meestal worden hersteld door 1 of 2 cycli van
volledige ontlading gevolgd door het normale oplaadproces.
Probleem Oplossen
Symptoom
Mogelijke Oorzaak
Toegenomen
1. Filters beschadigd
luchtstroom
2. Filters niet juist aangesloten
3. Slaapafdichting of
randafsluiting beschadigd of
verkeerd gemonteerd
1. Filters verstopt
Afgenomen
2. Motorbehuizing verstopt
luchtstroom
3. Lege batterij
Geen luchtstroom
1. Batterij is uitgezet
2. Batterij niet aangesloten
3. Lege batterij
4. Motor kapot
Geur waargenomen
1. Filtercapaciteit
terwijl een stof- en
overschreden
geurfilter wordt
gebruikt
Voor-filter vervanging
Zie voorbereiding voor het gebruik.
Filter vervanging
Zie voorbereiding voor het gebruik.
Motor vervanging (Afbeelding 7)
De motorbehuizing is één geheel. Als een fout wordt vermoed vervang dan de
volledige eenheid. Doe geen poging tot reparatie.
1. Maak het rooster van de motorbehuizing los en verwijder het voorfilter.
2. Maak het rooster van de motorbehuizing los en haal de motor met filter en
geleider eruit.
3.Verwijder filter en geleider van de motor door er zachtjes aan te trekken.
4. Zet de geleider in de vervangen motorbehuizing door zachtjes te duwen totdat
de geleider vastklikt. Wees er zeker van dat de geleider naar links buigt wanneer
de motorbehuizing rechtop staat met de kabel het dichtst naar u toe.
5. Zet de motorbehuizing terug in de helm.
Vervanging hoofdbandenstel (afb. 8)
Haal het hoofdbandenstel los uit de helmschaal door de bevestigingspunten uit
de houders te schuiven. LET OP: wees er zeker van dat de voorste
bevestigingspunten geplaatst zijn onder de hoofd- en gelaatsbescherming.
Vervanging bandenstel (afb. 9)
Verwijder het bandenstel van de hoofdband door de bevestigingspunten van het
bandenstel los te halen uit de hoofdband.
NB: De bevestigingspunten op de hoofdband zijn gemarkeerd F (Front) en B
(Back) om er zeker van te zijn dat het bandenstel goed zit.
Voorhoofd comfortband
Haal de comfortband van de hoofdband. Plaats de nieuwe comfortband rond de
hoofdband en herplaats (afb. 10).
Kinband
Bevestig de kinband op de bevestigingspunten van de hoofdband (afb. 11).
Vervanging hoofd- en gelaatsafdichting (afb. 12)
Verwijder het hoofdbandenstel zoals hierboven omschreven. Maak de haak en
lus aan de achterkant van de hoofd- en gelaastafdichting los en maak de
gelaatsafdichting los van de vizieromranding.
Plaats de nieuwe randafsluiting over de vizieromranding heen van beneden naar
boven. Bevestig de haak en lus op de randafsluiting tegenovergesteld aan het
oppervlak op de helm. Herplaats het hoofdbandenstel.
Vervanging vizier (afb. 13)
Bekraste en beschadigde vizieren moeten vervangen worden.
1. Verwijder de randafsluiting van het vizier zoals hierboven staat omschreven.
2. Maak de vizieromrandingsknoppen los door deze van binnen naar buiten te
drukken. Verwijder de vizieromrandingclips van de boven- en onderkant van de
vizieromranding en bewaar deze. Verwijder het vizier uit de omranding door
voorzichtig te knijpen en naar buiten te trekken/duwen uit de sluiting.
3. Beginnend in de bovenhoek plaats de langste zijde van het vizier onder de
grootste nok op het vizier en over de hoekclip. Plaats het vizier in de sluitingen
langs de vizieromrandingen. Herhaal dit voor de andere zijde van het vizier.
Wees er zeker van dat alle sluitingen aan de juiste kant van het vizier zitten door
met uw vinger rond de buitenrand van het vizier te gaan.
Vervang de bovenste en onderste knoppen van de vizieromranding en klik deze
op zijn plaats door de vizieromranding naar beneden te drukken. De knoppen
maken een hoorbare klik wanneer ze juist op hun plek zitten. Wees er zeker van
dat alle sluitingen aan de juiste kant van het vizier zitten door met uw vinger rond
de buitenrand van het vizier te gaan.
Vervanging vizieromranding (afb. 14)
Verwijder de gezichtsafdichting zoals hierboven staat omschreven. Draai beide
sluitingen 90° door gebruik te maken van een eenvoudig gereedschap, met de
vizieromranding in geopende positie.
21
Oplossing
1. Vervang filters
2. Monteer filters
3. Monteer of vervang
afdichtingen
1. Vervang filters
2. Motorbehuizing
reinigen
3. Batterij volledig
opladen
1. Aanzetten
2. Check alle verbindingen
3. Batterij volledig opladen
4. Vervang motor
1. Vervang filter