6. Gebruik van het Homelight-ontharingsapparaat
6.1. Kies het instellingsniveau ZORGVULDIG!
Het instellingsniveau geeft het vermogen aan van de lichtpuls die op de huid wordt
geprojecteerd tijdens de behandeling, en varieert tussen het laagste (1) en het hoogste
(5) niveau.
De verklikkerlampjes voor de vermogensinstellingen geven het ingestelde vermogen aan.
Door het vermogen te verhogen krijgt u betere resultaten, maar verhoogt u ook het
risico op bijwerkingen (zie « Mogelijke bijwerkingen» hieronder »).
LET OP: Voer 48 uur voor het eerste gebruik een test uit, door enkele lichtlitsen op uw been
uit te proberen, op niveau 1, ongeacht uw huidtype.
Wanneer uw huid goed reageert op de test en u na 48 uur geen vreemde of onprettige huidreacties op de
test heeft geconstateerd, kunt u het instellingsniveau kiezen van uw apparaat voor uw eerste behandelsessie,
volgens onderstaand schema:
Mensen met fototype I of II dienen voor de eerste sessie het apparaat maximaal in te stellen op stand 3.
Tijdens volgende behandelsessies kan, indien er geen onprettig of onaangenaam gevoel is ervaren, de
instelling verhoogd worden naar stand 4 of 5.
Mensen met fototype III of IV dienen voor de eerste sessie het apparaat maximaal in te stellen op stand 2.
Tijdens volgende behandelsessies kan, indien er geen onprettig of onaangenaam gevoel is ervaren, de
instelling verhoogd worden naar stand 3 of 4.
Mensen met fototype V dienen voor de eerste sessie het apparaat maximaal in te stellen op stand 1.
Tijdens volgende behandelsessies kan, indien er geen onprettig of onaangenaam gevoel is ervaren, de
instelling verhoogd worden naar stand 2 of 3.
Het Homelight-apparaat is niet geschikt voor mensen met fototype VI.
99