•
Gebruik indien nodig, een
slangklem om de slang vast te
zetten op de afvoeraansluiting
zodat lekkage wordt voorkomen.
•
Voer de afvoerslang naar buiten
zoals aangegeven op de tekening
rechts.
Voorbeeld van de doorvoer van een afvoerpijp naar buiten
(D) Afvoer warmtapwatertank (aftapkraan) en leidingwerk
veiligheidsklep
•
Veiligheidsklep 0,8 MPa (8 bar) opgenomen in de warmtapwatertank.
•
De afvoeren van aftapkraan en veiligheidsklep zijn aangesloten op
dezelfde afvoerleiding.
•
Gebruik een mannelijke R½" fi tting voor deze afvoeraansluiting
(leidingaansluiting
).
g
•
Het leidingwerk moet altijd met doorlopend afschot worden
geïnstalleerd. Het mag niet lager zijn dan 2 m, met niet meer dan
2 bochten en ophoping van condens of bevriezing moet worden
voorkomen.
•
De leiding van deze afvoeraansluiting mag niet worden afgesloten.
De afvoer moet vrij kunnen uitlopen.
•
Het einde van dit leidingwerk moet zo worden uitgevoerd dat de
afvoer zichtbaar is en geen schade kan veroorzaken. Het mag zich
niet vlak naast elektrische onderdelen bevinden.
•
Het is aanbevolen een opvangbak in dit
De opvangbak moet zichtbaar zijn en zich in een vorstvrije omgeving
en niet vlak naast elektrische onderdelen bevinden.
(E) Installatie van afvoerbocht en slang
•
Bevestig de afvoerbocht 3 en rubber ring 4 aan de onderzijde van
de afvoeropening
.
i
•
Gebruik een afvoerslang met een binnendiameter van 17 mm die
in de winkel verkrijgbaar is.
•
U moet deze slang met doorlopend afschot en in een vorstvrije
omgeving installeren. Onjuist aangebrachte afvoerleidingen kunnen
waterlekkage veroorzaken en daardoor het meubilair beschadigen.
•
Voer de uitlaat van deze slang alleen naar buiten.
•
Steek deze slang niet in een rioolafvoer of afvoerbuis waarin zich
ammoniak of zwavelhoudende gassen e.d. kunnen bevinden.
•
Gebruik zo nodig een slangklem voor een betere aansluiting op de
aansluiting voor de afvoerslang zodat lekkage wordt voorkomen.
•
Er druipt water uit de afvoerslang. Daarom moet de afvoer van
deze slang op een plaats geïnstalleerd worden waar de afvoer
niet verstopt kan raken.
Test op luchtdichtheid van het koelsysteem
Voordat het systeem wordt gevuld met koelmiddel en het koelsysteem
in bedrijf wordt gesteld, moeten de hieronder beschreven testprocedure
en de goedkeuringscriteria ter plaatse worden gecontroleerd door een
gecertifi ceerde monteur en/of installateur:
Stap 1: Druktest voor lekdetectie van koelmiddel:
1) Stappen voor de druktest in overeenstemming met ISO 5149.
2) Verwijder alle koelmiddel uit het systeem vóór de lektest,
bevestig dan de manometerset stevig en op de juiste
manier. Sluit de vulslang van de Lage aansluiting aan op de
Gasaansluiting. (Sluit, indien van toepassing, de vulslang van de
Hoge aansluiting aan op de Vloeistofaansluiting.)
3) Stel de knop op de serviceafsluiter en de regelaar op de
manometer af zodat het gas voor de test via de centrale
verdeelleiding van de set kan worden toegevoerd.
4) Laat stikstofgas in het systeem stromen via de centrale
verdeelleiding en wacht tot de druk in het systeem ongeveer
1 MPa (10 barG) bedraagt, wacht dan een paar uur en
controleer de drukmeting op de manometers.
5) Let op dat de druk in het systeem licht kan stijgen als de test midden
overdag uitgevoerd wordt door stijging van de temperatuur. Het
tegenovergestelde kan gebeuren als de temperatuur 's avonds
daalt. Deze schommelingen zijn echter minimaal.
6
Afvoer onder vast
rooster
Vast rooster
Afvoerput met
Mogelijke wand
stankscherm
leidingwerk te monteren.
g
4
Rubber ring
3
Afvoerbocht
6) De wachttijd hangt af van de grootte van het systeem. Voor grotere
systemen kan een wachttijd van 12 uur nodig zijn. Lekdetectie
voor een kleiner systeem kan in 4 uur worden afgerond.
7) Controleer of er een constante drukval is. Ga verder met "Stap 2:
Lekdetectie van koelmiddel..." als er een drukval optreedt. Zo niet,
haal het stikstofgas eruit en ga verder met "Stap 3: Vacuümtest".
8) Laat vervolgens een kleine hoeveelheid van het normale
koelmiddel via de centrale slang in het systeem stromen tot de
druk ongeveer 1 MPa (10 barG) bedraagt.
(Laag/Gas)
(Hoog/Vloeistof) manometer
manometer
7
3
4
8
N
R-###
2
Stap 2: Lekdetectie van koelmiddel met een elektronische halogeen
lekdetector en/of een ultrasone lekdetector:
1) Gebruik een van de detectoren hieronder voor controle op lekken.
i) Elektronische halogeen lekdetector.
i-a) Schakel de unit in.
i-b) Bescherm het te testen gebied tegen directe tocht.
i-c) Houd de detectiesonde bij het testgebied en wacht op
hoorbare en zichtbare signalen.
ii) Ultrasone lekdetector.
ii-a) Zorg ervoor dat het stil is in de ruimte.
ii-b) Schakel de ultrasone lekdetector in.
ii-c) Ga met de sonde langs het airconditioningsysteem om
lekken op te sporen en markeer deze voor reparatie.
2) Elk lek dat op deze manier is gedetecteerd, moet worden
gerepareerd en opnieuw getest, te beginnen met "Stap 1:
Druktest".
OPMERKING:
- Het koelmiddel en stikstofgas moeten altijd na het afronden van
een test worden teruggewonnen in de cilinder voor terugwinning.
- Er moet detectieapparatuur worden gebruikt met een
detectiebereik voor lekkages van 10
- Gebruik voor systemen met een totale vulhoeveelheid van meer
dan 5 kg geen koelmiddel als testmedium.
- De test moet worden uitgevoerd met droge stikstof of een ander
niet-brandbaar, niet-reactief, gedroogd gas. Zuurstof, lucht of
mengsels die deze bevatten, mogen niet worden gebruikt.
Stap 3: Vacuümtest:
1) Voer een vacuümtest uit om te controleren of lekken / vocht
aanwezig zijn.
2) Zie het hoofdstuk "DE APPARATUUR VACUUM TREKKEN" om
het gas uit het airconditioningsysteem te verwijderen.
3) Wacht een paar uur afhankelijk van de grootte van het
koelsysteem en controleer de drukstijging.
Als de druk stijgt tot 1 bar absoluut, dan is er een lek.
Als de druk stijgt maar het is lager dan 1 bar absoluut, dan is er
vocht aanwezig.
Verwijder vervolgens het vocht of repareer het lek en voer de lektest
op koelmiddel opnieuw uit, te beginnen met "Stap 1: Druktest".
2
2
Voorbeeldafbeelding van de opstelling
voor lekdetectie van koelmiddel.
-6
3
Pa.m
/s of beter.