NLD
1. Algemeen
Indirect verwarmde staande reservoirs met maximaal twee vast ingelaste buiswarmtewisselaars
voor de verwarming van drinkwater. Compleet met thermische isolatie, inspectiefl ens aan de zij kant
en magnesiumanode/onderhoudsvrij e anode Kan worden gecombineerd met alle moderne
verwarmingssystemen. De aan de zij kant gemonteerde inspectiefl ens kan ook worden gebruikt om
extra warmtebronnen (elektrische verwarming etc.) aan te sluiten. Hoogwaardige emaillering
volgens DIN 4753/3. Robuuste, installatievriendelij ke constructie, uitgerust met thermometer en
aansluiting voor temperatuursensor/thermostaat. Alle modellen vanaf 750 liter worden standaard
geleverd met voethoogteverstellers; deze zij n voor modellen met een lagere capaciteit op verzoek
te leveren.
Toelaatbare systeemoverdruk:
Toelaatbare systeemtemperatuur:
Thermische isolatie:
Inspectiefl ens aan zij kant:
Voor meer technische gegevens, zie typeplaatje.
2. Legenda:
A
Magnesiumanode
B
G1½ aansluiting patroon
G Circulatie
elektrische verwarming
(alleen voor DUO/
DUO-Solar
300 - 1000,
HLS-Solar 400-500)
C
Inspectiefl ens en/of
verbindingsfl ens voor extra
warmtebronnen
D
Drinkwater
H Isolatie
E
Koud circuit
I
F
Heet circuit
J
Zie het aansluitschema voor de nominale verbindingsmaten die niet zij n aangegeven.
15
Montage en gebruikshandleiding
Spiraalbuis 16 bar / reservoir 10 bar
Spiraalbuis 110°C (383 K) / reservoir 95°C (368 K)
Tot en met 500 l
- Directe inschuiming met foliemantel
Vanaf 750 l
- isolatie van zacht schuim als
eenvoudig te installeren pakket
Tot en met 500 l
- DN 110
Vanaf 750 l
- DN 205
K
Thermometer
L
Verticale dompelbuis
G½
voor DUO 120 - 300,
M Ontluchting
DUO-Solar 200-300
N Aansluitblok se nsor
R¾
voor
O Fittingen sensor/
DUO 400 - 1000,
thermostaat
HLS 300 - 500,
DUO Solar 400 - 1000,
P
Voethoogteversteller
HLS Solar 400 - 500
Q Onderhoudsvrij e anode
R1
DUO 1500 - 2000
R
Tweede inspectiefl ens
DN 110 (vanaf 1500 l)
Heet water
S
Solar heetwatercircuit.
Thermostaat (optioneel)
T
Solar koudwatercircuit.
3. Reservoir installeren en gebruiken
Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u met de installatie begint. Als u nog vragen heeft,
kunt u contact opnemen met onze klantenservice (zie contactgegevens)
Installatie, inbedrij fstelling en onderhoud dienen door specialisten te worden uitgevoerd volgens de
geldende voorschriften (met inbegrip van EN 1717, DIN 1988, EN 12828 en VDI 2035, de
desbetreffende voorschriften voor lokale distributeurs, landspecifi eke regels en voorschriften) in
een vorstvrij e omgeving, op een ondergrond die het volledig gevulde reservoir kan dragen.
De drinkwatertoevoer moet van een afvoervoorziening worden voorzien. Wij adviseren een Airfi x
membraanexpansievat aan de drinkwatertoevoerleiding te monteren.
Het TW-veiligheidsventiel moet op een gemakkelij k toegankelij ke plaats worden gemonteerd omdat
het regelmatig moet worden geïnspecteerd. Dit ventiel moet ook van een afvoeraansluiting worden
voorzien (zie aansluitschema drinkwater). Een plaat met de volgende legenda moet dicht bij de
afvoerleiding van het veiligheidsventiel of op het veiligheidsventiel zelf worden aangebracht, al naar
gelang wat van toepassing is:
Om redenen van veiligheid, moet water uit de afvoerleiding kunnen ontsnappen terwij l het
systeem bezig is met opwarmen. Sluit de afvoerleiding niet af en blokkeer deze niet.
Vóór inbedrij fstelling moet u controleren of de magnesiumanode goed aan massa gelegd is (als een
afzonderlij ke massaverbinding beschikbaar is) en het hele waterverwarmingssysteem spoelen. Als
u gebruik maakt van een onderhoudsvrij e anode (standaard vanaf 1500 l), moet u de
desbetreffende gebruikshandleiding raadplegen. Bij toepassing van geribde buis
warmtewisselaars, moet gebruik worden gemaakt van isolatiefi ttingen (zie accessoires Flamco
reservoir). Breng extra elektrische verwarmingen aan volgens de meegeleverde instructies; zij
dienen regelmatig geïnspecteerd en onderhouden te worden. Voor dit doel mogen alleen
elektrische verwarmingen met potentiële vereffeningsweerstand worden gebruikt.
(zie de documentatie van de fabrikant ten aanzien van de mogelij kheid om geribde buis
warmtewisselaars te gebruiken in combinatie met elektrische verwarmingen).
Niet gebruikte aansluitingen moeten deskundig worden afgedicht. Zorg dat zich geen condens in
de ongebruikte spiraalbuizen verzamelt, waar het schade zou kunnen veroorzaken.
Controleer de dichtheid van de afdichtingen van het systeem als geheel tij dens normale
bedrij fsomstandigheden en tij dens onderhoud en haal indien nodig de fl ensverbindingen aan.
Controleer het veiligheidsventiel met regelmatige intervallen.
Het reservoir moet worden opgenomen in de potentiële vereffening.
Temperatuurregeling/-meter:
Tot en met 500 l: De temperatuursensor in de regeleenheid van de verwarming en, indien van
toepassing, de zonne-energieregelaar en/of de sensor van de geïntegreerde thermostaat (indien
gemonteerd) worden met behulp van de geleverde klemveer in de verticale dompelbuis onder de
regelkast geplaatst. De hoogte van het onderdeel bepaalt het schakelpunt voor opnieuw
verwarmen. In reservoirs met een bedrij fstemperatuur boven 55°C moet de sensor boven de
desbetreffende aansluiting voor de watertoevoer worden geplaatst. De sensor op afstand van de
thermometer wordt met twee klemveren op zij n plaats boven het onderdeel (ca. 20 cm naar
beneden) gemonteerd. Bevestig de klemveren zodanig inwendig in de sensors dat de bevestiging
niet kan hinderen bij het afl ezen. De dompelbuis kan maximaal drie sensors bevatten.
750 en 1.000 l: De sensors kunnen afzonderlij k worden gepositioneerd met behulp van het
sensorverbindingsblok; dit is echter afhankelij k van de eisen van de fabrikant van de boiler/
zonne-energie-installatie. Door de specifi eke contouren van de isolatie kan het noodzakelij k zij n om
de sensors aan de watertoevoerzij de te installeren of deze daar naartoe te verplaatsen. De
16