5.6.5 RM: maximale snelheid
Hiermee wordt een maximumgrens ingesteld voor het aantal omwentelin-gen van de pomp.
5.6.6 AY: Anti Cycling
ComeZoals beschreven in paragraaf 9 dient deze functie om veelvuldige in- en uitschakelingen te voorkomen in het
geval van lekken in de instal-latie. De functie kan op 2 verschillende manieren worden geactiveerd: nor-maal en smart. In
de normale modus blokkeert de elektronische besturing de motor na N identieke start/stopcycli. In de smartmodus
daarentegen werkt hij op de parameter RP om de negatieve effecten van lekken te verminderen. Als de functie wordt
ingesteld op "Gedeactiveerd", grijpt hij niet in.
5.6.7 AE: activering blokkeringverhindering
Deze functie dient om mechanische blokkeringen te voorkomen in het geval van langdurige inactiviteit; hij werkt door de
pomp periodiek te laten draaien. Wanneer de functie geactiveerd is, voert de pomp elke 23 uur een cyclus die blokkering
voorkomt uit met een duur van 1 min.
5.6.8 AF: activering antibevriezingsfunctie
Als deze functie geactiveerd is, wordt de pomp automatisch aan het draaien gebracht wanneer de temperatuur in de
buurt van het vriespunt komt, om te voorkomen dat de pomp zelf kapot gaat.
5.7
RF: reset van storingen en waarschuwingen
Door de toetsen "+" en "–" minstens 2 sec tegelijkertijd in te drukken, wordt de chronologie van storingen en
waarschuwingen gewist. Onder het sym-bool RF wordt het aantal storingen weergegeven dat aanwezig is in de
geschiedenis (max. 64). De geschiedenis kan worden bekeken vanuit het menu MONITOR op de pagina FF.
6. VEILIGHEIDSSYSTEMEN
Het apparaat is voorzien van veiligheidssystemen die erop gericht zijn de pomp, motor, voedingslijn en inverter te
beschermen. Als er één of meer beveiligingen worden geactiveerd, wordt de beveiliging met de hoogste prioriteit
onmiddellijk gesignaleerd op het display. Afhankelijk van het type fout kan de motor stoppen, maar wanneer de normale
omstandigheden zijn hersteld, kan de foutstatus onmiddellijke automatisch worden opge-heven, of na een bepaalde tijd
na een automatische terugstelling.In het geval van blokkering door watergebrek (BL), blokkering door over-stroom van
de motor (OC), blokkering door directe kortsluiting tussen de motorfasen (SC), kan worden geprobeerd de foutconditie
handmatig te verlaten door tegelijkertijd op de toetsen "+" en "-" te drukken en hen los te laten. Als de foutconditie
aanhoudt, moet de oorzaak van de storing worden opgeheven.Bij een blokkering vanwege een van de interne fouten
E18, E19, E20, E21 moet 15 minuten worden gewacht terwijl het apparaat wordt gevoed, zodat de geblokkeerde
toestand automatisch kan worden opgelost.
Indicatie op display
Indicatie op display
PH
BL
BP1
PB
OT
OC
SC
ESC
HL
NC
Ei
Vi
EY
6.1
Beschrijving van de blokkeringen
6.1.1 "BL" Anti Dry-Run (beveiliging tegen droog lopen)
In situaties zonder water wordt de pomp automatisch gestopt na de tijd TB. Dit wordt aangegeven door de rode led
"Alarm" en het opschrift "BL" op het display.Nadat de juiste watertoevoer is hersteld, kan worden geprobeerd om de
veiligheidsblokkering handmatig op te heffen door tegelijkertijd op de toet-sen "+" en "-" te drukken en hen vervolgens los
te laten.Als de alarmstatus aanhoudt, d.w.z. de gebruiker grijpt niet in om de wa-tertoevoer te herstellen en de pomp te
resetten, probeert de automatische herstart de pomp weer te starten.
Als de parameter SP niet goed is ingesteld, kan de beveiliging wegens watergebrek wellicht niet goed
functioneren.
NEDERLANDS
Alarm in de storingengeschiedenis
PD
FA
Tabel 7: Alarmen
Blokkeercondities
Blokkering door te lange werking zonder debiet
Blokkering wegens watergebrek
Blokkering wegens leesfout op druksensor perszijde
Blokkering wegens voedingsspanning buiten grenzen
Blokkering wegens oververhitting van vermogensstadia
Blokkering wegens overstroom in de motor
Blokkering wegens kortsluiting tussen de motorfasen
Blokkering wegens kortsluiting naar aarde
Warme vloeistof
Blokkering wegens afgekoppelde motor
Blokkering wegens de i-nde interne fout
Blokkering wegens i-nde interne spanning buiten tolerantie
Blokkering wegens abnormale cycling die is waargenomen in het systeem
Tabel 8: Aanduiding van de blokkeringen
Onjuiste uitschakeling
Problemen in het koelsysteem
Beschrijving
164
Beschrijving