Let op:
- Om te voorkomen dat de aandrijving beschadigd raakt en/of
de werking van het automatische systeem wordt onderbroken,
moet ongeveer 40 mm afstand worden gehouden van de
mechanische eindaanslagen ter beveiliging.
- Controleer aan het einde van de manoeuvre, zowel die voor
opening als die voor sluiting, of het bijbehorende contact
actief blijft (led uit).
8) Wijzig de positie van de magneten en zet ze definitief vast.
4. INBEDRIJFSTELLING
1) Programmeer de elektronische apparatuur naar eigen
wensen volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
2) Schakel de voeding naar het systeem in, en controleer de
toestand
van
de
leds
gebruiksaanwijzing van de elektronische apparatuur.
3) Zet, na het automatische systeem te hebben getest (par. 5),
de beschermingskap op de aandrijving met behulp van de
bijgeleverde schroeven zoals aangeduid in fig. 15.
5. TEST VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM
Controleer vervolgens of het automatische systeem en alle
daarop aangesloten accessoires goed werken.
Geef de klant de pagina "Gebruikersgids" en toon hoe het
automatische systeem moet werken en hoe hij moet worden
gebruikt.
F
. 14
IG
zoals
in
de
tabel
in
de
F
. 15
IG
6. HANDBEDIENDE WERKING
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de
stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet
goed werkt, dient het ontgrendelingmechanisme te worden
gebruikt, en wel als volgt.
- Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling met de
wijzers van de klok mee tot deze blokkeert (Fig. 16 ref. 1)
- Trek aan de hendel zoals aangeduid in fig. 16 ref. 2
Handel als volgt om de normale werking te herstellen:
- Schakel de voeding naar het systeem uit.
- Zet de poort ongeveer half open
- Zet de ontgrendelingshendel weer in de normale stand;
- Draai met behulp van een muntstuk de vergrendeling tegen
de wijzers van de klok in tot deze blokkeert;
- Schakel de voeding naar het systeem in.
Opmerking: geef wanneer de voedingsspanning wordt
ingeschakeld
een
commando
openingscyclus.
Belangrijk: vergewis u ervan, alvorens een impuls te geven,
dat de poort niet met de hand kan worden bewogen.
7. BIJZONDERE TOEPASSINGEN
Er zijn geen bijzondere toepassingen voorzien.
8. ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen is het beter om ieder half jaar
een algemene controle op de installatie uit te voeren. In het
boekje "Gebruikersgids" is een formulier voorgedrukt om ingrepen
te registeren.
9. REPARATIE
Wend u voor eventuele reparaties tot erkende servicecentra.
30
voor
een
volledige
1
2
F
. 16
IG