8. Storingen, oorzaken en oplossingen
WAARSCHUWING! Schakel de pomp UIT voor-
dat u er werkzaamheden aan uitvoert!
Storingen
De pomp loopt wel maar de opbrengst
is nul
Pomp vibreert
De pomp raakt oververhit
Motor loopt niet
De pomp levert te weinig druk
De doorstroming is onregelmatig
9. Onderdelen
Alle onderdelen moeten via de Wilo servicedienst
worden besteld.
Specificeer bij alle bestellingen de gegevens van
de typeplaat om vragen en onjuiste leveringen te
voorkomen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften - Wilo-Initial JET
Oorzaken
De pomp zit verstopt door vuildeeltjes
Zuigleiding verstopt
Lucht in zuigleiding
De pomp is leeg
De zuigdruk is te laag; dit gaat gewoon-
lijk samen met cavitatiegeluiden
De voedingspanning naar de motor is te
laag
De zuigkorf is niet ondergedompeld
Staat los op zijn fundatie
De pomp is verstopt met vuildeeltjes
De pomp draait stroef
Verkeerde elektrische aansluiting
Voedingspanning is te laag
De pomp is verstopt met vuildeeltjes
Omgevingstemperatuur boven +40°C
Hoogte > 1000 m
Geen stroom
Vuil in de hydrauliek
Thermische sensor aangesproken
De motor loopt niet met zijn normale
toerental (vuildeeltjes, gebrekkige voe-
dingspanning, etc.)
De motor is defect
Slijtage van interne onderdelen
De zuighoogte (HA) is overschreden
De diameter van de zuigleiding is kleiner
dan die van de pomp
De zuigkorf en zuigleiding zijn
gedeeltelijk verstopt
Oplossingen
Haal de pomp uit elkaar en reinig hem
Reinig alle leidingen
Controleer de hele leiding tot aan de
pomp op lekkage en zet alle verbindin-
gen vast
Vul de pomp om hem weer te laten aan-
zuigen
Verlies van zuighoogte of teveel aan
zuighoogte
Controleer de spanning aan de klemmen
van de motor en de dwarssecties van de
conductors
Dompel de zuigkorf onder (min. 20 cm).
Ballast de flexibele leiding indien nodig
Controleer de steunbouten en haal ze
helemaal aan
Haal de pomp uit elkaar en reinig hem
Controleer of de pomp vrij draait zonder
dat hij ergens aanloopt (pomp gestopt)
Controleer de aansluitingen op de pomp
Controleer de spanning aan de klemmen
van de motor; deze moet binnen ±10 %
(50 Hz) zijn
Haal de pomp uit elkaar en reinig hem
De motor is ontworpen om te werken bij
een omgevingstemperatuur van maxi-
maal +40°C
Motor is ontworpen voor bedrijf op een
hoogte ≤ 1000 m
Controleer de elektrische stroomvoorzi-
ening
Reinig de pomp
Laat de motor afkoelen
Haal de pomp uit elkaar en verhelp het
probleem
Vervang hem
Vervang deze
Lees de installatievoorwaarden en -aan-
bevelingen in deze handleiding opnieuw
De zuigleiding moet dezelfde diameter
hebben als de zuigaansluiting van de
pomp
Verwijder de zuigkorf en reinig hem
Nederlands
45