Nederlands
VOORZICHTIG! Houd er rekening mee dat de
hoogte van de plaats van opstelling en de water-
temperatuur de zuighoogte van de pomp kunnen
reduceren.
Verlies van
Hoogte
zuighoogte
0 m
500 m
0,60 m w.g.
1000 m
1,15 m w.g.
1500 m
1,70 m w.g.
2000 m
2,20 m w.g.
2500 m
2,65 m w.g.
3000 m
3,20 m w.g.
5.2 Hydraulische aansluitingen
• Met een flexibele, versterkte slang of een stijve
koppeling.
• De diameter van de zuigleiding mag nooit minder
zijn dan die van de pomp.
• Beperk de horizontale lengte van de zuiglei-
ding en vermijd alle kenmerken die verlies van
de zuighoogte veroorzaken (bochten, kleppen,
conische onderdelen).
• Er mag in geen geval lucht in de zuigleiding komen.
• Gebruik steunen met manchetten voor vaste lei-
dingen, zodat de pomp niet het gewicht van de
leidingen moet dragen.
• De montage van een zuigkorf (maaswijdte max.
1 mm) voorkomt schade aan de pomp ingeval
stenen of ander vuil aangezogen wordt.
• Nominale diameter van de zuig- en drukaanslui-
tingen (schroefdraad): G1" (26-34).
• Dicht de leidingen zorgvuldig af met de correcte
materialen.
• Als de pomp is in zuigmodus is, dompelt u de
zeef onder (minimum diepte 200 mm). Breng
indien nodig ballast aan op de flexibele leiding.
• De montage van een droogloopbeveiliging voor-
komt het drooglopen van de pomp.
5.3 Elektrische aansluiting
GEVAAR! Aansluit- en controlewerkzaamheden
dienen te worden uitgevoerd door een gekwali-
ficeerde elektricien overeenkomstig de huidige
locale richtlijnen.
De stroomvoorziening van de pomp moet een cir-
cuit bevatten met een aardlekschakeling geschikt
voor niet meer dan 30 mA.
• Zie het motortypeplaatje voor elektrische gege-
vens (frequentie, voltage, nominale spanning).
• De enkelfasige motoren hebben een geïntegre-
erde thermische bescherming.
• Voor aansluiting op het hoofdnetwerk gebruikt
u een kabel die voldoet aan de eisen van de rele-
vante normen:
3 conductors (2 fases + aarde).
• Voor aansluiting op de voeding gebruikt u een
kabel die voldoet aan de eisen van de relevante
normen.
• Middelen voor loskoppeling moet in de vaste
bedrading opgenomen worden overeenkomstig
de normen voor bedrading.
GEVAAR! Beschadigde bedrading mag alleen ver-
vangen worden door gekwalificeerde elektriciens.
VERGEET NIET DE AARDEDRAAD AAN TE SLUITEN.
44
Temperatuur
0 m w.g.
20°C
30°C
40°C
GEVAAR! Een aansluitfout veroorzaakt schade
aan de motor. De stroomkabel mag nooit contact
maken met leiding of pomp; stel zeker dat hij
beschermd is tegen vocht.
Verlies van
6. Inbedrijfname
zuighoogte
0,20 m w.g.
VOORZICHTIG! De pomp mag nooit in droge staat
lopen, zelfs niet kortstondig.
0,40 m w.g.
0,70 m w.g.
6.1 Vullen en ontluchten
Pomp in zuigmodus - AFB. 1
• Zorg ervoor dat alle toebehoren die op de pomp
drukzijde aangesloten zijn open staan (taps, afs-
luiters, spuitpistolen).
• Open de afsluiter aan drukzijde van de pomp (3).
• Open de afsluiter aan de zuigzijde van de
pomp (2).
• Schroef de vulplug los (4).
• Steek een trechter in de opening en vul de pomp
volledig.
• Schroef de plug er weer helemaal in.
• Als de drukleiding een slang is, houd u deze op
een hoogte van ongeveer 0,5 m tot de pomp
volgelopen is.
6.2 Bediening
VOORZICHTIG! Bij nul-stroming (gesloten afs-
luiter drukzijde) mag de pomp niet langer dan
5 minuten worden bediend.
Wij raden een minimum debiet van 800 l/h (13 l/
min.) aan.
7. Onderhoud
Geen speciaal onderhoud tijdens het werk; houd
de pomp en motor altijd in perfect schone staat.
Ingeval van een langere stilstand en wanneer er
geen kans is op vorst, is het beter, de pomp niet
leeg te laten lopen.
• Als de pomp aan vorst wordt blootgesteld moet
hij afgetapt worden door plug (5) en plug (4)
eruit te draaien.
• Schroef de twee pluggen er weer in zonder deze
vast te draaien.
Vergeet niet om de pomp weer te vullen voor-
dat u hem start.
Motoren zonder vetnippels
De lagers hebben een levenslange smering en
hoeven dus niet gesmeerd te worden.
Mechanische afdichting
De mechanische afdichting heeft tijdens het bed-
rijf geen onderhoud nodig. Deze mag nooit droog
gebruikt worden.
WILO SE 02/2018