RBCTWP30E.book Page 54 Thursday, June 24, 2004 5:39 PM
4
BEDRADING
1. Gebruik de voorgeschreven kabels, sluit de draden juist aan, en maak de draden stevig vast zodat de externe druk
op de kabels geen nadelige invloed heeft op het aansluitgedeelte van de aansluitklemmen.
Onvolledige aansluiting of slechte bevestiging kan brand, enz. veroorzaken.
Sluit de draden aan op de aansluitklemmen met dezelfde nummers volgens het onderstaande bedradingsschema.
2. Sluit altijd de aarddraad aan. (Aardingswerk)
Sluit de aarddraad niet aan op een gasbuis, een stadswaterleiding, de opvangstang van een bliksemafleider, of de aarddraad
van een telefoon.
Slechte aarding leidt tot een elektrische schok.
3. Voor het elektrische werk dient u de plaatselijke voorschriften in elk land strict op te volgen, alsmede de
handleidingen voor de binnenunits, buitenunits en deze handleiding. Gebruik altijd een exclusief circuit.
Het gebruik van een circuit met onvoldoende capaciteit of onvolledige installatie van het systeem kan gevaar voor een
elektrische schok of brand opleveren.
Elektrische onderdelen van het P.C. bord van de binnenunit
Dit werk is niet nodig voor het Hi-Wall type.
Dit werk dient voor elke binnenunit te worden uitgevoerd.
1. Koppel de hoofdleiding tussen de aansluitklem voor de afstandsbediening en de CN41 (RC) connector op het P.C. bord los.
P.C. bord van binnenunit
Verander deze draad naar Ruisfilter (accessoire)
Aansluitklem voor afstandsbediening
2. Sluit het Ruisfilter aan tussen de aansluitklem voor de afstandsbediening en de CN41 (RC) connector op het P.C. bord.
3. Gebruik een klemband om deze draad en de hoofdaansluitingsdraad samen te binden.
Interne en externe verbindingskabels
1. Verbind de kabels van de buitenunit met de hoofdunit op de normale manier.
(Kabels (1), (2), (3) en aarddraad)
2. Installeer de kabels (1), (2) en de aarddraad alleen wanneer u verbindingskabels vanaf de hoofdunit naar de hulpunit
installeert.
Bedrading voor afstandsbediening
1. Installeer de verbindingskabels vanaf de hoofdunit naar de hulpunit.
2. Installeer verbindingsdraden tussen de hoofdunit en de hulpunit. De verbindingsdraden van de afstandsbediening hebben
geen polariteiten.
De afstandsbediening gebruikt laagspanning-circuits. Deze circuits mogen niet direct in contact komen met interne en
externe draden, en mogen niet samen met interne en externe draden in dezelfde leidingbuizen worden gemonteerd.
(Anders zal er storing zijn ten gevolge van ruis.)
CN41 connector
Klemband (niet meegeleverd)
54