5.5
Gasdichtingscontrole VPS 504 (indien aanwezig)
Het systeem van de dichtingscontrole van de ventielen is ver-
plicht op straten voor de voeding van branders die een maximum
vermogen van meer dan 1200 kW hebben.
Deze dichtingscontrole werkt door tussen de twee kleppen een
overdruk van ongeveer 20 mbar t.o.v. de bovenstroomse druk te
veroorzaken; de controletijd is afhankelijk van het volume dat on-
der druk gezet moet worden en van de bovenstroomse druk en
varieert van 10 tot 26 seconden.
Het oplichten van het gele controlelampje bevestigt een positieve
uitslag van de controle, terwijl een negatieve uitslag, met daaruit-
volgende vergrendeling, kenbaar gemaakt wordt door het rode
licht; de vergrendeling blijft behouden zolang de dichtingscontro-
le onder spanning blijft.
5.6
Drukverlies
De grafiek geeft de drukverliezen p van de gasstraat aan
(Fig. 10).de schalen van het volumedebiet
a
lucht
n
aardgas (G20)
p
propaan (G30)
c
stadsgas (G140), enkel voor toepassingen niet onderworpen
aan Richtlijn Gastoestellen (2009/142/EC).
20049302
Inbedrijfstelling, ijking en werking
Een functionele controle kan uitgevoerd worden door de schroef
van het drukmeetpunt p
dichtingscontrole los te draaien; de dichtingscontrole moet ver-
grendeld worden.
De zekering kan bereikt worden door de afdekplaat te verwijde-
ren, die zich nabij de stopcontacten van de elektrische aanslui-
ting bevindt, met behulp van een schroevendraaier; een
reservesmeltzekering bevindt zich in het bovenste gedeelte van
de dichtingscontrole onder de dop 18)(Fig. 9).
De waarden die worden aangeduid op het diagram kunnen licht-
V °
gelden voor:
jes variëren in functie van de regeling van de drukstabilisator.
De minimale druk die in het gasnet nodig is wordt verkregen door
de uit het diagram afgeleide druk op te tellen bij de drukverliezen
van de brander (zie handleiding van de brander) en de tegendruk
van de branderkamer (zie handleiding van de ketel).
°
3
(+15 °C, 1013 mbar)
V [Sm
/h]
10
NL
5)(Fig. 9) van het apparaat vóór de
a
Het is mogelijk de dichtingscontrole te monteren
op de gasstraten die hier niet van voorzien zijn,
hiervoor moet u de speciale kit aanvragen.
OPGELET
20049700
Fig. 10