Plaats uw snelkookpan op een warmtebron en stel deze in op maximaal
vermogen.
Wanneer de stoom via het ventiel begint te ontsnappen, zet dan de
warmtebron lager en tel 20 min. af.
Wanneer de 20 min. zijn verstreken, zet uw warmtebron uit.
Lijn het pictogram
ventielstand (C).
Wanneer de veiligheidsindicator (D) daalt, dan is uw snelkookpan niet meer
onder druk.
Open uw snelkookpan
Reinig hem met afwasmiddel.
Minimum en maximum vulling
Minimum 25 cl (2 glazen)
Maximum 2/3 van de hoogte van de pan, markering MAX 2
Gebruik nooit grof zout in uw snelkookpan, maar voeg fijn zout toe aan het
einde van het koken.
Voor bepaalde voedingswaren:
Voor pasteuze voedingsmiddelen die tijdens het koken
uitzetten of schuimen, zoals rijst, peulvruchten,
gedroogde groenten, moes, pompoen, courgette,
wortelen, aardappelen, visfilet... mag u uw snelkookpan
nooit boven 1/3 (MAX 1) van haar capaciteit vullen. Laat
uw snelkookpan enkele minuten afkoelen, en voer dan
een afkoeling onder koud water uit. Schud de
snelkookpan lichtjes en systematisch, voor elke opening
en na controle dat de veiligheidsindicator is gedaald, om
het ontsnappen van stoombellen, die u zouden kunnen verbranden, te
voorkomen. Deze handeling is vooral belangrijk bij het snel laten ontsnappen
van de stoom of na het koelen met koud water. Bij het bereiden van soepen,
raden wij aan een snelle drukverlaging onder koud water uit te voeren (zie
""Einde van het koken in de modus 'Snelkookpan' "")
Gebruik van het stoommandje*
Giet 750 ml water op de bodem van de pan (O)
Afhankelijk van model:
Plaats het drievoetje*(L) en het mandje*(J) op de
bodem van de pan.
Klem het drievoetje*(K) vast aan het mandje*(J) vast
en plaats het geheel op de bodem van de pan.
82
van het drukventiel (A) uit op de aanwijzing van de
- afb. 2
- afb.
4.
- afb.
5.
MAX1
1/3
MAX
* afhankelijk van model