Zorg voor het milieu
Het verpakkingsmateriaal is herbruikbaar.
Deponeer het verpakkingsmateriaal niet
bij het huishoudelijk afval, maar bied het
aan voor hergebruik.
Onbruikbaar geworden apparaten bevat-
ten waardevolle materialen die geschikt
zijn voor hergebruik. Lever de apparaten
daarom in bij een inzamelpunt voor her-
bruikbare materialen. Batterijen, olie en
dergelijke stoffen mogen niet in het milieu
belanden. Verwijder overbodig geworden
apparatuur daarom via geschikte inzamel-
punten.
Het toestel bevat het koelmedium R-134a. Dat koelm-
edium mag niet in het milieu terechtkomen. Voor een
vakkundige verwijdering wendt u zich best tot uw Kär-
cher-servicepartner. Werkzaamheden aan de koeleen-
heid mogen uitsluitend uitgevoerd worden door vakper-
soneel.
Aanwijzingen betreffende de inhoudsstoffen
(REACH)
Huidige informatie over de inhoudsstoffen vindt u onder:
www.kaercher.com/REACH
Algemene instructies
Om de waterkwaliteit van het afgegeven water te
garanderen, mag uitsluitend drinkwater van een
openbare waterleverancier worden gebruikt. De
kwaliteit moet daarbij minstens voldoen aan de
richtlijn van de World Health Organization (WHO).
Indien voor de installatie van het apparaat aan het
drinkwaternet moet worden gewerkt, moet dat ge-
beuren door geschoold personeel dat in het bezit is
van een autorisatie volgens de lokaal geldende wet-
ten en voorschriften. Indien nodig moeten die werk-
zaamheden door de klant opgedragen worden.
Ter bescherming tegen waterschade door een ge-
sprongen watertoevoerslang bevelen wij de inbouw
aan van een afsluitinrichting en een aquastop (als
optie verkrijgbaar) in de watertoevoer.
Verzorgingswerkzaamheden binnen in het appa-
raat mogen enkel uitgevoerd worden door de ex-
ploitant van het apparaat die deze gebruiksaanwij-
zing heeft gelezen.
De deur van de voet moet altijd afgesloten zijn.
Bij gebruik van een CO
-fles de plaatselijk gelden-
2
de regels voor de aanwijzing van de opstelruimte in
acht nemen.
Reinig het apparaat niet met een waterstraal.
Kunststofoppervlakken mogen niet gereinigd wor-
den met alcoholhoudende, agressieve of schuren-
de reinigingsmiddelen.
Aanbevolen wordt de oppervlaktereiniger CA 30 R
(6.295-686.0).
Na de eerste inbedrijfstelling, filtervervanging en
langdurige stilstand kan het ongekoelde water bij
de afgifte tijdelijk melkachtig zijn. Dat is te wijten
aan fijne luchtbellen en heeft geen invloed op de
waterkwaliteit.
Transport
VOORZICHTIG
Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in
acht.
Transporteer het apparaat niet liggend.
De WPD 600 moet op basis van zijn gewicht door
2 personen of met behulp van geschikte hulpmid-
delen zoals een steekwagen opgebouwd worden.
Doelmatig gebruik
Het apparaat dient voor de afgifte van getempe-
reerd en niet-getempereerd water van levensmid-
delenkwaliteit door zelfbediening. In functie van de
variant van het apparaat is de waterdispenser uit-
gerust met verschillende filters (Active-Pure-filter,
Hy-Protect-filter, Hy-Pure-filter).
Dit apparaat is niet geschikt om door personen (in-
clusief kinderen) met beperkte fysieke, sensori-
sche of geestelijke vaardigheden of met gebrek
aan ervaring en/of kennis gebruikt te worden, tenzij
ze door een voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon in de gaten gehouden worden of van hem
aanwijzingen ontvingen hoe het apparaat gebruikt
moet worden. Kinderen dienen in de gaten gehou-
den te worden om er zeker van te zijn dat ze niet
met het apparaat spelen.
Plaats en gebruik het apparaat niet in industriële
keukens.
Het toestel moet in een vorstvrije ruimte worden
geplaatst.
Gebruik of plaats het apparaat niet in open lucht.
Leg het apparaat niet neer, bewaar of transporteer
het niet liggend.
64
Functie
Water stroomt van de wateringang eerst door de filters
(filterbeschrijving zie Verbruiksmateriaal). In functie van
de bediende toets stroomt het water vervolgens via de
koelmodule, de CO2-menger, de verwarmingsmodule
(in functie van de uitrusting) of direct naar de wateruit-
voer.
Bij de vraag naar koolzuurhoudend water (optie) wordt
bij het water aanvullend kooldioxide gemengd.
Bij de aanvraag van heet water (optie) wordt het water
via een verwarmingsmodule verhit. In het gebruikers-
menu kunnen twee verschillende heetwatertemperatu-
ren en de terbeschikkinghouding van water ingesteld
worden.
Bij een geringe afname van heet water moet deze lager
(40°C-50°C) ingesteld worden om energie te sparen. Bij
een frequente heetwaterafname kan de temperatuur
van het ter beschikking gehouden water verhoogd wor-
den om de wachttijd bij de afgifte te verkorten.
De tweede, hogere afgiftetemperatuur (Extra Hot) is bij
de levering gedeactiveerd en kan in het menu „Gebrui-
kersparameters" geactiveerd worden.
In het gebruikersmenu kunnen bovendien ook een por-
tionering, d.b. vooraf gedefinieerde afgiftehoeveelheid
bij toetsbediening, de keuze tussen twee CO
traties (enkel WPD 200 en WPD 600), bedrijfs- en rust-
tijden van het apparaat en een energiespaarfunctie in-
gesteld worden.
Volgens de in het gebruikersmenu vastgelegde afstan-
den wordt het volledige watersysteem door verhitten
ontsmet (thermische ontsmetting).
Apparaat aansluiten
Voorwaarden
GEVAAR
Gevaar door elektrische schok Zijdelen, deksels en pla-
tineafdekking van het apparaat mogen enkel door een
electricien verwijderd worden.
Bij de eerste installatie en bij eventuele reparaties
die verbonden zijn met een vervanging van toebe-
horen, moet gegarandeerd worden dat uitsluitend
de bijgevoegde onderdelen (aansluitset, CO
regelaar (optie, apparaat met CO
den. Bij die delen gaat het om onderdelen die door
KÄRCHER voor inbouw vrijgegeven zijn. Die on-
derdelen zijn gecontroleerd en gecertificeerd om te
beantwoorden aan de hoge kwaliteitseisen van de
certificering van SGS Institut Fresenius GmbH en
de KÄRCHER-kwaliteitsstandaard. Andere onder-
delen mogen niet gebruikt worden.
Stroomaansluiting en ingangsdruk water moeten
overeenstemmen met de waarden in de Techni-
sche gegevens.
Afhankelijk van de lokale voorschriften is het ge-
bruik van een toegelaten terugslagklep vereist.
Bij apparaten met in de druppelschaal een afvoer
naar de afvoerleiding van het gebouw moet een
geurstop (sifon) voorzien worden.
De sifon moet lager dan de druppelschaal staan.
Enkel bij een continu dalende afvoerslang functio-
neert de afvoer van de druppelschaal zoals het
hoort.
Voot het opstellen van het toestel moet in het ge-
bouw een vlakke ondergrond beschikbaar zijn.
Netstekker en stopcontact moeten ook na de in-
stallatie vrij toegankelijk zijn.
Hoofdschakelaar, zekering en wateraansluiting op
de achterkant van het apparaat moeten vrij toegan-
kelijk zijn. De minimumafstand tot de wand be-
draagt 100 mm.
Enkel bij WPD 100 en WPD 200 met voet:
Om een hoge stabiliteit van het apparaat conform
de richtlijnen van de apparaatnorm te garanderen,
moet het apparaat met voet op de vloer of aan de
wand bevestigd worden (aanbouwset vloerbevesti-
ging WPD 2.643-483.0).
Als alternatief kan de aanbouwset Extra gewicht
voet WPD (2.643-474.0) gebruikt worden om het
zwaartepunt van het apparaat overeenkomstig te
verlagen.
2
-
NL
-concen-
2
1
Watertoevoerleiding
2
Terugslagklep**
3
Drukregelaar**
4
Aquastop *
5
Waterkraan *
6
Drinkwatertoevoer *
7
Afvoerleiding *
8
Stroomvoorziening van het gebouw *
-druk-
2
9
Stopcontact, beveiligd met aardlekschakelaar 30 mA *
)) gebruikt wor-
2
10 Aansluitkabel
11 WPD 100/200/600***
12 Afvoer druppelschaal ***
13 Sifon**
* aan het gebouw, niet meegeleverd
** optioneel, niet meegeleverd
*** optioneel, in functie van de configuratie van het ap-
paraat
1
Ingangszeef
2
Wateraansluiting (schroefdraad 3/4")
3
Netaansluiting
4
Spoelslang (optioneel)
5
Druppelschaal met afvoer (optioneel)
Apparaat zonder voet en zonder afvoer in de
druppelschaal
Bij die uitvoering van het apparaat moeten geen afvoer-
slangen gelegd worden.
Apparaat zonder voet met afvoer in de
druppelschaal
Leg een spoelslang naar de sifon.
Verbind de slang met de afvoer in de druppel-
schaal en leid ze naar de sifon.
Apparaat met voet, afvoer en afvoer in de
druppelschaal
Leg de spoelslang door de voet naar de sifon.
Verbind de slang via een hoekstuk met de afvoer in de
druppelschaal en leg ze door de voet naar de sifon.
Apparaat met voet, jerrycan en afvoer in de
druppelschaal
Leg de spoelslang naar de jerrycan.
Verbind de slang via een hoekstuk met de afvoer in
de druppelschaal en leg ze naar de jerrycan.
Aansluiting uitvoeren