1.
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
LET OP
De installatie mag uitsluitend door een bevoegd persoon uitgevoerd worden
1.1 Algemeen voorschrift
*
De gashaard dient geplaatst, aangesloten en gecontroleerd te worden als een gesloten toestel
door een erkend installateur, volgens de nationale, regionale en lokale normen en voorschriften.
*
Ook het afvoersysteem en de uitmondingen in gevel of dakvlak dienen te voldoen aan de geldende
normen en voorschriften.
*
De temperatuur van de wanden en schappen in de omgeving van de zij en achterkant van het
toestel mag de omgevingstemperatuur met niet meer dan 80°C overstijgen.
*
Het toestel is in combinatie met het concentrisch kanalensysteem THC CC Ø100/ Ø150 mm
goedgekeurd volgens de Europese CE-norm voor gastoestellen, en mag daarom uitsluitend met
dit systeem worden toegepast.
*
Het toestel dient door de installateur gecontroleerd te worden op lokale gasdistributie
(gas- type en gas- druk) zo als aangegeven op het typeplaatje.
*
De instructie is alleen geldig als de desbetreffende landcode op het toestel is vermeld.
Is dit niet het geval dan is het noodzakelijk de gas technische gegevens van het desbetreffende land te
raadplegen en modificaties te overleggen met de fabrikant.
*
Bij de eerste keer stoken zal er lucht in de gasleiding zitten. De gasleiding dient daarom eerst
ontlucht te worden.
*
Steek de kachel volgens het bedieningsvoorschrift aan en controleer of het vlambeeld gelijkmatig is.
Na de eerste keer stoken dient u eventueel de aanslag op de glasruit, als gevolg van het uitmoffelen
van het toestel, te verwijderen met behulp van een glasreiniger voor kachels.
Afstand tot niet vuurvaste materialen:
*
T.o.v. het front, zij- en bovenkant van het toestel zal een afstand van 1200 mm toegepast moeten
worden vanaf het toestel tot aan: gordijnen, bekledingen en weefsels, en of ander niet vuurvaste
materiaal tenzij anders vermeld in deze instructie.
Afstand tot vuurvaste materialen:
*
Bij installatie van het toestel , zal een minimale afstand van 25 mm van de muur gehandhaafd
moeten worden tenzij ander vermeld in deze instructie.
WAARSCHUWING
Gaskachels worden heet als ze in bedrijf zijn. Na inbouw van het toestel wordt het glasoppervlak beschouwd
als actieve zone. Het glasoppervlak kan zeer heet worden.!
Opgelet! Dienovereenkomstig moet voorzichtigheid worden betracht en b.v. kinderen en
hulpbehoevenden uit de buurt van brandende kachels worden geweerd. Ook mogen kachels
niet op of tegen niet vuurvaste materialen worden geplaatst (gordijnen enz .).
Plaats het toestel nooit tegen of in een niet vuurvaste wand !
LET OP
Constructie materiaal voor schouwen en mantels etc. of bij een inbouw situatie moeten van vuurvast
materiaal gemaakt zijn. Dit geld tevens voor vloeren en plafonds. Gebruik nooit niet vuurvaste materialen
nabij het toestel met inachtneming van de bovengenoemde voorschriften.
Als u twijfelt, raadpleeg dan uw leverancier
Pag.3