4.
Breng de bovenste lintgeleider (73)
helemaal naar beneden.
5.
Snelontspanhendel (74) losmaken,
tot het zaagband los is.
6.
Neem het zaaglint weg en leidt het
door
de opening in het tafelblad (75),
de zaaglintbescherming aan de
bovenste lintgeleider (76),
het zijdelingse zaaglintkanaal
(77) en
de lintgeleiders heen.
74
77
75
76
7.
Breng een nieuw zaaglint aan. Zorg
ervoor dat het lint correct geplaatst
is: de tanden wijzen naar de voor-
zijde (deurzijde) van de zaag.
8.
Breng het zaaglint in het midden op
het rubberen loopvlak aan.
9.
Snelontspanhendel weer aantrekken
tot het zaagband niet meer afglijdt.
10. Onderste zaagbandafdekking naar
achteren klappen.
Gevaar!
A
De behuizingsdeuren slechts
sluiten, wanneer de onderste zaag-
bandafdekking naar achteren is
geklapt.
11. Sluit beide deuren van de behuizing.
12. Vervolgens moet u:
het zaaglint opspannen (zie
"Ingebruikneming");
het zaaglint uitlijnen (zie "Onder-
houd en verzorging");
de lintgeleidingen instellen (zie
"Onderhoud en verzorging");
de zaagmachine gedurende min-
stens één minuut laten proef-
draaien;
de zaagmachine uitschakelen, de
netstekker uit het stopcontact
trekken en de instellingen
opnieuw controleren.
8.2
Zaaglint uitlijnen
Wanneer het zaaglint niet meer over het
midden van het rubberen loopvlak loopt,
moet de hellingshoek van het bovenste
lintzaagwiel bijgeregeld worden:
1.
Draai de klemschroef (78) los.
2.
Draai aan de instelschroef (79):
Draai de instelschroef (79) naar
rechts als het zaaglint meer naar
de voorkant van de zaagmachine
loopt.
Draai de instelschroef (79) naar
links als het zaaglint meer naar de
achterkant van de zaagmachine
loopt.
73
3.
Draai de klemschroef (78) weer
vast.
8.3
Bovenste lintgeleider uit-
lijnen
De bovenste lintgeleider bestaat uit:
een steunrol (steunt het zaaglint ach-
teraan),
twee geleiderollen (geleiden het
zaaglint aan de zijkant).
Deze rollen moeten na vervanging of uit-
lijning van het zaaglint steeds opnieuw
uitgelijnd worden:
Aanwijzing:
3
Controleer de rollen regelmatig
op slijtage en vervang indien nodig alle
rollen tegelijk.
Steunrol instellen
1.
Eventueel moet u het zaaglint uitlij-
nen en aanspannen.
2.
Schroef (80) voor bovenste bandge-
leiding losmaken.
3.
Bovenste lintgeleider uitlijnen
4.
Schroef voor bovenste bandgelei-
ding weer aantrekken.
5.
Draai de schroef (82) voor de steun-
rol (81) los.
82
6.
Lijn de steunrol uit (afstand steunrol
zaaglint = 0,5 mm – als het zaaglint
met de hand bewogen wordt, mag
het niet in aanraking komen met de
steunrol)
7.
Trek de schroef voor de steunrol
opnieuw aan.
Geleiderollen instellen
78
79
1.
Kartelmoer (84) losmaken.
2.
Geleidingsrollen (85) met de kartel-
schroeven (83) tegenover het zaag-
band instellen.
3.
Bandzaagrol enkele keren per hand
in richting van de wijzers van de klok
draaien om te controleren of zich de
geleidingsrollen in de juiste positie
bevinden - beide geleidingsrollen
dienen licht aan het zaagband aan te
sluiten.
4.
Kartelmoer (84) weer aantrekken,
om de kartelschroef (83) vast te
schroeven.
8.4
De onderste lintgeleider bestaat uit:
een steunrol (steunt het zaaglint ach-
teraan),
twee geleiderollen (geleiden het
zaaglint aan de zijkant).
Deze delen moeten na vervanging of uit-
lijnen van het zaaglint uitgelijnd worden.
NEDERLANDS
81
84
85
Onderste lintgeleider uit-
lijnen
80
83
13