RAADGEVINGEN
GEBRUIK IN DE BERGEN
Bij gebruik van de motorhakfrees in ijle lucht is
het benzinemengsel te rijk, wat de prestaties nadelig beïnvloedt en
het brandstofverbruik doet toenemen.
Vervang de sproeier in de carburateur door een kleinere en stel de
sproeiernaald na. Wanneer de hoogte boven zeeniveau groter is
dan 1 800 meter dan is het beter, de carburateur door de Honda-
dealer te laten nastellen.
Maar zelfs wanneer de carburateur vakkundig wordt aangepast
neemt het motorvermogen met elke 300 meter hoogteverschil meer
af met ongeveer 3,5 %. Zonder nastellen van de carburateur is het
vermogensverlies niettemin veel groter.
VOORZICHTIG:
• Bij gebruik van de motorhakfrees op een hoogte boven zeeniveau
lager dan die, waarop de carburateur is ingesteld kan
oververhitting van de motor en dus schade veroorzaken
aangezien de lucht / brandstofverhouding dan te arm is.
GEBRUIK
1. Druk de stuurboom [1]
enigszins omlaag om de
voorkant van de
motorhakfrees 6 à 8° [2] op
te lichten.
2. Voordat u de gashendel
inknijpt, drukt u de
sluithendel [3] in.
3. Knijp de gashandle in om het
motorkoppel op de
freesmessen over te
brengen [4]. Zodra de
gereedschappen draaien,
laat u de sluithendel los
terwijl u verder gaat met
werken. Tracht de machine
gedurende het werk onder dezelfde hoek te houden.
[3]
[4]
NB: Wanneer de motorhakfrees te snel gaat, de stuurboom verder
naar beneden drukken om de freesstaart dieper in de grond te
drijven, wat de machine afremt. Druk op de stuurboom tot de
gewenste freesdiepte bereikt is. Wanneer de frezen te diep in de
grond dringen, de stuurboom wat omhoog laten komen en van links
naar rechts bewegen om ze vrij te maken.
4. Om van richting te veranderen stevig op de stuurboom drukken
en om de freesstaart heen zwenken.
VOORZICHTIG:
• Het gebruik van de motorhakfrees op een steile helling kan de
machine doen omkantelen.
• Gebruik de motorhakfrees nooit 's nachts.
• Controleer voor elk gebruik de motorhakfrees op zichtbare
schade en onvolkomenheden.
• Controleer de opening tussen de gashendel en de sluithendel en
verwijder de stenen, takken of andere obstakels die de machine
zouden kunnen blokkeren.
A1
B4
C4
C7
VEILIGHEID
C4
C14
C15
D7
VEILIGHEID
[1]
[2]
[3]
GAS-/KOPPELINGSHANDLE
• Nadat u eerst de sluithendel [5] hebt ingedrukt en vervolgens de
gashendel [6] hebt ingeknepen, neemt het motortoerental toe,
waardoor de centrifugaalkoppeling het motorkoppel op de
freesmessen overbrengt, die daardoor gaan wentelen.
• Wanneer de gashandle [5] wordt losgelaten neemt het
motortoerental af tot stationair waardoor de middelpuntvliedende
kracht kleiner wordt, de centrifugaalkoppeling ontkoppelt en de
freesmessen niet meer worden aangedreven.
VOORZICHTIG:
• De gashendel [6] altijd volledig inknijpen als u de
hakfreesmachine gebruikt. Laat de hendel nooit halverwege
omdat dit schade zou kunnen veroorzaken aan de interne
onderdelen.
FREESDIEPTE
De freesdiepte is afhankelijk van
de hoogte van de freesstaart. In de
meeste gevallen is de goede
hoogte stand [7] of [8].
Wanneer de machine te snel gaat,
de frezen niet ver genoeg in de
grond doordringen (harde grond)
of wanneer de stuurboom voor u te
laag is kunt u stand [9] of [7]
kiezen.
Wanneer de freesmessen te ver in
de grond doordringen (rulle grond)
of wanneer de stuurboom te laag is
kan de staart in stand [8] of [10]
bevestigd worden.
TRANSPORTWIELEN
Monteer de transportwielen [11]
om de motorhakfrees ter plaatse
te brengen. Kies het montagegat
waarbij de stuurboom
gemakkelijk hanteerbaar is.
Transportwielen monteren:
1. Schakel de motor uit en neem
de kap van de bougie [12].
2. Kijk of de dop van de benzinetank en het oliecarter goed
gesloten zijn. Druk de machine naar voren tot deze op de neus
staat.
3. Verwijder de enkele splitpen [13] en daarna splitpen [14].
Demonteer de freesstaart [15].
4. Monteer de wielen op de benodigde hoogte en zet ze vast met
splitpen [14] en de enkele splitpen [13].
Demonteer de wielen en breng de staart aan voor u aan het
werk gaat.
C4
VEILIGHEID
[9]
[7]
[8]
[10]
[11]
[13]
[14]
[15]
7 NL
D7
[12]