Met de mogelijkheid de FT210 over 210° op de horizontale as en 30° op de verticale as te richten, kan ze ook gebruikt wor-
den waar bevestigingsvlakken een correcte uitlijning tussen TX en RX zouden beletten (zie afbeelding 2).
2
3) Installatie
!
Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd
te worden terwijl er geen stroom op de installatie staat;
indien er een bufferbatterij aanwezig is, dient deze los-
gekoppeld te worden.
3.1) Controles vooraf
Omdat het product zo bijzonder en uniek is, dient u alvorens
met de installatie te beginnen enkele aspecten met betrek-
king tot het werkingsprincipe te beoordelen teneinde een zo
groot mogelijke veiligheid en functionaliteit te verkrijgen.
• Controleer zorgvuldig of de gebruiksparameters overeen-
komen met de gegevens zoals die in het hoofdstuk "tech-
nische gegevens" zijn vermeld. Gebruik in geval van twijfel
het product niet en vraag de technische dienst van Nice
om opheldering.
• De zender controleert voortdurend de staat van de contact-
lijst en verzendt de informatie naar de ontvanger. Om het ver-
bruik van de batterij te beperken maar toch de verlangde vei-
ligheid te garanderen, gebeurt dit met 2 verschillende "snel-
heden": LANGZAAM wanner de poort stil staat; SNEL wan-
neer de poort in beweging is. De zender herkent de staat van
de poort in beweging via een speciale sensor die de trillingen
van de poort in beweging waarneemt. Zodra de poort in
beweging komt, gaat de zender over naar de modus SNEL
en blijft daar tot wanneer de poort 10 of 90 seconden stil blijft
staan (zie jumpers JP2 en JP3 in tabel 1).
• Om het verlangde veiligheidsniveau te kunnen garanderen
moet de ontvanger de staat van de poort kennen, vooral om
te controleren of de modus LANGZAAM of SNEL van de
zender correct is. Dit controlemechanisme vindt via de
ingang "FOTOTEST" van de ontvanger plaats (zie ook de
voorbeelden van aansluiting op afbeelding 18 en 19). Over
het algemeen wordt er in de besturingseenheden aan het
begin van elke manoeuvre een Fototest uitgevoerd; op deze
manier wordt de ontvanger van FT210 erover geïnformeerd
dat de poort binnen enkele momenten zal gaan bewegen.
• Als de besturingseenheid niet over Fototest beschikt, is het
toch mogelijk de inrichting FT210 te gebruiken, en wel
door de ingang FOTOTEST van FT210 op de uitgang SCA
van de besturingseenheid aan te sluiten; in dat geval dient
er op de uitgang SCA (Controlelampje Poort Open) een
onderbroken (knipperend) signaal tijdens de gehele duur
van de manoeuvre aanwezig te zijn (zie voorbeeld voor
aansluiting op afbeelding 20).
• Als de besturingseenheid evenmin over de uitgang SCA
beschikt, zal de FT210 in de voortdurende modus SNEL
geprogrammeerd moeten worden door de jumper JP3 op TX
los te halen (zie tabel 1).
• In de besturingseenheden waarin de FOTOTEST alleen aan
het begin van de openingsmanoeuvre wordt uitgevoerd en
de sluiting weer automatisch verloopt, is het noodzakelijk 90
seconden te wachten bij de overschakeling van de modus
SNEL naar LANGZAAM wanneer de poort gesloten is (zie
JP2 in tabel 1). Op deze manier zal de TX voor de gehele
openingsduur van de poort in de modus SNEL blijven.
Natuurlijk moet de pauzeduur van de besturingseenheid
korter dan 90 seconden zijn.
• FT210 is uitgedacht om andere fotocellen niet te storen en
om door hen niet gestoord te worden; dit betekent dat
FT210 met andere fotocellen gecombineerd kan worden.
Werking wordt gegarandeerd met tenminste één ander stel
door Nice vervaardigde fotocellen, terwijl de werking met
meer dan een stel of met fotocellen van andere fabrikanten
niet gegarandeerd zou kunnen worden. In elk geval dient
u, om te controleren dat er geen interferentie met andere
inrichtingen bestaat, zorgvuldig de procedure voor de
eindtekst zoals die in hoofdstuk 4 voorzien is, uit te voeren
en de specifieke signalering in tabel 5 te controleren
U kunt echter twee inrichtingen FT210 gebruiken om de
voorzijde en achterzijde van een zelfde poort te controle-
ren, gezien het feit dat in dit geval de twee TX het signaal
in twee tegenoverliggende richtingen verzenden.
• Er kunnen geen twee inrichtingen FT210 gebruikt worden
om hetzelfde gebied te controleren; als een ontvanger het
signaal van twee zenders mocht waarnemen zou deze zich
in de staat van "veiligheid" stellen en beletten dat de poort
zou bewegen. Zie de specifieke signalering in tabel 5.
Een voorbeeld van een correcte installatie ziet u op afbeelding 3.
3
88