LEGENDE
1 Sokkel
2 Deur
3 Bovenste voorpaneel
4 Bovenste voorwand
5 Reinigingsplaat rookkamer
6 Deksel
7 Brander
het monteren.
Nagaan of de verbindingen dicht zijn. Voor
de veiligheid ook de O-ringen vervangen.
4.4.4 Filter vervangen
Bij groot ladingsverlies de filter vervan-
gen. Als u geen vervangfilter hebt, kunt
u de oude filter wassen in water van
40°C met een zacht wasmiddel.
Goed laten drogen voordat hij weer
wor dt gemont eer d. Voor MB-
D(LE)410/412: de hoofdkraan dicht-
draaien. Het linker- of rechterdeksel
wegnemen.
Filter vervangen of schoonmaken. Dek-
sel goed vastmaken.
4.4.5 De dichtheid controleren
Aan beide kanten van het blok bevinden
zich, tussen de klepzittingen, aansluitin-
gen van 1/8" voor de drukaansluitingen.
– Controle van de dichtheid van de
klepzitting aan de ingang
De kamer tussen de klepzittingen ont-
luchten. Het apparaat om de druk te
meten op de pa-verbinding aansluiten
en nagaan of de druk toeneemt wan-
neer er een ingangsdruk is (toelaatba-
re lekkage: 20 mm C.E. in 5 min.)
– Controle van de dichtheid van de
klepzitting aan de uitgang
Controleren zoals onder "a" en dan de
afsluiter openen. De brander starten,
de afsluiter sluiten. 1 à 2 minuten
wachten tot de druk stabiel is (het
110
membraan van de regelaar stabili-
seert zich met een zekere vertraging).
Nagaan of de druk tussen de twee
klepzittingen constant blijft (toelaatba-
re lekkage: 20 mm C.E. in 5 min.)
– Met dichtheidscontroller
Het toestel aansluitingen op de R
1/8"verbindingen. De controllers van
de reeks VDK300 zijn speciaal ontwor-
pen voor de DUNGS Multiblocs.
4.5
REINIGING EN ONDERHOUD
Na afloop van het verwarmingsseizoen
moet de ketel absoluut gereinigd en
gecontroleerd worden waarbij u op de
volgende manier te werk moet gaan
(fig. 25):
– Schakel de stroomtoevoer naar de
schakelkast uit.
– Verwijder de deur van de mantel (2)
en de sokkel (1).
– Maak het bovenste voorpaneel (3)
los en maak dit aan de pennen daar-
onder vast.
– Verwijder de deksel (6).
– Draai de schroef waarmee elke
brander (7) bevestigd is eruit en
trek de brander uit de verbrandings-
kamer.
– Draai de schroeven waarmee het
bovens t e inwendige paneel (4)
bevestigd is eruit.
– Draai de schroeven waarmee de rei-
nigingsplaat (5) bevestigd is eruit.
– Maak de rookgasdoorvoeren met
een plastic borsteltje schoon.
– Ga na het schoonmaken hiervan ver-
der met het schoonmaken van de
branders en richt daarbij een straal
perslucht op de binnenkant van de
branders om ze schoon te blazen.
– Controleer of de elektroden op de
juiste manier geplaatst zijn en con-
troleer de mate van slijtage ervan.
– Maak de aansluitkoppeling op de
schoorsteen schoon en controleer
of het rookkanaal doelmatig is.
– Na de montage moeten alle gasaan-
sluitingen op dichtheid gecontroleerd
worden, gebruik daarbij een sopje of
speciale producten en vermijd uiter-
aard het gebruik van open vuur.
Het preventieve onderhoud en de
controle van de werking van de toe-
stellen en van de veiligheidssyste-
men mag uitsluitend door de erken-
de technische servicedienst ver-
richt worden.
4.6
STORINGEN IN DE WERKING
Ondanks het feit dat er spanning op
het bedieningspaneel is start de
ketel niet.
– Controleer of er gas naar de ketel
toegevoerd wordt.
– Controleer of de regel- en de veilig-
heidsthermostaten gesloten zijn.
– Er is geen gas bij de pressostaat.
– Verzeker u ervan dat het elektroni-
sche apparaat functioneert, vervang
dit eventueel.
De ketel gaat aan en gaat voortdurend
uit en dit gebeurt ook met het rode
lampje van de gaspressostaat.
– Controleer de spanningsdaling in de
Fig. 25