Nederlands
Werk
Hout
Boren
Staal
Aluminium
Kolomschroef
Drijven
Houtschroef
5. Aantrekkoppel en draaikoppel
Toepassing
Kolomschroef
Drijven
Houstschroef
Hout
Boren
Metaal
VOORZICHTIG
Bovenstaande voorbeelden in Tabel 2 kunnen als
standaard gezien worden voor de verschillende types
schroeven en materialen, alhoewel verschillende
schroeven en materialen
praktijk. Voor verschillende types dient het juiste
draaikoppel te worden gekozen.
6. Monteren en verwijderen van de boren
(1) Monteren van een boor/draaistuk
Steek de boor of het draaistuk enz. in de
snelspanboorhouder, pak de ring stevig vast en
houd deze op zijn plaats terwijl u de klembus naar
rechts draait (klokwaarts, van voren af gezien). (Zie
Afb. 8)
Mocht de klembus tijdens gebruik losraken, draai
hem dan nog iets vaster. Steviger aandraaien van
de klembus vergroot de kracht van het apparaat.
(2) verwijderen van een boor/draaistuk
Pak de ring stevig vast en houd deze op zijn plaats
terwijl u de klembus naar links draait (tegen de klok
in, van voren af gezien). (Zie Afb. 8)
VOORZICHTIG
Wanneer de klembus niet losgeschroefd kan worden,
dient u het gereedschap in een bankschroef vast
te zetten. Zet vervolgens de koppeling op 1–10 en
draai de klembus linksom terwijl u de koppeling
bediend.
OPMERKING
Er zit een kruiskopbit aan de zijkant van het apparaat.
Het bitje is te verwijderen door dit recht naar voren
te trekken. Vergeet niet het bitje na gebruik weer
stevig vast aan het apparaat te bevestigen.
26
All manuals and user guides at all-guides.com
Tabel 1
Gebruik een boor en dopsleutel die met de diameter van de
schroef overeenkomen
Bohrespitze of Hülse dem Schraubendurchschnitt verwnden.
Gebruik na het voorboren van gat
Tabel 2
Kapstand
LOW (laag toerental)
Voor schroevan met een
1 – 22
diameter van 4 mm of minder
Voor schroeven met een nominale
1 –
diameter van 5,5 mm of minder
Voor diameters van 18 mm
of minder (FDS9DVA)
Voor diameters van 21 mm
of minder (FDS12DVA)
Voor boren met een
staalboor
gebruikt worden in de
Suggesties
Kiezen van het toerental (kapstand)
Voor schroevan met een
diameter van 6 mm of minder
Voor schroeven met een nominale
diameter van 3,8 mm of minder
Voor diameters van 12
mm of minder
7. Kontroleer of de accu op de juiste manier aange-
bracht is.
8. Kontroleer de draairichting.
De boor draait rechtsom (van achteren gezien)
wanneer de R-kant van de omzetschakelaar ingedrukt
wordt.
De L-kant van de omzetschakelaar dient te worden
ingedrukt om de boor linksom te laten draaien. (Zie
Afb. 9).
(De
en de
markeringen zijn op de behuizing
aangebracht.)
VOORZICHTIG:
Zet de keuzeschakelaar altijd stevig in de ene of
de andere stand. Als de keuzeschakelaar niet duidelijk
genoeg is omgezet, zal de boor na inschakelen niet
gaan draaien.
9. Bediening van de schakelaar:
De boor gaat draaien wanneer aan de trekker
getrokken wordt. Wanneer de trekker wordt
losgelaten stopt de boor.
De draaisnelheid van de boor kunt u regelen door
in meer of mindere mate aan de trekschakelaar
trekt, is de snelheid laag en bij harder trekken wordt
de snelheid verhoogd.
OPMERKI NG
Een gezoem wordt gehoord als de motor begint te
draaien; dit is alleen geluid en duidt geen defekt
aan.
HIGH (hoog toerental)