• Stel uw elektrisch gereedschap niet bloot aan de
regen. Gebruik elektrische gereedschappen niet in
een natte of vochtige omgeving en niet in de buurt
van brandbare vloeistoffen.
• Bescherm de netkabel tegen beschadiging door
olie, oplosmiddelen en scherpe kanten.
• Hou uw werkplaats netjes.
• Vergewis u er zich van dat de schakelaar bij het
aansluiten op het stroomnet uitgeschakeld is.
• Draag de gepaste werkkledij. Draag geen wijde
kleding en geen sieraden. Draag bij lang haar een
haarnet.
• Gebruik voor uw eigen veiligheid enkel accessoires
en bijkomende toestellen van de fabrikant van het
gereedschap.
• Draag bij het slijpen, borstelen en snijden steeds
een veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en
een gehoorbeschermer.
• Controleer of het toerental vermeld op de slijpschijf
even groot of groter is dan het berekend toerental
van de slijper.
• Vergewis u ervan dat de afmetingen van de slijp-
schijf bij de slijper passen.
• Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de in-
structies van de fabrikant worden bewaard en ge-
hanteerd. Controleer de schijf vóór gebruik; geen
gebroken, gebarsten of anders beschadigde pro-
ducten gebruiken.
• Zorg ervoor dat er alleen slijpschijven en borstels
worden ingezet met een opgedrukt toerental dat
minstens zo hoog is als het op het typeplaatje van
het toestel vermelde toerental.
• Vergewis u zich ervan dat slijpgereedschappen
aangebracht zijn volgens de instructies van de fa-
brikant.
• Zorg ervoor dat tussenlagen worden gebruikt in-
dien die met het slijpmiddel ter beschikking worden
gesteld en vereist zijn.
• Zorg ervoor dat het slijpmiddel vóór gebruik cor-
rect wordt aangebracht en bevestigd. Laat het ge-
reedschap onbelast 5 minuten in een veilige stand
draaien. Onmiddellijk stoppen, indien er zich aan-
zienlijke slingerbewegingen voordoen of andere
gebreken worden vastgesteld. Indien zich deze
toestand voordoet, controleer de machine dan om
de oorzaak ervan te vast te stellen.
• Het elektrisch gereedschap nooit zonder de mee-
geleverde beschermkap gebruiken.
• Gebruik geen afzonderlijke verloopbus of adapter
om slijpschijven met een groot gat passend te ma-
ken.
• Zorg ervoor dat vonken, die tijdens het gebruik
worden opgewekt, geen gevaar veroorzaken, b.v.
personen treffen of ontvlambare stoffen doen ont-
branden.
• Gebruik altijd een veiligheidsbril en gehoorbe-
schermer; draag ook andere personen bescher-
mende uitrustingen zoals handschoenen, schort
en helm, indien nodig.
• Het werkstuk wordt door het slijpen warm.
www.scheppach.com /
[email protected] / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Let op! Gevaar voor brandwonden!
Laat het werkstuk afkoelen. Het materiaal kan
tijdens het slijpen uitgloeien, koel het werkstuk
tussendoor af als u het lang bewerkt.
• Gebruik geen koelmiddelen en dergelijke.
Bijzondere veiligheidsaanwijzingen
1. Vóór inbedrijfstelling van de slijpmachine dienen
de slijplichamen aan een klankproef te worden
onderworpen (intacte slijplichamen hebben een
heldere klank als u er lichtjes met een kunststof
hamer tegen slaat). Dit geldt eveneens als nieu-
we slijplichamen worden opgespannen (trans-
portschade). De machine moet zeker minstens
een vijftal minuten onbelast proefdraaien. Daar-
bij dient u uit de gevarenzone weg te gaan.
2. Er mogen enkel slijplichamen worden gebruikt
waarop de fabrikant, de wijze van binding, de
afmeting en het toelaatbare toerental staan ver-
meld.
3. Slijplichamen moeten op een droge plaats bij
zo constant mogelijke temperaturen worden be-
waard.
4. Voor het opspannen van de slijplichamen mogen
enkel de meegeleverde spanfl enzen worden ge-
bruikt.
5. Voor het opspannen van de slijplichamen mogen
enkel even grote en identiek gevormde spanfl
enzen worden gebruikt. De tussenlagen tussen
spanfl ens en slijplichamen moeten van elasti-
sche materialen zoals b.v. rubber, zacht karton
enz. zijn.
6. Het bevestigingsboorgat van de slijplichamen
mag niet achteraf door boren worden vergroot.
7. De werkstukhouders en de bovenste bijregelba-
re beschermende afdekkingen moeten zo dicht
mogelijk tegen het slijplichaam worden geplaatst
(afstand maximaal 2 mm).
8. Slijplichamen mogen niet zonder beschermin-
richting worden gebruikt. Daarbij mogen de vol-
gende afstanden niet worden overschreden:
• werkstuksteun/slijpschijf: max. 2 mm
• beschermende afdekking/sl jpschijf: max. 2 mm
9. Voordat u de dubbele slijper gebruikt, moeten de
beschermende houder, de werkstuksteun en de
blindering worden aangebracht.
10. Trek de netstekker uit het stopcontact alvorens
van slijpschijf te verwisselen.
11. De max. randsnelheid van de droge slijpschijf
bedraagt: 23,17 m/s m/s = (d x 3,14 x n) / (60 x
1000) d = diameter van de slijpschijf in mm, n =
motortoerental per minuut
12. Max. toelaatbare motorhuistemperatuur : 80°C
13. Voor werkbegin dient de slijpmolen d.m.v. 4 be-
vestigingsgaten in de grondplaat goed op de
werkbank enz. te worden vastgeschroefd.
14. De bijregeling van het vonkenscherm dient re-
gelmatig te gebeuren teneinde de slijtage van de
schijf te compenseren. Daarbij dient de afstand
tussen het vonkenscherm en de schijf zo klein
mogelijk te worden gehouden en mag die in geen
geval groter dan 2 mm zijn.
NL
91 / 152