Tabla de contenido
1
2
3
4
Montage van de basisdragers
Aanwijzing
De basisdragers zijn aan de linker onderkant van het draagprofi el telkens met
een sticker voor de voor- en achterkant gekenmerkt.
Bij montage van de basisdragers moet erop gelet worden, dat de stickers zich
aan de linker voertuigzijde bevinden.
Afbeelding 1
1.
Alle vier afdekkappen ontgrendelen en wegnemen.
2.
Telkens de spanklem -2- met de momentsleutel zover openen, tot een
lichte weerstand merkbaar wordt. Niet verder draaien!
Afbeelding 2
1.
Montagehulp -1- zoals weergegeven, aan beide voertuigzijdes binnen de
markeringen -3- op de rubberafdichting inschuiven en onder de voorste
bevestigingspunten -2- positioneren.
2.
Dak in het bereik van de oplegvlakken grondig reinigen.
Afbeelding 3
1.
Voorste basisdrager in montagepositie brengen en telkens de
spanklem -1- tot aanslag op de opsluitbout -2- drukken.
De spanklem -1- niet verschuiven, de opsluitbout moet in het bereik van de
opening (vergrootglas) gepositioneerd zijn.
2.
Verwijder de montagehulp en herhaal de procedure aan de
tegenoverliggende zijde.
De montage van de achterste basisdrager vindt op dezelfde manier plaats.
Afbeelding 4
1.
Basisdrager telkens zo uitlijnen, dat beide steunvoeten -3- gelijkmatig
tegen de dakrand zitten (vergrootglas, pijl) De eindpositie wordt door het
vastmaken van de drager bereikt.
2.
Spanschroeven telkens met de momentsleutel -2- licht aantrekken.
3.
Spanschroeven met momentsleutel -2- afwisselend aan de linker en
rechter kant in 2 stappen met 4 Nm aandraaien. Het bereiken van het
vereist draaimoment wordt door een hoorbaar "knak"-geluid weergegeven
- niet verder draaien!
4.
Telkens de afdekkap aanzetten en afsluiten.
Aanwijzing
Overschrijdt niet de maximumdraaglast van 65 kg en trek de spanschroeven
nooit meer dan 4 nm aan.
Vaster aangetrokken spanschroeven kunnen het voertuig beschadigen.
Hierdoor ontstane beschadigingen vallen uit de garantie. De steunvoet mag
niet boven de dakkant uitsteken.
WAARSCHUWING
Door ondeskundige montage of gebruik van de gronddrager kan deze
van het voertuig vallen en een ongeval of zwaar lichamelijk letsel
veroorzaken.
•
Zorg er altijd voor dat alle schroeven en klemmen vóór elke rit en
in elke pauze van een lange reis deskundig zijn gemonteerd en
correct zijn aangedraaid. Controleer het systeem en haal, indien
nodig, alle schroeven aan.
•
Bij het rijden op slechte wegen of op heuvelachtig of bergachtig
terrein moeten alle verbindingen regelmatiger worden
gecontroleerd, bijvoorbeeld in pauzes gedurende een lange reis.
•
Monteer speciale houders voor voorwerpen zoals fietsen, ski's,
surfboards, enz. altijd vakkundig.
•
Gebruik nooit gordels of andere bevestigingsmiddelen die
beschadigd, niet sterk genoeg of ongeschikt zijn om voorwerpen
op een gronddrager te bevestigen.
Voor de montage van de opbouwdelen en verwijdering van de basisdrager zie
pagina 29.
NL
NL
19
Tabla de contenido
