6.3 ALARMTABEL
DISPLAY BERICHT
BESCHRIJVING
Alarm geen water,
A01
provisorisch
Alarm geen water,
A02
definitief
A03
Alarm drukomvormer
6.4 FOUTENTABEL
DISPLAY BERICHT
BESCHRIJVING
E00
Geen gebeurtenis.
Algemene fout
E01
(in geheugen)
E02
Tijdelijke externe fout
Definitieve externe
E03
fout
E04
Communicatiefout
E05
Overstroomfout
Tijdelijke
E06
onderspanningsfout
Definitieve
E07
onderspanningsfout
De tijdelijke foutconditie ' g een water' doet
zich voor als er geen water meer is en het
herstartmechanisme
geactiveerd. De module wacht op een nieuwe
start om te proberen om de fout automatisch
te herstellen.
Deze conditie doet zich voor wanneer er geen
water is en het automatische herstartsysteem
niet is geactiveerd of als het ingestelde aantal
pogingen tot een herstart zijn gedaan zonder
erin te slagen de werking van het systeem te
herstellen. Deze alarmconditie sluit het contact
J3 op de vermogenskaart voor de eventuele
externe signalering (alarmlamp, sirene, enz.)
Deze signalering doet zich voor wanneer de
controlekaart het signaal van de drukomvormer
niet kan detecteren.
Verschijnt in het foutenoverzicht als er geen
fouten te signaleren zijn.
Deze foutconditie doet zich voor bij:
•
Interne fout module
•
Overtemperatuur module vermogen
•
Defecte pomp
De externe foutconditie wordt veroorzaakt door
een probleem op de vermogensmodule. Tijdens
de toestand EXTERNE FOUT is de module niet
werkzaam.
De definitieve externe foutconditie doet zich
voor als de tijdelijke foutconditie 5 maal is
herhaald.
Deze foutconditie doet zich voor wanneer de
controlekaart niet met het vermogensdeel kan
communiceren.
Deze alarmconditie sluit het contact J3 op de
vermogenskaart voor de eventuele externe
signalering (alarmlamp, sirene, enz.)
Deze fout doet zich voor wanneer de door de
module opgenomen stroom drie maal hoger
is dan de nominale stroom. Deze conditie kan
worden veroorzaakt door de blokkering van de
pomp door vreemde voorwerpen.
Deze alarmconditie sluit het contact J3 op de
vermogenskaart voor de eventuele externe
signalering (alarmlamp, sirene, enz.)
Deze foutconditie doet zich voor wanneer de
voedingsspanning 10% lager is dan de nominale
spanning (230V). Deze alarmconditie sluit het
contact J3 op de vermogenskaart voor de
eventuele externe signalering (alarmlamp,
sirene, enz.).
De definitieve onderspanningsfout doet zich
voor als de tijdelijke foutconditie 5 maal is
herhaald.
WERKZAAMHEID
Controleer het waterpeil in de eerste opvangtank
of de druk van het waterleidingnet. Wacht op de
geprogrammeerde poging tot een herstart of druk
op de START/STOP-knop om het systeem handmatig
te starten.
Controleer het waterpeil in de eerste opvangtank of de
druk van het waterleidingnet.
Druk op de START/STOP-knop om het systeem
handmatig te starten.
Controleer of de drukomvormer correct is
aangesloten.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum, als de fout zich opnieuw voordoet.
WERKZAAMHEID
Druk op de START/STOP-toets om te proberen deze
foutconditie af te sluiten. Neem contact op met de
technische dienst als de fout aanhoudt.
In deze foutconditie probeert de module na 5 minuten
de normale werking te herstellen. Dit proces wordt tot
vijf keer herhaald.
Druk op de START/STOP-toets om te proberen deze
foutconditie af te sluiten. Neem contact op met de
technische dienst als de fout aanhoudt.
Druk op de START/STOP-toets om te proberen deze
foutconditie af te sluiten. Neem contact op met de
technische dienst als de fout aanhoudt.
Sluit de voedingsspanning af en wacht tot de led
LINE uitgaat en zet het systeem daarna weer onder
spanning.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum, als de foutconditie zich opnieuw
voordoet.
Sluit de voedingsspanning af en wacht tot de led LINE
uitgaat. Controleer of de pomp vrij kan draaien en
neem eventuele vreemde voorwerpen die een correcte
werking verhinderen weg.
Zet het systeem weer onder spanning.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum als de fout aanhoudt.
Druk op de START/STOP-knop of sluit de
voedingsspanning af tot de led LINE uitgaat en zet het
systeem daarna weer onder spanning om het opnieuw
te starten.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum, als de fout zich weer voordoet.
NL
115