Veiligheidsvoorschriften
type series plus
Minimale belasting (kg)
Toegestane omgevingstemperatuur
* conform EN 12385-4 (kabelklasse 6x19 / 6x19 M / 6 x19W - / WRC)
** conform DIN EN 13157 (7-voudige veiligheid voor de band vereist)
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP!
Gevaar door losschieten van de rem!
De lastdrukrem kan losschieten bij
schokkende bewegingen. Lier niet ge-
bruiken om lasten te borgen! Slinger niet
verwijderen onder belasting!
Levensgevaar! - Nooit onder hangende las-
ten gaan staan!
Gevaar voor ongevallen! - Bij langdurig neer-
laten van lasten kan het remsysteem overver-
hit raken. Koelpauzes houden!
Maximale neerlaatduur afhankelijk van
de belasting 2 - 5 minuten.
Uitsluitend kabels gebruiken waarbij de haak
met behulp van een geperste kabellus met
de kabel verbonden is. Eindaansluitingen vol-
gens EN 13411-3 met kabelkousen volgens
13411-1.
Voor zover in de hierboven vermelde
EN-normen niet anders is aangegeven,
moeten de eindkoordverbindingen een
trekkracht van minstens 85% van de on-
dergrens voor breukbelasting van het ko-
ord weerstaan zonder te breken.
Haken en verbindingsmiddelen (triangels)
moeten bij kabels en banden een 4-vou-
dige veiligheid bieden. Bij statische belasting
met 2-voudige nominale belastbaarheid mag
geen blijvende vervorming optreden. Bij 4-
voudige statische belasting is een buiging of
vervorming toegestaan, maar moet de lading
nog vastgehouden worden (zie 13157). Als
alternatief kan een haak conform EN 1677-2
met gegarandeerd draagvermogen worden
gebruikt.
Scherpe randen! Gevaar voor schuren, be-
knelling, snijden. Altijd werkhandschoenen
dragen.
Bij gebruik van een band dient de vereiste
breukkracht in acht te worden genomen.
352 921_c
351
501
25 kg
25 kg
- 20° tot + 50°C
De breukbelasting van de gehechte
band moet minstens het 7-voudige van
de aangegeven trekkracht in de onderste
kabellaag bedragen.
Kabels/banden niet aan elkaar vastknopen.
Banden niet in contact brengen met zuren of
logen.
Banden door middel van een afdekking be-
schermen tegen vocht en continue bestraling
door de zon.
De trekkrachten die in de technische gege-
vens worden vermeld, mogen niet overschre-
den worden.
Bij het heffen van een vrij hangende last die ti-
jdens het heffen kan gaan draaien, altijd spe-
ciale banden gebruiken die niet of nauwelijks
draaien!
MONTAGE
Slinger monteren
ADVICE
De slinger dient minstens een ¼ omwen-
teling naar links gedraaid te kunnen wor-
den zonder dat de aandrijfas resp. de ka-
beltrommel beweegt!
Voor het vastdraaien de momentsleutel
gebruiken! Draaimoment 20 Nm.
Typ 351 Plus, 501 Plus, 901 Plus, - Standard
1. Zeskantbout, veerring en schijf van de aand-
rijfas verwijderen (1-1).
2. De bandtrommel blokkeren en de slinger/slin-
germoer er helemaal opdraaien.
3. Veer ring en schijf invoegen (2-1).
4. De bout linksom handvast indraaien (2-1).
5. De slinger/slingermoer blokkeren en de bout
met een momentsleutel vastzetten.
6. Controleren of de slinger/slingermoer kan be-
wegen.
7. Afdekkap plaatsen (2-2).
Type 901 Plus D - dubbele slinger
1. Slinger op de aandrijfas plaatsen (3-1).
2. Spanstiften monteren.
901D
901
25 kg
25 kg
1201
25 kg
19