Procedures Vóór De Start - Stanley DN 55/8/5 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 23
afgesloten wordt wanneer de temperatuur te hoog
is. De motor start automatisch opnieuw wanneer de
normale temperatuurcondities hersteld zijn.
● Wanneer de compressor op een stroomgenerator
aangesloten is en de drukschakelaar in de stand
"ON" (Aan) staat, zal de compressor automatisch
de cylcus uitvoeren.
– Raak nooit onderdelen in beweging aan.
– Houd alle lichaamsdelen, haar, kleding en juwelen
ver van onderdelen in beweging.
– Bedien de luchtcompressor niet wanneer alle
schermkappen en beschermende afdekkingen niet
N
op hun plaats staan.
– Ga nooit op de compressor staan.
L
● De compressor is uitgerust met een veiligheidsventiel
2. KENMERKEN (Afb. 1-2-3)
A. Drukschakelaar: De drukschakelaar is het
activeringsmechanisme dat gebruikt wordt om de
compressor te starten en stil te leggen. Wanneer
de schakelaar op "On" staat, drukken de motor
en de pomp lucht samen totdat de reservoirdruk
de bovenlimiet van de in de fabriek ingestelde
bedrijfsdruk bereikt. Wanneer de reservoirdruk
minder bedraagt dan de in de fabriek ingestelde
"inschakel"druk, begint de compressor automatisch
opnieuw lucht samen te drukken.
B. Reservoirdrukmeter: De reservoirdrukmeter geeft
de luchtdruk in het reservoir aan in PSI (en BAR).
C. Geregelde drukmeter: De geregelde drukmeter geeft
de hoeveelheid druk aan die in de afvoerlijn toegestaan
is volgens de instelling van de regelinrichting.
D. Regelknop: De regelknop wordt gebruikt om de
luchtdruk die in de afvoerlijn toegestaan is in te
stellen. De afvoerluchtdruk verhoogt als de knop in
wijzerzin gedraaid wordt en verlaagt als de knop in
tegenwijzerzin gedraaid wordt.
E. Aftapklep: Kogelklep die vocht uit het reservoir
afvoert wanneer hij geopend wordt.
F. Snelkoppeling: De snelkoppeling wordt gebruikt
om de luchtleiding op uw gereedschap te sluiten.
G. Veiligheidsventiel: Het veiligheidsventiel wordt
ingesteld over overmatige onderdrukzetting van de
luchtreservoirs te voorkomen. Dit ventiel wordt in de
fabriek afgesteld op 8 bar (116 PSI) en werkt eerst als
de reservoirdruk deze druk bereikt. Tracht niet deze
veiligheidsinrichting te verstellen of te elimineren.
Elke aanpassing van dit ventiel kan ernstig letsel
veroorzaken. Raadpleeg een bevoegd servicecentrum
dat ingeschakeld wordt bij slechte werking van de
drukschakelaar om de machineveiligheid te garanderen.
● Tijdens het aansluiten van een pneumatisch
gereedschap op een buis met perslucht die door de
compressor wordt geleverd, moet de luchtstroom die
uit deze buis komt absoluut afgesloten zijn.
● Het gebruik van perslucht voor de verschillende
toepassingen
die
pneumatische gereedschappen, lakspuiten, wassen
met reinigingsmiddelen uitsluitend op waterbasis
enz.) veronderstelt kennis en inachtneming van de
voorschriften die voor de afzonderlijke gevallen gelden.
● Overschrijd nooit de toegestane maximumdruk,
aanbevolen door de fabrikant, van een hulpstuk of een
accessoire dat u samen met de compressor gebruikt.
als het nodig is de inrichting te controleren of
onderhoudswerkzaamheden erop uit te voeren.
3. TOEPASSINGSGEBIED
De compressor dient voor de persluchtopwekking voor
pneumatisch gereedschap.
Wij
wijzen
erop
overeenkomstig hun bestemming niet geconstrueerd zijn
voor commercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik.
Wij geven geen garantie indien het gereedschap in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede bij gelijk
te stellen activiteiten wordt gebruikt.
De machine mag slechts voor werkzaamheden worden
gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk ander verder gaand
gebruik is niet reglementair. Voor daaruit voortvloeiende
schade of verwondingen van welke aard dan ook is de
gebruiker/bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
4. NETAANSLUITING
De compressor is voorzien van een netkabel met
veiligheidsstekker. Deze kan worden aangesloten
op elk veiligheidsstopcontact 230 V ~ 50 Hz dat
beveiligd is door een zekering van 16 ampère.
Alvorens het apparaat in gebruik te nemen dient
u er zich van te vergewissen dat de netspanning
overeenkomt met de bedrijfsspanning vermeld op het
kenplaatje van het apparaat. Lange toevoerleidingen
alsmede verlengkabels, kabeltrommels enz. leiden tot
spanningsverlies en kunnen het starten van de motor
beletten. Bij temperaturen onder +5°C start de motor
eventueel moeilijk ten gevolge van stroefheid.
5. PROCEDURES VÓÓR DE START
● Controleer het toestel op transportschade. Eventuële
32
mogelijk
zijn
(opblazen,
dat
onze
gereedschappen
Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Tabla de contenido