Namen En Termen In Verband Met De Telescopische Kettingzaag - Oregon PS250 Manual De Instrucciones

NAMEN EN TERMEN IN VERBAND MET
DE TELESCOPISCHE KETTINGZAAG
NAMEN EN TERMEN IN VERBAND MET DE
TELESCOPISCHE KETTINGZAAG
Uitlijnflens: het uitsteeksel op het handvat
van de kettinggeleider dat in de sleuf van de
kettinggeleider past
Automatisch smeersysteem: het systeem dat de
kettinggeleider en de zaagketting automatisch
smeert
Handvat van de kettinggeleider: het montage-
handvat op de zaagkop dat ervoor helpt te
zorgen dat de kettinggeleider goed uitgelijnd
is
Sleuf van de kettinggeleider: het uitgesneden
gedeelte van de kettinggeleider dat op de
uitlijnflens en het montagetapeind past
Zaagbladkap: de plastic kap die de ket-
tinggeleider en de zaagketting beschermt
wanneer de telescopische kettingzaag niet
wordt gebruikt
Takverwijderhaak: een gebogen metalen
onderdeel op het uiteinde van de zaagkop
waarmee loshangende dikke takken van de
bomen kunnen worden getrokken
Veiligheidszone omstanders: een 6 m grote
cirkel rond de bediener van de telescopische
kettingzaag waar zich geen gevaren om te
struikelen, omstanders, kinderen en huisdieren
mogen bevinden
Kettingmaat: de dikte van de aandrijfschakel
van de zaagketting, die wordt aangeduid door
het onderdeelnummer dat op de aandrijf-
schakels gestampt is
Kettingsteek: de afstand tussen eender welke
drie klinknagels op de zaagketting, gedeeld
door twee Deze waarde wordt aangeduid
door het onderdeelnummer dat op de
aandrijfverbindingen gestampt is
Vuildeflector: een plastic goot op de zaagkop,
die stof en houtsplinters tijdens het zagen
wegleidt van de bediener van de telesco-
pische kettingzaag
Dieptemeter: een gereedschap dat tijdens
het slijpen bovenop de zaagketting wordt
geplaatst en ervoor zorgt dat de zaagdiepte op een correcte manier wordt ingesteld
Aandrijfschakel: de vinvormige schakel van
de zaagketting die in de groef op de ketting-
geleider past
Aandrijfkettingwiel: het getande onderdeel dat
de zaagketting aandrijft
Telescopische steel: de steel tussen de aandri-
jfkop en de zaagkop, die kan worden verlengd
zodat de bediener ook bij dikke takken hoger
in de bomen kan
360
OREGON® Cordless Tool System
TELESCOPISCHE KETTINGZAAG MODEL PS250
Verlengingsbeugel: een draaiend plastic
onderdeel op de telescopische steel dat wordt
losgezet wanneer de steel moet worden
verlengd en vastgezet om de telescopische
steel vast te zetten
Vijlgeleider: een gereedschap dat er, in
combinatie met de juiste zaagkettingvijl, voor
zorgt dat de messen van de zaagketting onder
de juiste hoek worden geslepen
Kettinggeleider: een railstructuur die de
zaagketting ondersteunt en geleidt Soms
wordt dit onderdeel eenvoudigweg de
'geleider' genoemd
Harnas: een veiligheidsvoorziening die door
de bediener wordt gedragen en die met
de telescopische kettingzaag verbonden is
en helpt om het gewicht van het toestel te
verdelen
Motorbehuizing: de plastic beschermhuls
waarin de telescopische steel tijdens de
assemblage wordt gemonteerd
Aandrijfkop van de telescopische kettingzaag:
een telescopische kettingzaag zonder de
telescopische steel, de zaagketting of de
kettinggeleider
Achterste handgreep: de steunhandgreep op of
vlakbij de achterkant van de zaag
Zaagketting: een kettinglus met snijdende tan-
den die hout zaagt, door de aandrijfkop wordt
aangedreven en door de kettinggeleider
wordt ondersteund Soms wordt dit onderdeel
eenvoudigweg de 'ketting' genoemd
Zijdeksel: het plastic deksel op de zaagkop
boven het aandrijfkettingwiel en de
spanschroef
Spanpen: het metalen onderdeel dat met de
spanschroef verbonden is en dat in het gat in
de kettinggeleider past
Spanschroef: het onderdeel met schroefdraad
in de zaagkop waarmee de spanning van de
zaagketting kan worden ingesteld
Trekkervergrendeling: een beweegbare stop
die voorkomt dat de trekkerschakelaar per
ongeluk wordt ingeschakeld tot hij manueel
wordt geactiveerd
Trekkerschakelaar: een voorziening waarmee
u de telescopische kettingzaag kunt in- en
uitschakelen
Slijtageonderdelen: onderdelen zoals de
zaagketting en de kettinggeleider die tijdens
het gebruik slijten en die door de gebruiker
kunnen worden vervangen
AE 0414 - F/N 563398