Mogelijkheden
voor afvoer van de
warme lucht
Mobiele installatie
58
Het apparaat koelt de kamerlucht en ontvochtigt
deze tegelijkertijd- en zorgt zo voor een
aangenamer klimaat in de kamer.
Indien het apparaat wordt uitgeschakeld
vanwege de thermostaat, zal het automatisch
weer in werking treden zodra de
omgevingstemperatuur 2°C is gestegen!
Het condenswater dat ontstaat wordt naar buiten
afgevoerd via de condenswaterslang en wordt
verneveld door de condensor, waarna het
verdampt.
Het water laten weglopen via de afvoerslang die
aan de onderkant van het apparaat aangesloten
is.
Bij een overmatige luchtvochtigheid verzamelt
het condenswater zich in een reservoir in het
binnendeel. Wanneer een bepaalde piekwaarde
wordt bereikt, gaat het waarschuwingslampje
knipperen om aan te geven dat het
condenswater-reservoir moet worden
leeggemaakt.
Het apparaat eerst uitzetten en 10 minuten
wachten om het opnieuw inschakelen van de
veiligheidssystemen mogelijk te maken. Daarna
te werk gaan volgens hetgeen verderop is
aangegeven in het hoofdstuk "Ontvochtiging".
Uitblaasmond aansluiten op de luchtafvoerslang.
Het raam een klein beetje openzetten en de
uitstromingsmof voor de lucht tussen de
raampost en het raamkozijn plaatsen. In geval
van ramen met een dubbele raampost, de
uitstromingsmof tussen de linker- en
rechterraampost plaatsen.
Raam zover mogelijk sluiten en met het
bevestigingsbandje en de raamzuiger vastzetten.