10.1
Module-adressen
Schakelaar op de relaismodule
Afb. 8
0
1
1
0
0
1
1
0
AANWIJZING
i
i
Als een I/O-module is geïnstalleerd, dan moet de adressering op de relaismodule 1
tot 3 (in de software 4 tot 6) zijn.
Het op de relaismodule ingestelde configuratieadres moet altijd overeenkomen met
het betreffende door de configuratiesoftware toegewezen adres.
Dräger REGARD 2400/2410
0
1
Adres
0
4
1
0
5
1
1
6
0
1
7
0
0
1
Configuratie voor 1 relaismodule
Configuratie voor 2 relaismodules
Configuratie voor 3 relaismodules
Configuratie voor 4 relaismodules
Relaismodule
01033025_01.eps
111