Voordat u een voorwerp verwijdert
LET OP:
dat het snijblad blokkeert, trekt u handschoenen
aan en koppelt u het verlengsnoer los van het
stopcontact.
Als het gemaaide gras of vuil zich heeft opgehoopt
aan de binnenkant van het maaidek, stopt de machine
automatisch om de motor te beschermen (overstro-
omrelais). In dat geval trekt u de stekker van het ver-
lengsnoer uit het stopcontact, verwijdert u vervolgens
het materiaal dat de verstopping heeft veroorzaakt, en
laat u de machine gedurende enkele minuten afkoelen
voordat u de machine weer inschakelt.
OPMERKING: Het overstroomrelais kan in werking
treden wanneer nat of lang gras verstrikt raakt bin-
nenin het maaidek.
BEDIENING
Maaien
WAARSCHUWING:
dert u alle takken en stenen van het te maaien
terrein. Bovendien kunt u beter ook van tevoren
alle onkruid uit het te maaien grasveld wieden.
► Fig.27
WAARSCHUWING:
altijd een beschermende bril of een veiligheidsbril
met volledig gesloten zijkantbescherming.
Als gemaaid gras of vreemde voor-
LET OP:
werpen de binnenkant van het maaidek verstop-
pen, moet u de stroom uitschakelen en daarna de
stekker van het verlengsnoer uit het stopcontact
trekken. Voordat u het gras of een vreemd voor-
werp verwijdert, trekt u handschoenen aan.
LET OP:
Vergeet niet de grasmand of het
mulch-hulpstuk aan te brengen wanneer u de
machine gebruikt.
KENNISGEVING:
Gebruik deze machine alleen
voor het maaien van een gazon. Maai geen
onkruid met deze machine.
Houd bij het maaien de handgreep met beide handen
stevig vast.
► Fig.28
De richtlijn voor de maaisnelheid is ongeveer één meter
per vier seconden.
► Fig.29
Begin te maaien bij het stopcontact om er zeker van te
zijn dat het verlengsnoer geen obstakel vormt.
► Fig.30: 1. Stopcontact 2. Verlengsnoer
Zorg ervoor dat het verlengsnoer niet onder de machine
komt of eronder verstrikt raakt.
► Fig.31
► Fig.32
Voor het maaien verwij-
Draag bij het maaien
De middellijnen van de voorwielen kunnen worden
gebruikt als richtlijn voor de maaibreedte. Gebruik
de middellijnen als richtlijn bij het maaien in banen.
Overlap elke baan met de helft of een derde van de
breedte van de vorige baan om het gazon gelijkmatig
te maaien.
► Fig.33: 1. Maaibreedte 2. Overlapping 3. Middenlijn
Verander de maairichting bij elke baan om te voorko-
men dat het graspatroon in één richting wordt gevormd.
► Fig.34
Controleer regelmatig het gemaaide gras in de gras-
mand. Leeg de grasmand voordat deze vol raakt.
Vergeet niet de machine uit te schakelen voorafgaand
aan elke periodieke controle.
OPMERKING: Als u de grasmaaier gebruikt met een
volle grasmand kan het snijblad niet soepel draaien,
hetgeen de motor overmatig belast, waardoor de
kans op defecten toeneemt.
Maaien van erg lang gras
Probeer niet om lang gras in één keer te maaien. Maai
in plaats daarvan het gazon in meerdere maaibeurten.
Laat een dag of twee tussen de maaibeurten, tot het
gazon gelijkmatig kort is.
► Fig.35
OPMERKING: Als u erg lang gras in één keer hele-
maal kort maait, kan het gras afsterven. Tevens kan
de binnenkant van het maaidek verstopt raken door
het gemaaide gras.
Randen maaien
Wanneer u de randen van het gazon maait, zorgt u
ervoor dat de linkerkant van de machine langs de rand
loopt, en vervolgens rijdt u met de machine langs de
rand van het gazon.
► Fig.36
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
houdswerkzaamheden uitvoert, trekt u de stekker
van het verlengsnoer uit het stopcontact en con-
troleert u of het snijblad volledig tot stilstand is
gekomen.
Draag altijd handschoenen tijdens
LET OP:
het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle repara-
ties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd
door een erkend Makita/Dolmar-servicecentrum of het
fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruikmaking
van originele Makita/Dolmar-vervangingsonderdelen.
50 NEDERLANDS
Voordat u de onder-