Afbeelding 3: TOUW PLAATSEN
Om het touw in het afdaalapparaat te plaatsen, drukt u op
de openingsknop en schuift u tegelijkertijd de zijkanten
van de behuizing uit elkaar (afbeelding 3a). Steek het
touw in de gleuf tussen de excenter en de lijngeleider en
leid het rond de excenter. Het onderste vrije uiteinde van
het touw moet tussen de twee klemelementen uit het
apparaat
komen
(afbeelding
3b).
Schuif
de
behuizingsdelen (1a/1b) weer samen. Het apparaat is
pas overeenkomstig de voorschriften gesloten wanneer
de openingskop het bovenste deel van de behuizing
blokkeert (afbeelding 3c). Het afdaalapparaat kan met
een karabijnhaak (EN 362 of ANSI Z359.12) worden
bevestigd aan het buik- of borstoog van het
veiligheidsharnas (afbeelding 6) of aan een ankerpunt
(verankeringspunt) (afbeelding 8a). Onjuiste invoer van
het touw wordt gedeeltelijk voorkomen door de vorm van
het excenter (7) (afbeelding 3d). Raadpleeg de symbolen
en schetsen aan de zijkanten van de behuizing voor een
beter begrip.
Afbeelding 4: WERKINGSPRINCIPES
Sirius beschikt over een eenrichtingsvergrendeling van
het touw.
Onder last wordt de excenter gedraaid door de wrijving
van het touw om het touw tegen het vaste klemelement
te duwen. Om de greep op het touw geleidelijk los te
laten, ontgrendelt u de greep door op de veiligheidspal
te drukken en deze te draaien (houd altijd het vrije
uiteinde van het touw vast). Bij te ver draaien (bijv. een
paniekreactie) klikt het apparaat in de tweede stop (anti-
paniek-stop) vast. Wanneer u de greep loslaat, keert het
automatisch terug naar de parkeerpositie.
In de andere richting beweegt het touw relatief
ongehinderd.
62