THERMOBILE ISA 65 Manual Del Usuario página 12

4
Zorg dat de stroom is ingeschakeld en
de brandstoftank vol is, voordat u begint
met storingzoeken. 5
6
6.1 Tabel storingzoeken
/i
Storing
7
De 1 8
heteluchtkachel
start niet.
2
9
3
10
4
11
5
6
12
13 7
8
De brander start, 14
maar er wordt
15
geen vlam
9
gevormd.
16
10
11
17
Storing
18
De brander start, 19
12
maar er wordt
geen vlam
13
gevormd.
12
De brander start, 14
maar er wordt
15
20
geen vlam
gevormd.
21
16
22
17
18
23
12
24
12
25
De ruimtethermostaat is niet goed
ingesteld.
De ruimtethermostaat is kapot.
Er zit geen afdekkapje op de
thermostaataansluiting.
Oorzaak
De brandstofpomp zit vast.
De thermostaat heeft de De heteluchtkachel heeft geen
heteluchtkachel gestopt stroom.
(maximaalthermostaat).
Het branderrelais werkt niet: de
De sensor van de thermostaat is lamp brandt.
defect. Het display toont foutcode
Er is een storing in de
"Sbr".
branderautomaat.
De thermostaat is defect.
De ruimtethermostaat is niet goed
De hoofdmotor is overhit. ingesteld.
De ruimtethermostaat is kapot.
Er zit geen afdekkapje op de
De condensator van de thermostaataansluiting.
brandermotor is kapot.
De ruimtethermostaat bevindt De brandstofpomp zit vast.
zich in een warmeluchtstroom.
De thermostaat heeft de
De pompkoppeling is defect. heteluchtkachel gestopt
(maximaalthermostaat).
De pompdruk is niet juist of het
De sensor van de thermostaat is filter in de pomp is verstopt.
defect. Het display toont foutcode
"Sbr".
Het brandstoffilter is verstopt.
De thermostaat is defect.
De hoofdmotor is overhit.
De afsluiter van het brandstoffilter
is dicht.
Oorzaak
De brandstoftank is leeg.
De brandstofpomp heeft te veel
De condensator van de
vacuüm.
brandermotor is kapot.
De ruimtethermostaat bevindt
40.019.003 - rev. 06 - 2011
zich in een warmeluchtstroom.
De pompkoppeling is defect.
De pompdruk is niet juist of het
De verstuiver is verstopt of
filter in de pomp is verstopt.
versleten.
De elektroden zijn versleten of de
Het brandstoffilter is verstopt.
afstelling is niet juist.
De magneetklep opent niet.
De afsluiter van het brandstoffilter
is dicht.
De brandstoftank is leeg.
De fotocel is vuil of defect.
40.019.003 - rev. 06 - 2011
De luchtinlaatklep van de brander
is verkeerd afgesteld.
40.021.073-rev00-2014
De afstelling van de
verstuiverhouder en/of de
stuwplaat zijn onjuist of vervuild.
De elektrische stroom uitschakelen
Corrigeer de instelling.
tijdens reparaties!
Thermostaat vervangen.
Plaats de kap als de
ruimtethermostaat niet wordt
gebruikt.
Oplossing
Vervang de brandstofpomp.
Controleer (en corrigeer) de Elektrische aansluiting
luchtstroom. controleren.
Stel de thermostaat opnieuw af.
Druk de resetknop van de
branderautomaat in. Vervang de sensor.
Vervang de branderautomaat.
Thermostaat vervangen.
Corrigeer de instelling.
Controleer de luchtinlaat.
Test de motor en vervang indien Thermostaat vervangen.
nodig.
Plaats de kap als de
Vervang de condensator. ruimtethermostaat niet wordt
gebruikt.
Breng de ruimtethermostaat aan Vervang de brandstofpomp.
buiten deze warmeluchtstroom.
Controleer (en corrigeer) de
luchtstroom. Vervang de pompkoppeling.
Stel de thermostaat opnieuw af.
Reinig het pompfilter. Stel de
pompdruk af met behulp van een Vervang de sensor.
manometer.
Reinig het brandstoffilter of
Thermostaat vervangen.
vervang het.
Controleer de luchtinlaat.
Open de afsluiter.
Test de motor en vervang indien
Oplossing
Vul de tank. nodig.
Reinig of vervang het
Vervang de condensator.
hoofdbrandstoffilter.
Controleer de aanzuigleiding op
Breng de ruimtethermostaat aan
verstoppingen.
buiten deze warmeluchtstroom.
Controleer het vacuum met een
Vervang de pompkoppeling.
vacuümmeter.
Reinig het pompfilter. Stel de
Vervang de verstuiver.
pompdruk af met behulp van een
manometer.
Reinig of vervang de elektroden
Reinig het brandstoffilter of
(Fig. 10).
vervang het.
Controleer de elektrische
Open de afsluiter.
aansluiting. Als de magneetspoel
bekrachtigd wordt, moet er een
"klik" te horen zijn.
Vul de tank.
Reinig of vervang de
magneetklep.
Controleer en reinig het glas.
Reinig de fotocel.
Reinig de stuwplaat.
Test de fotocel en vervang indien
nodig.
Controleer de luchtinlaatklep.
Meet het CO -gehalte en de
2
hoeveelheid roet.
Corrigeer de afstelling van de
verstuiverhouder en de
stuwplaat.
Reinig de verstuiver en de
stuwplaat.
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
NEDERLANDS
Actie
Dealer
Gebruiker Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Dealer
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Dealer Dealer
Gebruiker
Dealer
Dealer Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Dealer
Dealer
Gebruiker
Dealer
Nederlands
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Actie
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Dealer
Gebruiker
IMA
Dealer
Dealer
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Gebruiker
Dealer
Gebruiker
IMA
Dealer
Dealer
ISA 65
Dealer