Aluminiumprofielen zagen
► Fig.34: 1. Spanschroef 2. Vulblok 3. Geleider
4. Aluminiumprofiel 5. Vulblok
Als u een aluminiumprofiel wilt vastklemmen in de span-
schroef, maakt u gebruik van vulblokken of stukken
afvalhout, zoals aangegeven in de afbeelding, om te
voorkomen dat het aluminiumprofiel vervormt. Gebruik
snijolie als smeermiddel bij het zagen van een alumini-
umprofiel om te voorkomen dat aluminiumslijpsel zich
op het zaagblad ophoopt.
LET OP:
Probeer nooit dikke aluminiumpro-
fielen of ronde aluminiumpijpen te zagen. Dikke
aluminiumprofielen kunnen losschieten tijdens het
zagen en ronde aluminiumprofielen kunnen niet
stevig worden vastgeklemd in dit gereedschap.
Houten bekleding
WAARSCHUWING:
hulpstuk aan de geleider met behulp van schroe-
ven. De schroeven moeten zodanig worden
gemonteerd dat de schroefkoppen onder het
oppervlak van het houten hulpstuk vallen zo
dat ze niet in de weg zitten van het werkstuk dat
wordt gezaagd. Als het werkstuk dat wordt gezaagd
verkeerd is uitgelijnd, kan het tijdens het zagen
onverwacht gaan bewegen, wat kan leiden tot verlies
van controle over het gereedschap en ernstig per-
soonlijk letsel.
LET OP:
Gebruik als houten hulpstuk een
recht stuk hout van gelijke dikte.
Het gebruik van een houten hulpstuk helpt om splinter-
vrije sneden te krijgen. Gebruik de gaten in de geleider
om een houten hulpstuk aan de geleider te bevestigen.
Zie de afbeelding voor de afmetingen van een dergelijk
houten hulpstuk.
► Fig.35: 1. Gaten
KENNISGEVING:
Als de houten bekleding op
de geleider is bevestigd, mag u het draaibaar
voetstuk niet meer draaien terwijl het handvat
omlaag staat. Als u dit doet, kan het zaagblad en/of
het houten hulpstuk worden beschadigd.
OPMERKING: De maximale zaagdikte moet worden
verminderd met de dikte van de houten bekleding.
Steeds dezelfde lengte afzagen
Als u meerdere werkstukken op dezelfde lengte wilt
afzagen, van 240 mm tot 380 mm, gebruikt u de aanzet-
plaat (optioneel accessoire). Monteer de aanzetplaat op
de steunstang (optioneel accessoire) zoals afgebeeld.
► Fig.36: 1. Aanzetplaat 2. Steunstangen 3. Schroef
Breng de zaaglijn op uw werkstuk op één lijn met de
linkerzijde of de rechterzijde van de groef in de zaagsne-
deplaat. Houd het werkstuk vast zodat het niet kan bewe-
gen, en plaats de aanzetplaat vlak tegen het einde van het
werkstuk. Zet daarna de aanzetplaat vast met de schroef.
Wanneer u de aanzetplaat niet gebruikt, draait u de
schroef los en draait u de aanzetplaat uit de weg.
Bevestig het houten
OPMERKING: Door de steunstangen en steunstang-
houder (optioneel accessoire) te gebruiken kunt u
stukken van dezelfde lengte van ongeveer maximaal
2.200 mm zagen.
Het gereedschap dragen
► Fig.37: 1. Aanslagpen
Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is getrok-
ken. Zet het zaagblad vast op een verticaal-verstekhoek
van 0° en het draaibaar voetstuk op maximaal hori-
zontaal-verstek naar links. Breng het handvat volledig
omlaag en vergrendel het in de laagste positie door de
aanslagpen in te drukken.
Draag het gereedschap aan de transporthandgreep,
zoals aangegeven in de afbeelding. Het gereedschap
is gemakkelijker om te dragen wanneer u de steunstan-
gen, stofzak, enz., ervan verwijdert.
► Fig.38
LET OP:
Zet alle bewegende onderdelen vast
alvorens het gereedschap te dragen.
LET OP:
De aanslagpen is uitsluitend bedoeld
te worden gebruikt tijdens het dragen en bewaren
van het gereedschap, en niet tijdens het zagen.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING:
blad scherp en schoon is om optimale en veilige
prestaties te krijgen. Als u probeert te zagen met
een bot en/of vuil zaagblad, kan een terugslag optre-
den die kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en zijn stekker uit het stopcontact
is verwijderd alvorens te beginnen met inspectie
of onderhoud.
KENNISGEVING:
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
50 NEDERLANDS
Zorg altijd dat het zaag-
Gebruik nooit benzine, was-