Aanbevolen Onderhoud; Probleemoplossen - Fiac ECU 201 Manual De Uso

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 25
de machine nagaan.
Sommige modellen zijn uitgerust met een uitlaatklep, om te helpen
bevorderen van de volgende reboot. Een rookwolk van de lucht bij
het stoppen, het is normaal.
2.4 OPGELET
De elektrocompressoren moeten verbonden zijn met een stopcon-
tact beschermd met een aangepaste gedifferentieerde schakelaar.
De motor van de compressoren F-FB is voorzien van een automati-
sche thermische bescherming aangebracht op de binnenkant van de
wikkeling, die de compressor stilzet als de temperatuur van de motor
te hoge waarden bereikt.
Als die zou tussenkomen, start de compressor terug automatisch
na 10 - 15 minuten.
De motoren van de compressoren model VS-GMS zijn voorzien
van een amperometrische, automatische, thermische bescherming
met manuele herbewapening, aangebracht op de buitenkant van het
deksel klemmenbord.
Als de tussenkomst van de thermische bescherming zich voordoet,
enkele minuten wachten, dan met de hand de thermische schakelaar
terugzetten (fig. 9).
2.5 REGELING VAN DE WERKINGSDRUK
Het is niet nodig steeds de maximum werkingsdruk te gebruiken,
meestal zelfs heeft het pneumatische gereedschap minder druk no-
dig.
Bij de compressoren voorzien van een drukreductiemachine is het
nodig de werkingsdruk goed af te stellen.
De hendel van de drukreductiemachine loszetten door hem naar
boven te trekken, de druk instellen op de gewenste waarde door de
hendel met de wijzers van de klok mee te draaien om ze te verhogen,
en tegen de wijzers van de klok om ze te verlagen, eens de optimale
druk is bekomen, de hendel vastzetten door hem naar beneden te
drukken (fig. 10).
Bij de drukreductiemachines geleverd zonder manometer is de
ijkingsdruk zichtbaar op de gegradueerde schaal aangebracht op het
lichaam van de reductiemachine zelf.
Bij de drukreductiemachines voorzien van manometer is de ijking-
sdruk zichtbaar op de manometer zelf.
LET OP: Sommige drukverlagers zijn niet voorzien van een "push
to lock", zodat de knop alleen gedraaid hoeft te worden om de druk
af te stellen.
2.6 LET OP
• Het is verboden de tank van de perslucht met opzet te doorboren,
te solderen of te misvormen.
• Omgevingstemperatuur voor een correcte werking 0°C +35°C.
• Zet de schakelaar tijdens pauzes in de stand «0» (OFF) (uit).
• Let erop dat enkele onderdelen van de compressor, zoals de kop
en de toevoerleidingen, hoge temperaturen kunnen bereiken. Raak
deze componenten niet aan om brandwonden te voorkomen (fig.11).
• Vervoer de compressor door hem aan de handgrepen of handva-
ten op te tillen.
• Als u de compressor gebruikt om te verven:
a)Werk niet in gesloten ruimten of in de nabijheid van open vuur.
b) Verzeker u ervan dat de omgeving waar u werkt een geschikte
luchtverversing heeft.
c) Bescherm neus en mond met een daarvoor geschikt masker.
• Haal de stekker na gebruik van de compressor altijd uit het stopcon-
tact.
• Kinderen en dieren moeten ver van de werkingszone van de ma-
chine gehouden worden.
• Geen voorwerpen en handen binnenin de beschermingsroosters
steken om fysieke schade en schade aan de compressor te voorko-
men.
• De compressor niet als stomp voorwerp tegenover personen, din-
gen of dieren gebruiken om zware schade te vermijden.
• Als de compressor niet meer gebruikt wordt, altijd de stekker uit het
stopcontact trekken.
3. ONDERHOUD
Alvorens iedere willekeurige operatie op de compressor uit te
voeren, dient u zich ervan te verzekeren dat:
De algemene lijnschakelaar in de "0" stand staat.
De drukregelaar en de schakelaars op de centrale uitgeschakeld
zijn, "0" stand.
De luchttank ontladen is van alle druk.
3.1 OPZUIGFILTER
Het is aangeraden elke 50 werkingsuren de opzuigfilter te demon-
teren en het filterelement schoon te maken door het uit te blazen met
samengeperste lucht (fig. 12).
Het is raadzaam het filterelement minstens èèn maal per jaar te
vervangen als de compressor in een schone omgeving werkt; vaker
als de omgeving waarin de compressor staat stoffig is.
Bij de modellen de opzuigfilter binnenin onder het transportkapje
(rodekop) aangebracht, de blokkeringsmoeren van het kapje los-
schroeven, het uit de verbinding van stroomlijnkap halen, de filter uit
zijn plaats nemen en overgaan tot de schoonmaak, door met samen-
geperste lucht te blazen in de richting tegengesteld aan de normale
doorgang.
3.2 CONDENSWATER
De compressor maakt condenswater dat zich verzamelt in de tank.
Het is nodig het condenswater van de tank minstens een maal per
week weg te doen door het afvoerkraantje (fig.13) onder de tank open
te doen.
Opletten als er samengeperste lucht binnenin de fles zit, het water
zou er met veel kracht kunnen uitkomen. Aangeraden druk 1-2 bar
max.
Het condenswater van de compressor mag niet weggeworpen
worden in de riool of verspreid worden in het milieu.

3.3 AANBEVOLEN ONDERHOUD

Vervang bij de groepen F met 2 polen de volledige drijfstang
om de 700 bedrijfsuren.
Vervang bij de groepen F und FB met 4 polen de volledige
drijfstang om de 1500 bedrijfsuren.
Vervang bij de groepen GMS en VS de leisloffen en de com-
pressiering om de 1500 bedrijfsuren.

4. PROBLEEMOPLOSSEN

Verlies van water door de klep onder de drukregelaar
Dit ongemak hangt af van een slechte sluiting van de sluitingsklep,
op de volgende wijze tussenkomen (fig. 14).
De tank volledig drukvrij maken.
De zeshoekige kop van de klep (A) losschroeven.
Zowel het rubberen schijfje (B) als de plaats waarop het zit grondig
schoonmaken. Alles terug perfect monteren.
Luchtverlies
Kan afhangen van een slechte sluiting van een verbinding, alle ver-
bindingen controleren door ze nat te maken met water en zeep
De compressor draait maar laadt niet
Kan te wijten zijn aan de breuk van de kleppen of van een pakking
tussenkomen door het beschadigde deel te vervangen.
Het is nodig contact op te nemen met de dichtstbijzijnde geautori-
seerde assistentiedienst voor de herstelling.
De compressor start niet.
Als de compressor heeft moeite met het starten, controleer dan of:
de stroomvoorziening overeenkomt met die op het typeplaatje
elektrische verlengsnoeren de juiste diameter of lengte,
de omgevingstemperatuur te lage temperaturen (onder 0 ° C).
de thermische beveiliging is geactiveerd.
35
NL

Hide quick links:

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido