Nederlands
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd,
elektronisch circuit waarmee het toerental traploos
kan worden ingesteld. De onderdelen van het
elektronisch circuit kunnen oververhit en beschadigd
raken wanneer u de trekschakelaar slechts een klein
beetje indrukt (laag toerental) en de motor wordt
stopgezet terwijl u bouten blijft aandraaien.
3. Aantrekkoppel
Zie Afb. 15 voor informatie over het aantrekkoppel
voor bouten (naar grootte) onder de kondities zoals
in de Afb. 16 getoond.
Gebruik dit voorbeeld als algemeen referentiepunt,
aangezien het aantrekkoppel zal variëren met de
omstandigheden waaronder wordt vastgedraaid.
4. Zet de bout met het juiste aantrekkoppel vast
Het optimale aantrekkopel van moeren en bouten
hangt af van het materiaal en formaat van de moeren
en bouten. Een buitensporig groot aantrekkoppel voor
een kleine bout kan resulteren in rekken of breken van
de bout. Het aantrekkoppel is groter naarmate de
bedrijfstijd
langer
wijzerplaatinstelling en vastdraaitijd voor de bout.
5. Vasthouden van het gereedschap
Houd het gereedschap met uw handen. De sleutel
moet in dit geval in lijn zijn met de bout.
Het is niet noding hard tegen de sleutel te drukken.
Druk zodaning dat er net wordt gecompenseerd voor
de kracht van de machine.
6. Controleren van het aantrekkopper
De volgende faktoren dragen bij tot een vermindering
van het aantrekkoppel. Controller, daarom het vereiste
aantrekkoppl door van de te voren en aantal bouten
met een handberdiende momentsleutel vast te
draaien. Fadtoren die een invloed hebben op het
aantrekkoppel.
M8 × 30
kgf
cm N
m
•
•
1000
100
800
80
Trekvaste bout
600
60
400
40
200
20
Normale bout
0
0
0
1
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 10 mm)
51
is.
Gebruik
de
juiste
kgf
cm N
•
1000
800
600
400
200
0
2
3
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 10 mm)
(1) Voltage
Als de marge van ontladen wordt bereikt, neemt net
voltage af en vermindert het aantrekkoppe.
(2) Bedrijfstijd
Het aantrekkoppel is groter als de bedrijfstijd langer
is. Bij een bepaalde waarde zal het aantrekkoppel
echter niet meer groter worden, ook al wordt het
gereedschap langer gebruikt (Zie Afb. 15).
(3) Diameter van de bout
De relatie tussen aantrekkoppel en de diameter van
de bout is aangegeven in Afb. 15. Over het algemeen
heeft een bout met een grotere diameter een groter
antrekkoppel.
(4) Omstandigheden bij het vastdraaien
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van de
koppelverhouking, d.w.z. klasse en lengte van de
bouten (zelfs als bouten met hetzelfde formaat
schroefdraad worden gebruikt). Het aantrekkoppel zal
ook verschillen afhankelijk van de konditie van het
mataal waardoor de bout moet worden gedraaid.
(5) Gebruik van los verkrijgbare toebehoren
Het aantrekkoppel is wat lager als een verlengstaaf,
kogelgewrichtverbinding of lange bus wordt gebruikt.
(6) Speling van de bus
Een versleten of vervormde zeskant of vierkante bus
zal niet goed op de moer of het draaistuk passen,
hetgeen resulteer in een lager aantrekkoppel.
Het gebruik van een bus die met de bout overeenkomz
zal resulteren in een te laag aantrekkoppel. Zie tabel
1 en 2 voor de relatie tussen bus en boutmaat.
M10 × 30
m
•
100
Trekvaste bout
80
60
40
Normale bout
20
0
0
1
2
3
Fig. 15
M12 × 45
kgf
cm N
m
•
•
1200
120
Trekvaste
bout
1000
100
800
80
600
60
Normale bout
400
40
200
20
0
0
0
1
2
Vastdraaitijd: sec
(Dikte van de staalplaat
t = 10 mm)
3