3.11 De handrem gebruiken
Om tijdens het lopen te remmen trekt u beide remhendels omhoog.
3.12 De parkeerrem gebruiken
Duw de remhendels voorzichtig omlaag om de parkeerremmen in te
schakelen. U hoort een duidelijke klik wanneer de rem in de juiste
stand staat.
L
Zorg ervoor dat beide remmen in parkeerstand worden gezet.
Wilt u de rem losmaken, trek dan de remhendel omhoog.
3.13 De klimhulp voor stoepranden gebruiken
Met behulp van de stoeprandklimhulp wordt het eenvoudiger om met
de rollator stoepen en andere obstakels op te rijden.
3.14 Klimhulp voor stoepranden aan de andere kant monteren
L
De stoeprandklimhulp kan links en rechts worden gemonteerd.
Wilt u de klimhulp voor stoepranden aan de andere kant monteren,
draai dan de schroef (A) los en verwijder de klimhulp. Plaats de klim-
hulp voor stoepranden aan de andere kant (B) en draai de schroef vast
(4 mm inbussleutel).
A
WAARSCHUWING: Kans op vallen
Let erop dat de rollator niet plotseling wegrolt nadat u deze
met behulp van de klimhulp voor stoepranden over een ob-
stakel hebt gereden.
19
B