-1,5° ... 45°
0° ... 46°
Aan-/uitschakelaar
Inschakelen = schakelaar (15) naar boven
trekken.
Uitschakelen = schakelaar (15) naar beneden
drukken.
8.4
Parallelaanslag instellen
Dit wordt aan het geleideprofiel aan de voorkant
van de zaag gemonteerd.
– Parallelaanslag (8) rechts van het zaagblad
plaatsen.
De markering in de loep toont de ingestelde
afstand van de parallelaanslag tot het zaagblad
op de schaal.
– Spanhefboom (10) van de parallelaanslag
loszetten en de parallelaanslag verschuiven tot
de markering in de loep de gewenste afstand tot
het zaagblad aangeeft.
– Fijne instelling: door het draaien van de
kartelmoer (11) (aan het voorste klemelement,
rechts) kan de zaagbreedte nauwkeurig worden
ingesteld.
Spanhefboom (10) omlaag drukken om vast
te zetten.
43
8
– Het aanslagprofiel (43) moet bij het zagen met
parallelaanslag parallel ten opzichte van het
zaagblad staan en met de spanhefboom (10)
vergrendeld zijn. Hiervoor de spanhefboom (10)
omlaag drukken.
– Kartelmoeren (44) voor het bevestigen van het
aanslagprofiel. Het aanslagprofiel kan na
losdraaien van de beide kartelmoeren (44)
worden afgenomen en omgezet:
Lage aanlegkant:
– om vlakke werkstukken te zagen;
– of als het zaagblad onder een hoek staat.
Hoge aanlegkant:
– om hoge werkstukken te zagen;
19
8.5
Wijzer van de parallelaanslag afstellen
1. Parallelaanslag aan het zaagblad uitrichten.
2. Schroef aan de wijzer van de parallelaanslag
losdraaien.
3. Wijzer op parallelaanslag en „0" op
schaalband in overeenstemming brengen.
4. Schroef aan wijzer van de parallelaanslag
weer vasttrekken
Aanwijzing:
Om te voorkomen dat het werkstuk klemt bij het
zagen met de parallelaanslag:
parallelaanslag geheel naar rechts verschuiven
en vervolgens op de gewenste zaagbreedte
instellen.
15
Aanwijzing:
Parallelaanslag afstellen (indien gewenst): de
parallelaanslag moet evenwijdig aan het
zaagblad worden geplaatst of zo worden
ingesteld
dat hij max. 0,3 mm naar achteren opent. Voor
het afstellen de 2 schroeven aan de bovenkant
van de parallelaanslag losdraaien, daarna weer
vastzetten.
Aanwijzing:
Parallelaanslag afstellen (indien nodig): mocht
het achterste klemstuk vroeger of later dan het
voorste klemstuk klemmen, dan kan deze door
het draaien van de moeren (30) worden ingesteld.
De moeren (30) losdraaien, zodat het achterste
klemstuk later klemt. De moeren (30) aantrekken,
zodat het achterste klemstuk vroeger klemt.
8.6
Dwarsaanslag instellen
De dwarsaanslag (7) wordt van voren in de groef
in de zaagtafel ingeschoven.
10
Voor hoeksneden kan de dwarsaanslag naar
beide kanten om 60° worden versteld.
Voor hoeksneden van 45° en 90° zijn
desbetreffende aanslagen voorhanden.
Voor het instellen van een hoek: klemhendel (6)
door draaien tegen de klok in losmaken.
Gevaar voor letsel!
De klemhendel moet bij het zagen met
dwarsaanslag vastgetrokken zijn.
Het voorzetprofiel kan door losmaken van de
kartelmoeren (46) worden verschoven of
afgenomen.
44
Aanwijzing:
Indien nodig kan de speling van de dwarsaanslag
(7) worden ingesteld: de schroeven (45) van de
kunststof geleider aan de dwarsaanslag-geleiding
losdraaien, dwarsaanslag (7) verschuiven,
schroeven weer aandraaien.
8.7
Tafelverbreding instellen
De tafelverbreding (12) breidt de steunvlakte uit,
zo dat ook grotere werkstukken veilig worden
gehouden.
Voor het instellen van de tafelverbreding (12)
moet de spanhefboom (9) worden losgemaakt.
De klemhendel moet bij het zagen altijd
vastgetrokken zijn.
Aflezen van de schaalband bij
werkzaamheden met de parallelaanslag
Op welke schaal de snijbreedte wordt afgelezen,
hangt ervan af, hoe het aanslagprofiel aan de
parallelaanslag is gemonteerd:
– Hoge aanlegkant =
schaal met zwart opschrift op witte achtergrond.
– Lage aanlegkant =
schaal met wit opschrift op zwarte achtergrond.
Bij kleine snijbreedten wordt de tafelverbreding
niet uitgetrokken. De snijbreedte wordt op de
schaal rechts op de wijzer van de parallelaanslag
afgelezen:
– hoge aanlegkant: snijbreedten van 0 tot 35 cm
mogelijk.
– lage aanlegkant: snijbreedten van 0 tot 29,5 cm
mogelijk.
Als er grotere werkstukken gezaagd moeten
worden, moet de tafelverbreding (12)
uitgetrokken worden.
1. Parallelaanslag verschuiven naar de
eindstand van de schaal.
2. Tafelverbreding naar buiten trekken en
parallelaanslag op gewenste afstand instellen.
De snijbreedte wordt op de linker schaal bij de
wijzer van het schaalband afgelezen.
8.8
De tafelverlenging (1) breidt het oplegvlak uit,
zodat ook langere werkstukken stevig kunnen
liggen.
45
46
1. Voor het uittrekken van de tafelverlenging
moeten de beide kartelschroeven (47) worden
losgedraaid.
6
7
2. Tafelverlenging naar buiten trekken en op
gewenste afstand instellen.
3. De beide kartelschroeven weer aantrekken.
8.9
De schuifstok moet altijd gebruikt worden als
de afstand tussen het zaagblad en een
parallelaanslag kleiner is dan 150 mm.
NEDERLANDS nl
Gevaar voor letsel!
Tafelverlenging instellen
47
Zagen
Gevaar!
12
9
39