Inschakelen toestel
Controleer of de op het identificatieplaatje aangegeven spanning
overeenkomt met de netspanning. Het gebruikte contact moet
van het geaarde type zijn (aardingscontact). Is dat het geval, dan is
het toestel na aansluiting van de stekker bedrijfsklaar. Zo niet, dan
is het veilige gebruik niet gegarandeerd of kan het toestel bescha-
digd worden.
Als u de netschakelaar (A) in stand "I" zet, begint het apparaat te
werken. Een groene controlelamp (B) geeft de bedrijfstoestand
'AAN' weer.
Bij ingebruikname van het apparaat
gaat de aandrijfas met het laatst
ingestelde toerental te draaien.
Controleer daarom de stand van de
draaiknop en het ingestelde toeren-
tal voordat het apparaat wordt inge-
schakeld. Verzeker u er ook van dat
het ingestelde toerental geen
bezwaren oplevert voor de gekozen
proefopstelling. Bij twijfel zet u de
toerentalknop (D) op het laagste
toerental (volledig naar links),
(zie afbeelding 7).
Schakel het apparaat pas in nadat de werkhoogte is
ingesteld en het roerorgaan in het mengvat is gedom-
peld.
44
In de spanklauw van de aandrijfas kunnen roertoestellen met een
schachtdiameter van 0,5 tot 8 mm worden geklemd.
Niet goed bevestigde roertoestellen kunnen uit de proefopstelling
worden geslingerd, glaswerk beschadigen en personen verwon-
den.
B
C
Het gebruik met een vrij draaiend roertoestel zonder roervat is
gevaarlijk en daarom niet toegestaan.
D
A
0 I
1
000
1
500
5
00
1
00
2
000
IKA
®
RW 14 basic
Wanneer er een overbelasting boven het maximaal toegestane
draaimoment optreedt of wanneer de roeras blokkeert, wordt het
roerwerk automatisch uitgeschakeld en gaat er een rode LED "C"
(overbelastingsaanduiding) op de voorkant van het apparaat aan
(zie afbeelding 7).
Afb. 4
Nadat de oorzaak van de mechanische overbelasting is weggeno-
men, kunt u het apparaat weer inschakelen door op de knop
ON/ OFF (A) te drukken.
Als het middels het uitschakelen en na een pauze weer inschakelen
van het apparaat niet lukt het apparaat weer in werking te stellen,
kunt u contact opnemen met onze serviceafdeling. Wij verzoeken u
de opgetreden storing in een dergelijk geval zo nauwkeurig mogeli-
jk te beschrijven. Dit vergemakkelijkt het opsporen van de storing en
maakt het ons mogelijk te bepalen wat er moet gebeuren.
Aafdrijfas
De roertoestellen moeten voldoende diep in de span-
klauw worden gestoken. Let erop dat de schacht van
het roertoestel stevig in de spanklauw wordt geklemd
(zie afbeelding 5).
Signalen en optische aanduidingen
032004