Voorinstellingen via het bedieningspaneel
In de modus voorinstellingen kunnen bedrijfstoestanden worden opge-
roepen en voorinstellingen worden gedaan.
Wisselen naar de voorinstelmodus
• Toetsen – en + buiten een bruiningsycylus tegelijkertijd minstens vijf
seconden indrukken.
• Op het display verschijnt
Voer de code in (zie pagina 137).
Als u de voorinstelmodus voor de eerste keer oproept, druk dan vier
keer op de START/STOP-toets.
• Op het display verschijnt kort
(functie 1) en de voorinstelwaarde (zie kolom "Bij levering").
• Door op de + toets te drukken bladert u omhoog naar de volgende
functie (van -01- tot -15-).
• Door op de – toets te drukken bladert u omlaag naar de volgende
functie (van -15- tot -01-).
136
.
, dan verschijnen afgewisseld
Voorinstellingen wijzigen
De vooringestelde waarde verhogen:
• START/STOP-toets indrukken en vasthouden, tegelijkertijd de
+ toets indrukken.
De vooringestelde waarde verlagen:
• START/STOP-toets indrukken en vasthouden, tegelijkertijd de –
toets indrukken.
Terugzetten op de laatst ingestelde waarde:
• Druk op de START/STOP-toets.
Terugzetten op de leveringstoestand:
• Zie functie
.
Opmerking:
Dertig seconden nadat de toets voor het laatst is ingedrukt,
schakelt het apparaat automatisch weer terug naar de rust-
toestand. De actueel ingestelde waarden worden overge-
nomen.
De waarden wijzigen:
De voorinstellingen worden vanaf pagina 151.