•
Controleer of alle gebruikte per-
sluchtgereedschap en accessoires
voor de gebruikte werkdruk geschikt
zijn of via drukregelaars aangeslo-
ten zijn.
•
Let er bij het losdraaien van de snel-
koppeling op, dat de perslucht in de
persluchtslang plotseling vrijkomt.
Hou daarom het los te maken uit-
einde van de persluchtslang vast.
•
Zorg dat alle schroefverbindingen
steeds vast aangehaald zijn.
•
Voer nooit zelf reparaties aan het
apparaat uit! Reparaties van com-
pressoren, drukvaten en perslucht-
gereedschap
mogen
door gekwalificeerd personeel uitge-
voerd worden.
A
Gevaar door oliehoudende per-
slucht!
•
Gebruik de oliehoudende perslucht
uitsluitend
voor
persluchtgereed-
schap, dat voor oliehoudende per-
slucht bedoeld is.
•
Gebruik een persluchtslang voor
oliehoudende perslucht niet voor
persluchtgereedschap dat niet voor
oliehoudende perslucht bedoeld is.
•
Vul geen autobanden etc. met olie-
houdende perslucht.
A
Gevaar voor brandwonden aan
de oppervlakken van de perslucht-
voerende onderdelen!
•
Laat het toestel afkoelen, alvorens
met de onderhoudswerkzaamhe-
den te beginnen.
A
Gevaar voor verwondingen en
kneuzingen aan bewegende onderde-
len!
•
Neem het apparaat nooit in gebruik
zonder
gemonteerde
voorziening.
•
Houd er rekening mee dat het appa-
raat automatisch opstart, wanneer
de minimale druk overschreden
wordt! –Controleer of het apparaat
van het stroomnet gekoppeld is,
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
•
Zorg dat er zich bij het inschakelen
(bijvoorbeeld na onderhoudswerk-
zaamheden) geen gereedschap of
losse onderdelen meer in het elektri-
sche toestel bevinden.
A
Gevaar door onvoldoende per-
soonlijke veiligheidsuitrusting!
•
Draag oordoppen.
•
Draag een veiligheidsbril.
•
Draag een stofmasker bij werk-
zaamheden waarbij stof vrijkomt of
bij ontwikkeling van nevels die de
gezondheid kunnen schaden.
•
Draag aangepaste werkkledij. Bij
werkzaamheden buiten zijn antislip-
schoenen aanbevolen.
A
Gevaar door gebreken aan het
elektrische toestel!
•
Voer geen veranderingen aan het
toestel uit. Iedere verandering aan
persluchtvoerende onderdelen leidt
ertoe dat de keuring ongeldig wordt.
Werkzaamheden aan persluchttoe-
stellen mogen slechts door vaklie-
den worden uitgevoerd.
•
Zorg dat het elektrische toestel
evenals het toebehoren goed onder-
houden worden. Onderhoudt en
uitsluitend
controleer het toestel regelmatig.
Neem hierbij de onderhoudsvoor-
schriften in acht.
•
Controleer het elektrische toestel
voor elk gebruik op eventuele
beschadigingen: voor het toestel
gebruikt wordt, moet de goede wer-
king van de veiligheids- en bescher-
minrichtingen en van lichtbescha-
digde
gecontroleerd worden.
•
Controleer of de scharnierende
onderdelen correct functioneren en
niet klemmen. Alle onderdelen moe-
ten correct gemonteerd zijn en aan
alle voorwaarden voldoen om een
feilloze bediening van het elektri-
sche toestel te garanderen.
•
Laat beschadigde beveiligingen of
onderdelen deskundig en door een
gekwalificeerde vakman herstellen
of vervangen.
•
Laat beschadigde schakelaars in
een reparatiedienst vervangen.
•
Gebruik dit elektrische toestel niet,
wanneer u de schakelaar niet kan
in- en uitschakelen.
•
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of
veiligheids-
vetten op de handgrepen bevinden
en dat ze droog blijven.
3.3
Symbolen op het appa-
raat
delen
zorgvuldig
Gevaar!
Veronachtzaming van de
volgende
waarschuwin-
gen kan tot zware ver-
wondingen of materiële
schade leiden.
Gebruiksaanwijzing
lezen.
NEDERLANDS
Gegevens op het typeplaatje:
11
12
13
14
15
16
17
18
25
(11) Fabrikant
(12) Artikel-, versie-, serienummer
(13) Benaming van het apparaat
(14) Aansluitspanning / Frequentie
(15) Motorvermogen P
1
(zie ook "Technische gegevens")
(16) Afzekering / Beschermklasse
(17) Aantal cilinders
(18) Toerental motor
(19) Aanzuigvermogen
(20) Vulvermogen
(21) Toerental compressor
(22) Maximale druk
(23) Volume drukreservoir
(24) Bouwjaar
(25) CE-teken - Dit apparaat vervult de
EU-richtlijnen volgens conformi-
teitsverklaring
3.4
Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep onder veerdruk (26)
bevindt zich op de drukregelmodule. De
veiligheidsklep wordt geactiveerd bij
overschrijding van de maximaal toegela-
ten druk.
19
20
21
22
23
24
26
23