Bosch GDB 2500 WE PROFESSIONAL Instrucciones De Servicio página 44

Ocultar thumbs Ver también para GDB 2500 WE PROFESSIONAL:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 22
OBJ_BUCH-114-001.book Page 44 Thursday, September 28, 2006 12:42 PM
Informatie over geluid en trillingen
Meetwaarden bepaald volgens EN 61029.
Het A-gewogen geluidsniveau van het gereedschap be-
draagt kenmerkend: geluidsdrukniveau 89 dB(A); ge-
luidsvermogenniveau 102 dB(A). Onzekerheid K=3 dB.
Draag een gehoorbescherming.
Trillingsemissiewaarden (vectorsom van drie richtin-
gen) bepaald volgens EN 60745: trillingsemissie-
2
waarde a
= 2,5 m/s
, onzekerheid K = 1 m/s
h
Het in deze gebruiksaanwij-
WAARSCHUWING
zing vermelde trillingsniveau
is gemeten met een volgens EN 60745 genormeerde
meetmethode en kan worden gebruikt voor het vergelij-
ken van gereedschappen.
Het trillingsniveau verandert afhankelijk van het gebruik
van het elektrische gereedschap en kan in sommige
gevallen boven de in deze gebruiksaanwijzing aange-
geven waarde liggen. De trillingsbelasting kan onder-
schat worden als het elektrische gereedschap
regelmatig op dergelijke wijze wordt gebruikt.
Opmerking: Voor een nauwkeurige schatting van de
trillingsbelasting tijdens een bepaalde arbeidsperiode
moet ook rekening worden gehouden met de tijd
waarin het gereedschap uitgeschakeld is, of waarin het
gereedschap wel loopt, maar niet werkelijk wordt
gebruikt. Dit kan de trillingsbelasting gedurende de
gehele arbeidsperiode duidelijk verminderen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als alleen verantwoordelijke dat dit pro-
duct voldoet aan de volgende normen en normatieve
documenten: EN 61029 volgens de bepalingen van de
richtlijnen 89/336/EEG en 98/37/EG.
Dr. Egbert Schneider
Dr. Eckerhard Strötgen
Senior Vice President
Head of Product
Engineering
Certification
23.08.2006, Robert Bosch GmbH, Power Tools Division
D-70745 Leinfelden-Echterdingen
Montage
In diamantboorstandaard S 500 A
inspannen
Neem de veiligheids- en werkvoorschriften
voor de gebruikte boorstandaard strikt in acht.
Lees voor het inzetten van het elektrische gereedschap
in de boorstandaard de gebruiksaanwijzing van het ge-
reedschap en volg de daarin vermelde voorschriften op.
44 | Nederlands
Boorkroon inzetten of vervangen
Klik de aanzetvergrendeling vast vóór alle
werkzaamheden aan het elektrische gereed-
schap, tijdens onderbrekingen van de werk-
zaamheden en wanneer u het gereedschap
niet gebruikt, om onbedoeld bewegen van het
gereedschap te voorkomen. Lees daarvoor de
gebruiksaanwijzing van de boorstandaard en volg
de voorschriften op.
2
.
Boorkroon inzetten
Controleer de boorkronen voor het inzetten.
Gebruik alleen onbeschadigde boorkronen.
Beschadigde of vervormde boorkronen kunnen tot
gevaarlijke situaties leiden.
Reinig de boorkroon voor het inzetten. Smeer de
schroefdraad van de boorkroon licht met vet of behan-
del deze met antiroestspray.
Draai een R 1/2"-boorkroon in de uitgaande as 9 of een
1 1/4"-UNC-boorkroon op de uitgaande as 9.
Controleer of de boorkroon stevig vastzit. Ver-
keerd of niet zeker bevestigde boorkronen kunnen
tijdens het gebruik losraken en u in gevaar brengen.
Het aanbrengen van een glijring 8 (toebehoren) tussen
uitgaande as en 1 1/4"-UNC-boorkroon vergemakke-
lijkt het later losdraaien van de boorkroon.
Boorkroon verwijderen
Draag werkhandschoenen bij het wisselen
van de boorkroon. De boorkroon kan bij langdurig
gebruik van het elektrische gereedschap heet wor-
den.
Draai de boorkroon 7 los met een steeksleutel (1 1/4"-
UNC-boorkroon: sleutelwijdte 41 mm; R 1/2"-boor-
kroon: sleutelwijdte 22 mm). Houd de boorkroon daar-
bij tegen met een tweede steeksleutel (sleutelwijdte
36 mm) aan de tweekant van de uitgaande as 9.
Waterkoeling aansluiten
Als boorkronen voor nat boren tijdens het boren onvol-
doende worden gekoeld, kunnen de diamantsegmen-
ten beschadigd worden of kan de boorkroon in het
boorgat blokkeren. Let daarom bij nat boren op vol-
doende watertoevoer.
Bij het vergroten van een aanwezig boorgat moet dit
zorgvuldig worden afgesloten om voldoende koeling
van de boorkroon mogelijk te maken.
Aangesloten slangen, afsluitventielen of toe-
behoren mogen het boren niet belemmeren.
Draai de waterkraan 11 dicht. Sluit een watertoevoer
op de kraanaansluiting 2 aan. Watertoevoer is mogelijk
uit een mobiel waterdrukreservoir (toebehoren) of uit
een stationaire wateraansluiting.
3 609 929 A54 • 28.9.06
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido