Optie 12 - Opwarmperiode bij Optimale startregeling (OSC)
(Optie 11 ingesteld op 1)
Druk op + tot Optie 12 in het uitleesvenster verschijnt en
gebruik Λ en V om de gewenste instelling te kiezen (alleen
geactiveerd als Optie 11 op 1 is ingesteld).
De optimale startregeling moet aan de energie-eigenschappen van het gebouw
worden aangepast. Gebruik de knoppen Λ en V om de gewenste opwarmperiode
te selecteren. Onderstaande tabel vermeldt adviesinstellingen.
Als het gebouw niet op tijd op temperatuur komt, verhoog de instelling dan
dagelijks met stappen van 15 minuten tot de juiste instelling is gevonden.
Als het gebouw eerder dan de ingestelde tijd op temperatuur komt, verlaag de
instelling dan dagelijks met stappen van 15 minuten tot de juiste instelling is
gevonden.
0:15 15 min., heteluchtsysteem, goed geïsoleerd gebouw.
0:30 30 min., heteluchtsysteem, goed geïsoleerd gebouw.
0:45 45 min., heteluchtsysteem, slecht geïsoleerd gebouw.
1:00 60
min.,
(fabrieksinstelling)
1:15 75 min., radiatorsysteem, licht gebouw, matig geïsoleerd.
1:30 90 min., radiatorsysteem, middelzwaar gebouw, slecht geïsoleerd.
1:45 105 min., radiatorsysteem, zwaar gebouw, goed geïsoleerd.
2:00 120 min., radiatorsysteem, zwaar gebouw, slecht geïsoleerd.
Optie 13 - Instelling Optimale startregeling/Startvertraging
(Optie 11 ingesteld op 1 of 2)
Optimale start of Startvertraging kunnen niet alleen op
tijdblok 1 worden toegepast, maar ook op elk tijdblok
van de dag waarin een hogere temperatuur nodig is dan
in het voorgaande tijdblok. Druk op + tot Optie 13 in het
uitleesvenster verschijnt en gebruik Λ en V om de gewenste
instelling te kiezen (alleen geactiveerd als Optie 11 op de
waarde 1 of 2 is ingesteld).
Instelling 0
Alleen
(fabrieksinstelling)
Instelling 1
Geldig voor elk tijdblok waarin een hogere temperatuur nodig is
dan in het voorgaande tijdblok.
radiatorsysteem,
geldig
voor
licht
gebouw,
het
eerste
tijdblok
goed
geïsoleerd.
van
de
dag.
NL
67