4. Het toestel instellen
Tip: Zie de beschrijving van het apparaat
op de pagina's II / III en VIII / IX
4.1 Aansluiten van de
ARTROMOT®-E2/
-E2 compact,
functiecontrole
het apparaat wordt met het volgende
geleverd:
basisapparaat (stoel/statief met rollen),
bewegingselement, afstandsbediening
(15), patiëntenchipkaart (17), armsteun
(alleen bij de stoelversie - 4), apparaat-
aansluitkabel (zonder abeelding),
ge bruiks aanwijzing
1. zet het apparaat in elkaar en sluit de
betrefende kabels aan, waarbij u de
instructies voor het transport onder 6.3
in omgekeerde volgorde volgt.
2. breng nu de slede als volgt in zijn
uitgangspositie:
Eerste instelling bij een
nieuwe patiënt
noteer de naam van de patiënt op de
achterzijde van de chipkaart. schuif de
originele patiëntenchipkaart (17) in de
afstandsbediening (15).
druk zeven keer kort, of eenmaal lang op
de knop MENU op de afstandsbediening,
tot u programmeerniveau 7 bereikt (iedere
keer wanneer u op de knop drukt, gaat u
naar een volgend niveau).
druk op de parameterknop "nieuwe
patiënt"
en activeer deze functie
(haakje in de cirkel naast de functie).
druk op de knop START. de uitgangs-
positie wordt automatisch aangenomen.
254
Instelling met al geprogram-
meerde chipkaart
schuif de originele patiëntenchipkaart (17)
in de afstandsbediening (15).
druk op de knop START.
de startpositie (positie in het midden van
de ingestelde waarden voor extensie/lexie
en pronatie/supinatie) wordt automatisch
aangenomen.
Functiecontrole:
Als u de afstandsbediening zoals boven
beschreven kunt bedienen en de
ARTROMOT®-E2/-E2 compact naar de
uitgangspositie beweegt (zie de waarden
van de uitgangspositie in hoofdstuk 5.3),
dan werkt het apparaat foutloos.
wanneer het toestel in bedrijf is, verricht
het continu een functiecontrole. wanneer
het daarbij een storing waarneemt,
− klinkt er een waarschuwingsignaal
− schakelt het onmiddellijk uit
− verschijnt de melding "ERROR" op het
display met een storingscode (bijvoor-
beeld ERROR 5).
in dit geval kunt u het apparaat proberen
te herstarten door de aan/uit-schakelaar
kort ingedrukt te houden. Mocht de fout-
melding aanhouden, dan mag u het appa-
raat pas na controle door de klantendienst
weer gebruiken.
wanneer u uzelf ervan hebt overtuigd
dat de ARTROMOT®-E2/-E2 compact
probleemloos werkt, laat u de patiënt
plaatsnemen op de ARTROMOT®-E2/-E2
compact.
4.2 Het toestel instellen op de
maten van de patiënt
Tip!
bij de volgende instellingen mag de arm
van de patiënt nog niet op de armsteun
rusten. Pas wanneer u de slede vooraf
hebt ingesteld op de maten van de
patiënt, moet u een instelcontrole res-
pectievelijk ijnafstelling verrichten met
de arm van de patiëntop de armsteun.
de instellingen hebben volgnummer
1 tot 5. Op de slede zijn deze num-
mers als hulpmiddel voor oriëntatie
aangebracht. Realiseer deze instellingen
steeds in deze volgorde.
noteer de ingestelde waarden aan de
achterkant van de patiëntenchipkaart.
Voordat u begint de ARTROMOT®-
E2/-E2 compact nauwkeurig af te stem-
men op de afmetingen van de patiënt,
moet u de slede ombouwen voor de
linker of rechter elleboog (zie hoofdstuk
6.4 "Ombouwen").
Voordat u met de behandeling begint,
moeten de volgende instellingen aange-
bracht worden:
ARTROMOT®-E2:
Rugleuning, armsteunen
Voordat u met de eigenlijke instellingen
begint, moet u de patiënt in een juiste
anatomische positie zetten.
• draai de vleugelbout (10) los en plaats
de rugleuning in een voor de patiënt
comfortabele positie (Ab. F).
• Plaats de armsteun voor de gezonde
arm op een zodanige hoogte dat de
patiënt rechtop zit (klembout 14).
ARTROMOT®-E2 compact:
Instelling stoel/armleuning
Voordat u met de eigenlijke instellingen
begint, moet u de patiënt in een juiste
anatomische positie zetten.
• Gebruik uitsluitend stoelen met vier
poten en zonder armleuningen, waarop
de patiënt stevig en rechtop kan zitten.
255
• zodra u de ARTROMOT®- E2 compact
ingesteld hebt, moet u de rem (22) van
de transportwieltjes (25) vastzetten.
4.2.1 Het instellen van de
ARTROMOT®-E2 op de
maten van de patiënt
Tip: Voor een overzicht van de afzonder-
lijke stappen raadpleegt u pagina IV.
@ a,b en c ante-/retroversie
(Ab. A) (horizontale
extensie/lexie)
de ante-/retrolexie wordt handmatig
ingesteld. doel van de instelling is het be-
reiken van een overeenkomende as tussen
de motoras en het ellenbooggewricht.
• druk voor de positionering instelknop
(1) in. deze blijft in de Open-instelling in
elkaar gesloten.
• draai nu de schroef (2) los. het dubbel-
scharnier kan nu vrij bewegen.
• beweeg het bewegingselement door
middel van Motor A in de gewenste
positie. let er daarbij op, dat de as
van motor A overeenkomt met het
ellebooggewricht.
• druk de instelknop (1) weer in de tegen-
gestelde richting.
• draai de schroef (2) weer vast.
; Hoogte-instelling (Ab. B)
Voordat u de klembout (4) losdraait, moet
u het beweegbare deel van de slede, liefst
aan het dubbelscharnier, vasthouden zodat
hij niet naar beneden valt (3).
• draai schroef (4) los en pas het bewe-
gingselement aan op hoogte. let er
daarbij op dat de bovenarm helemaal op
de bovenarmschaal (5) ligt. de patiënt
moet een rechtopzittende en ontspan-
nen houding aannemen.
• draai de schroef (4) weer vast.
• Controleer nu of de as tussen Motor A
en het ellebooggewricht overeenkomt.
in voorkomende gevallen kunt u een
nauwkeuriger afstelling in verticale
richting door middel van de bout voor de
hoogte-afstelling (6) bereiken.