Gevaar door zu-
ren, gassen en
dampen
Algemene aanwij-
zingen bij de om-
gang met accu's
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe
levensgevaarlijk. Om elektrische schokken tijdens het werk te vermijden:
-
geen spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat aanraken.
-
in geen geval de accupolen aanraken
-
laadkabel of laadklemmen niet kortsluiten
Alle kabels en leidingen moeten vastzitten, onbeschadigd en geïsoleerd zijn,
en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte
aangetaste of beschadigde kabels of kabels en leidingen met een te dunne
kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Accu's bevatten zuren die de ogen en huid aantasten. Daarnaast ontstaan bij
het laden van accu's gassen en dampen die een gevaar voor de gezondheid
kunnen vormen en die onder bepaalde omstandigheden zeer explosief kun-
nen zijn.
-
Het laadapparaat uitsluitend gebruiken in goed geventileerde ruimtes. Zo
wordt een opeenhoping van explosieve gassen voorkomen. In accuruim-
tes bestaat geen explosiegevaar wanneer door natuurlijke of mechani-
sche ventilatie een waterstofconcentratie van minder dan 4% is
gegarandeerd.
-
Tijdens het laden dient een minimale afstand van 0,5 m (19,69 inch) tus-
sen de accu en het laadapparaat in acht te worden genomen. Mogelijke
ontstekingsbronnen zoals vuur en open licht uit de omgeving van de accu
verwijderd houden
-
De verbinding met de accu (bijvoorbeeld laadklemmen) in geen geval tij-
dens het laden loskoppelen
-
Vrijgekomen gassen en dampen in geen geval inademen
-
Voor voldoende toevoer van frisse lucht zorgen.
-
Geen gereedschap of elektrisch geleidende metalen op de accu leggen
om kortsluiting te vermijden
-
Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding ko-
men. Veiligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel drup-
pels accuzuur direct en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in
geval van nood een arts.
-
Accu's beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
-
Geladen accu's in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35,6 °F) vindt
de minste zelfontlading plaats.
-
Door middel van een wekelijkse visuele controle vaststellen dat de accu
tot het MAX-merkteken met zuur (elektrolyt) is gevuld.
-
Werking van het apparaat niet starten of direct stoppen en de accu in een
geautoriseerde werkplaats laten controleren bij:
-
ongelijkmatig zuurpeil of hoog waterverbruik in afzonderlijke cellen,
veroorzaakt door een mogelijk defect
-
ontoelaatbare verwarming van de accu tot boven 55 °C (131 °F).
135