* Instelling van de parameters voor het TIG lassen.
Druk op de toets SET om achtereenvolgens de lasparameters
te selecteren.
Druk op de toetsen T5 om de geselecteerde parameter te ver-
hogen of te verlagen.
* Activering van de metingen.
Op ieder willekeurig moment kan, tijdens het lassen, de toets
T4 worden ingedrukt om de op dat moment gemeten stroom
en lasspanning te visualiseren.
4.2 Bedieningspaneel voorzijde FP127 (Sch. 2)
bij Genesis 282-352
Schema 2
* L1: zie 4.1.
* L2: zie 4.1.
* L3: zie 4.1.
* E1: Codeerorgaan.
Varieert de lasstroom als met T1 de vanaf het paneel bestuur-
de werking geselecteerd is.
* C: zie 4.1.
* T1: zie 4.1.
* T2: Toets voor de keuze MMA-TIG lasprocédé.
Indien de LED
brandt, is de geselecteerde werking de
ELEKTRODE (MMA): zo zijn de functies HOT-START, ANTI-
STICK en ARC-FORCE geactiveerd.
Indien de LED
brandt, werkt het apparaat in TIC DC:
dan zijn de functies HOT-START, ARC-FORCE en ANTI-STICK
gedeactiveerd en wordt de ontsteking van de boog LIFT-ARC
geactiveerd.
* P1 : Potentiometer voor de instelling van de ARC-FORCE.
Is alleen bij het MMA lassen geactiveerd. Zoals aangeduid
door de schaalverdeling, regelt deze de waarde van de ARC-
FORCE stroom (d.w.z. het percentage van de lasstroom dat
hierbij opgeteld wordt wanneer de gesmolten druppel die
van de elektrode loslaat het smeltbad kortsluit met de elek-
trode zelf) van 0% tot 100% van de lasstroom.
In ieder geval overschrijdt de door het lasapparaat maximaal
leverbare stroom, ook met HOT-START en ARC-FORCE,
nooit de maximale nominale stroom ervan.
* T3: Metingentoets.
Als de LED "V" brandt, wordt de laatst uitgevoerde meting van
de spanning bij de laatste lasbewerking gevisualiseerd. Als er
binnen 5 seconden niet met lassen begonnen wordt, vindt de
automatische omzetting in A plaats, waarbij de ingestelde
stroom weergegeven wordt. Als er daarentegen binnen deze
tijd met het lassen aangevangen wordt, dan wordt de span-
ning tijdens de hele lasbewerking weergegeven en blijft deze
meting nog 5 seconden gevisualiseerd nadat de lasbewerking
beëindigd is.
Als de LED "A" brandt, dan wordt op het display de ingestel-
de stroom weergegeven of, als de lasbewerking gaande is, de
lasstroom. Deze weergave wordt behouden gedurende de 5
seconden na de beëindiging ervan.
4.3 Achterpaneel (Schema 3)
*
I1 : Startschakelaar
Schakelt de netspanning aan. Deze schakelaar heeft twee
standen "O" uit, "I" in.
WAARSCHUWING
* Met "I1" in stand "I" is het lasapparaat operationeel. Er is
spanning tussen de positieve (+) en de negatieve (-) uit-
gangsklemmen.
* Het lastoestel blijft op het net aangesloten zelfs als schake-
laar "I1" in de stand "O" staat zodat bepaalde onderdelen
binnenin onder spanning staan. Volg nauwkeurig de
instructies uit de handleiding.
*
1 : Voedingskabel.
*
3 : Gasaansluiting.
Alleen op de modellen Genesis 282-352 TLE.
Schema 3
67