Tabla de contenido
GB

Installatie

Pak de compressor uit de verpakking (fig. 1) en controleer de compressor op transportschade.
D
Voer vervolgens de volgende handelingen uit. De rubber doppen op de tank monteren als ze
nog niet gemonteerd zijn, volgens de instructies weergegeven op fig.2.
De compressor op een vlak oppervlak zetten of ten hoogste met een helling van 10° (fig.3), in
NL
een goed geventileerde plaats, beschermd tegen atmosferische factoren en niet in explosieve
omgevingen. Als het oppervlak helt en glad is, erop letten dat de compressor zich niet
verplaatst als hij werkt. Als het oppervlak een legplank is of een schap van een boekenkast,
F
zich ervan verzekeren dat ze niet kunnen vallen door ze op de juiste manier vast te zetten. Om
een goede ventilatie en een doeltreffende afkoeling te bekomen is het belangrijk dat de
compressor zich op minstens 100 cm van een muur (fig. 4) bevindt.
E
Erop letten dat de compressor op de juiste manier vervoerd wordt, hem niet
ondersteboven keren en niet opheffen met haken of touwen (fig.5-6).
P
Let op! Voor in gebruik name
I
Het carter van deze compressor is reeds in de fabriek met olie gevuld. Om lekkage tijdens het
transport te voorkomen, is een vloeistofdichte sticker op de oliedop geplakt.
Belangrijk! Verwijder de sticker voordat de compressor wordt gestart. Het gaatje in de oliedop
S
is nodig voor een goede ventilatie van het carter. Het peilglas onderaan het carter geeft het
olieniveau aan: dit behoort nu gelijk te staan aan de rode stip (fig. 7 en 8).
FIN
Opstarten
Controleren of de netspanning overeenstemt met die aangeduid op het plaatje elektrische
N
gegevens (fig. 10), het toegelaten tolerantieveld moet binnen de 5% liggen.
De schakelaar, aangebracht op het bovenste deel, drukken in de "0" stand volgens het
type van drukregelaar gemonteerd op het apparaat (fig.11).
DK
De stekker in het stopcontact steken (fig. 9) en de compressor opstarten door de
schakelaar van de drukregelaar in stand "I" te brengen. De werking van de compressor is
volledig automatisch, geregeld door de drukregelaar die hem stilzet wanneer de druk in de
tank de maximum waarde bereikt en die hem terug doet starten als de druk naar het
minimum niveau zakt. Normalerwijze is het verschil in druk ongeveer 2 bar/29 psi tussen
de maximum en de minimum waarde.
Bv - De compressor stopt als hij 8 bar (116 psi) bereikt (max. werkdruk) en start
automatisch als de druk in de tank gedaald is tot 6 bar (87 psi).
Na de compressor aangesloten te hebben door de stekker in het stopcontact te steken, de
tank tot de maximum druk vol te pompen en daarbij de juiste werking van de compressor
nagaan.
De kop/cilinder/overbrengingsbuis groep kan hoge temperaturen bereiken,
opletten dat als men in de nabijheid van deze onderdelen werkt, en ze niet
aanraken om brandwonden te vermijden (fig. 12 - 13).
Regeling van de werkingsdruk
Fig.14
Het is niet nodig steeds de maximum werkingsdruk te gebruiken, meestal zelfs heeft het
pneumatische gereedschap minder druk nodig.
26
Esimerkki: Kompressori pysähtyy, kun paine on 8 bar (116 psi) (enimmäiskäyttöpaine) ja
käynnistyy automaattisesti uudelleen, kun säiliön paine laskee arvoon 6 bar (87 psi).
Kannen/sylinterin/vaihteistoputken kokoonpano voi kuumentua, joten ole
varovainen näiden läheisyydessä äläkä kosketa niitä palovammojen välttämiseksi
(kuvat 12 - 13).
Käyttöpaineen säätäminen
Kuva 14
Suurinta käyttöpainetta tarvitaan vain harvojen työkalujen kanssa. Kompressoreissa, jotka
toimitetaan paineenalennusventtiilin kanssa on käyttöpaine säädettävä oikein. Käyttöpaine
voidaan säätää kiertämällä alennusventtiilin nuppia.
Paine kasvaa kiertämällä nuppia myötäpäivään.
Paine laskee kiertämällä nuppia vastapäivään.
Kompressorissa on kaksi painemittaria ja kaksi liitintä ilmaletkulle:
Vasemmanpuoleinen mittari: paine vasemmassa ulostulossa. Painetta tässä
vasemmassa ulostulossa voidaan säätää vähennysventtiilin avulla.
Oikeanpuoleinen mittari: säiliön paine + paine oikeassa ulostulossa
Asetettu paine voidaan lukita kiertämällä nupin alla olevaa rengasta vastakkaiseen suuntaan
nupin kanssa, jolloin nupin asento lukittuu. Asetettu paine näkyy alennusventtiilin
painemittarista.
4. VIAT
Vähäinen ilman tuotto
Voi johtua liitännän huonosta tiiveydestä.
Tarkista liitännät kastelemalla ne saippuavedellä.
Kompressori on käynnissä, mutta ei tuota paineilmaa
Kuva 19
Syynä voivat olla venttiilit (C-C2) tai rikkoutunut tiiviste (B1-B2).
Vaihda viallinen osa uuteen.
Kompressori ei käynnisty
Tarkista seuraavat:
Vastaako verkkojännite tyyppikilvessä ilmoitettua jännitettä (kuva 10)
Onko mahdollisesti käytössä olevissa jatkojohdoissa vikaa tai niiden pituus liian suuri.
Onko toimintaympäristö liian kylmä (alle 0 °C).
Onko säiliössä öljyä voitelua varten (kuva 8)
Toimiiko virtasyöttö (pistoke kunnolla rasiassa, sulakkeet ehjät).
Kompressori ei pysähdy
Jos kompressori ei pysähdy, kun enimmäispaine saavutetaan, säiliön turvaventtiili aktivoituu.
Ota tällöin yhteys valtuutettuun huoltoon.
Ferm
Ferm
GB
D
NL
F
E
P
I
S
FIN
N
DK
75
Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Crm1029

Tabla de contenido