Powered Roofblind
➤ Klik het laatste paneel vast aan de hoofdrail (afb. e, pagina 10).
➤ Indien vereist, kan het paneel worden verwijderd zoals afgebeeld (afb. f,
pagina 11 tot afb. g, pagina 11).
7.4
Afdekking montage (optioneel)
7.4.1
Oppervlak-afdekking
➤ Ga als volgt te werk (afb. h, pagina 12).
7.4.2
Uitsparing-afdekking
➤ Ga als volgt te werk (afb. i, pagina 12).
8
Bediening
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging tijdens rijden
Alleen voor boten en jachten: Als het rolgordijn voor een open venster is,
moet het rolgordijn worden ingerold bij snelheden sneller dan 10 knopen of bij
een zeetoestand die meer dan matig is, omdat dit het rolgordijn kan beschadi-
gen. Losrakende delen kunnen personen in de omgeving verwonden.
I
INSTRUCTIE
• Bij bediening van het gordijn met schakelaars of een geautomati-
seerd systeem: Als de bewegingsrichting te snel wordt omgekeerd, kan
het zijn dat de motor de polariteitsverandering niet herkent en stopt. Om
dit te voorkomen, moet de stroom gedurende minstens 0,5 seconden zijn
uitgeschakeld, voordat de bewegingsrichting wordt omgekeerd.
• Als de motor wordt gestopt, daalt het stroomverbruik tot 8,5 mA. Na onge-
veer 4 minuten wordt de motor automatisch uitgeschakeld.
• Alleen, indien bediend met schakelaars: Als het gordijn met schake-
laars wordt bediend, bedient elke schakelaar een apart gordijn.
• Alleen voor bediening met de AP Remote-regeling: Bij bediening van
het gordijn met de AP Remote-regeling wordt gordijn onafhankelijk van
elkaar via aparte kanalen op de afstandsbediening bediend (behalve de DM-
versie, als beide gordijnen tegelijkertijd werken).
• Elk gordijn kan in elke positie worden gestopt.
• Bij bediening van het gordijn met een geautomatiseerd systeem, is de wer-
king afhankelijk van de programmering van de regelinterface.
NL
Bediening
101