4.2 Achterzijde
9 100 V-luidsprekeraansluitingen voor vijf PA-
zones;
Neem hoofdstuk 4.3 absoluut in acht!
10 XLR-jacks (gebalanceerd) van de ingangen
INPUT 2 en INPUT 3 voor microfoons, in de
plaats van de jacks (18) voor microfoons en
de cinch-jacks (19) voor apparatuur met lijn-
niveau-uitgang
11 Toetsen PHANTOM POWER voor het in -
schakelen van de fantoomvoeding van 48 V
voor de XLR-jacks (10)
Opgelet! Bij ingeschakelde fantoomspan-
ning mag geen microfoon met ongebalan-
ceerde uitgang op de bijbehorende XLR-
jack (10) aangesloten zijn, omdat de micro-
foon beschadigd kan worden.
12 Regelaar GAIN voor het instellen van de ver-
sterking (microfoongevoeligheid) voor de
XLR-microfooningangen (10)
13 POWER-jack voor aansluiting op een stop-
contact (230 V~ / 50 Hz) met behulp van het
bijgeleverde netsnoer
14 Houder voor de netzekering
Vervang een gesmolten zekering uitsluitend
door een zekering van hetzelfde type.
15 Klemmenlijst voor luidsprekers die steeds
ingeschakeld moeten zijn, d.w.z. niet door de
toetsen ZONES (6) in- en uitgeschakeld wor-
den; Neem hoofdstuk 4.3 absoluut in acht!
16 Lijnniveau-ingang EM INPUT (schroefklem-
men) voor belangrijke aankondigingen
Zodra een signaal op deze ingang aanwezig
is, worden de signalen van de ingangen
INPUT 2 tot INPUT 5 (10, 18, 19, 20) uitge-
schakeld.
17 Regelaar MUTE LEVEL voor het instellen van
de mate van de volumedemping (0 – 30 dB)
voor de ingangen INPUT 2 tot INPUT 5 (10,
18, 19, 20), als via de ingang MIC 1 (2) een
aankondiging wordt gedaan
18 6,3 mm-jack (ongebalanceerd) van de ingan-
gen INPUT 2 en INPUT 3 voor microfoons, in
de plaats van de XLR-jacks (10) voor micro-
foons en de cinch-jacks (19) voor apparatuur
met lijnniveau-uitgang
19 Cinch-jacks van de ingangen INPUT 2 en
INPUT 3 voor het aansluiten van audioappa-
ratuur met lijnuitgang (mp3 / cd-speler, radio,
cassettedeck etc.), in de plaats van de micro-
fooningangen (10, 18)
20 Cinch-jacks van de ingangen INPUT 4 en
INPUT 5 voor het aansluiten van audioappa-
ratuur met lijnuitgang (mp3 / cd-speler, radio,
cassettedeck etc.)
21 Lijnuitgang OUTPUT voor het mengsignaal
om b.v. een bijkomende versterker aan te
sluiten, als er meer luidsprekers nodig zijn
dan de PA-312Z kan bedienen.
4.3 Belangrijke aanwijzingen voor de
aansluiting van de luidsprekers
Van de vier volgende aansluittypes mag u er
slechts één gebruiken; anders kan de versterker
beschadigd worden! Bij overbelasting schakelt
het beveiligingscircuit in: De indicatie PROT (7)
licht op en de luidsprekers worden uitgescha-
keld.
1. 100 V-luidsprekers die via de toetsen ZONES
(6) in- en uitschakelbaar moeten zijn, ver-
bindt u met de klemmenlijst ZONES OUT-
PUT (9) – zie afbeelding 3. De versterker
mag door de luidsprekers met maximaal
120 W
worden belast.
RMS
2. Luidsprekers van 70 of 100 V die steeds inge-
schakeld moeten zijn, verbindt u met de klem-
men 70 V resp. 100 en COM van de klem-
menlijst OUTPUT (15) – zie afb. 4 resp. 5. De
versterker mag door de luidsprekers met
maximaal 120 W
worden belast.
RMS
3. U kunt aansluittypes 1 en 2 combineren, als
de aangesloten luidsprekers een belasting
van 120 W
niet overschrijden. Andere
RMS
combinaties zijn niet toegestaan, omdat u de
versterker zou kunnen beschadigen.
4. Sluit een luidspreker of een luidsprekergroep
met een totale impedantie van ten minste 4 Ω
aan op de klemmen "4-16 Ω" en "COM" aan
op de klemmenlijst OUTPUT (15). De luid-
spreker / s is / zijn steeds ingeschakeld. De
figuren 6 tot 9 tonen verschillende manieren
om de minimale impedantie te realiseren. Er
zijn nog echter andere mogelijkheden.
Om contact te vermijden zijn de beide luidspre-
kerklemmenlijsten (9, 15) beschermd met een
transparante afdekking. Voor het aansluiten van
de luidsprekers klapt u de desbetreffende afdek-
king omhoog.
WAARSCHUWING Gebruik het apparaat alleen,
wanneer de afdekkingen van
de luidspreker-klemmenlijsten
(9, 15) omlaaggeklapt zijn.
Anders loopt u bij aanraken
van de aansluitingen door de
hoge spanning het risico van
een elektrische schok.
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet beschermd eigendom van MONACOR
GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.
5 Technische gegevens
Uitgangsvermogen: . . . . 120 W
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,5 %
Uitgangen
Luidspreker: . . . . . . . . 4 – 16 Ω, 70 / 100 V
LINE: . . . . . . . . . . . . . . 0,775 V/ 600 Ω
Ingangen
Gevoeligheid / impedantie; Aansluiting
MIC 1: . . . . . . . . . . . . . 5 mV/ 600 Ω;
1 × 6,3-mm-jack,
ongebalanceerd
INPUT 2, INPUT 3
MIC: . . . . . . . . . . . . . 5 mV/ 600 Ω via XLR,
gebalanceerd of
2,5 mV/ 2 kΩ via
6,3 mm-jack,
ongebalanceerd
LINE: . . . . . . . . . . . . 750 mV/ 10 kΩ;
Cinch
INPUT 4, INPUT 5: . . . 350 mV/ 10 kΩ;
Cinch
EM INPUT: . . . . . . . . . 775 mV/ 10 kΩ;
Schroefaansluitingen,
ongebalanceerd
Fantoomspanning voor
MIC 2 + MIC 3 (XLR): . . . 48 V , inschakelbaar
Frequentiebereik: . . . . . . 50 – 16 000 Hz
Equalizer
Lage tonen: . . . . . . . . . ±10 dB / 100 Hz
Hoge tonen: . . . . . . . . . ±10 dB / 10 kHz
Signaal / Ruis-verhouding
MIC: . . . . . . . . . . . . . . . 66 dB
LINE: . . . . . . . . . . . . . . 80 dB
Voedingsspanning: . . . . . 230 V~ / 50 Hz
Opgenomen vermogen: . max. 420 VA
Omgevings-
temperatuurbereik: . . . . . 0 – 40 °C
Afmetingen: . . . . . . . . . . 430 × 88 × 335 mm,
2 HE
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . 9,7 kg
Wijzigingen voorbehouden.
®
INTERNATIONAL
NL
B
, 160 W
RMS
MAX
13