Tabla de contenido
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Voor een makkelijker bediening is het aangeraden
NL
het apparaat in een stopcontact te pluggen dat u via
een lichtschakelaar kan in- en uitschakelen.
Opgelet: Het apparaat mag niet via een dimmer op de
netspanning zijn aangesloten!
5.1 Basisinstellingen
Met behulp van het display (10) en de bedieningstoet-
sen (5 – 7) kunt u de volgende basisinstellingen uit-
voeren. Druk op de toets MENU (5) tot de gewenste
functie op het display verschijnt. Druk dan op de toets
ENTER (7). Wacht niet langer dan acht seconden om
de volgende toets in te drukken, anders wordt de
instelprocedure automatisch beëindigd. De menu-
structuur staat op pagina 43.
Blackoutmodus uit- of ingeschakeld
Selecteer met de toets DOWN of UP (6):
De LEDʼs lichten steeds op. Deze instelling
moet bij de bediening zonder DMX-besturings-
apparaat worden geselecteerd.
De LEDʼs lichten alleen op, als er een DMX-
besturingssignaal op de jack DMX INPUT (15)
beschikbaar is. Zodra het DMX-besturingsap-
paraat is uitgeschakeld, gaan alle LEDʼs uit.
Om op te slaan, drukt u op de toets ENTER (7).
Display aan of uit
Selecteer met de toets DOWN of UP (6):
Het display (10) is steeds ingeschakeld.
Het display schakelt uit 40 seconden nadat er
een toets een laatste keer werd ingedrukt. Als
er dan een toets wordt ingedrukt, schakelt het
display opnieuw in.
Om op te slaan, drukt u op de toets ENTER (7).
Tekst op het Display 180° gedraaid
Selecteer met de toets DOWN of UP (6):
uit
= normale weergave
aan = tekst 180° gedraaid
Om op te slaan, drukt u op de toets ENTER (7).
Ongeveer 8 seconden nadat er een laatste keer op
een toets is gedrukt, wordt het instelmenu automatisch
verlaten.
6 Bediening zonder
DMX-besturingsapparaat
Als er geen DMX-besturingssignaal op de jack DMX
INPUT (15) aanwezig is, licht de gele LED MASTER (4)
op; op het display (10) verschijnt de ingestelde functie,
en het apparaat speelt zelfstandig het geselecteerde
showprogramma af. Voorwaarde hiervoor is dat de
blackoutmodus uitgeschakeld is,
38
hoofdstuk 5.1.
6.1 Functie selecteren
Wacht bij het selecteren van de bedrijfsmodus niet lan-
ger dan acht seconden om op de volgende bedienings-
toets (5 – 7) te drukken, anders wordt de instelproce-
dure beëindigd, en keert het apparaat terug naar de
vorige modus. De menustructuur staat op pagina 43.
6.1.1 Showprogrammaʼs
Er kunnen vier verschillende kleurwisselingsprogram-
maʼs (nr. 1 – 4) en vier verschillende looplichtprogram-
maʼs (nr. 5 – 8) worden geselecteerd. Bovendien is er
een kleurovergangsprogramma (op het display
en het programma nr. 0, waarbij het apparaat achter-
eenvolgens de programmaʼs 1 – 8 en
1) Druk enkele keren op de toets MENU (5) tot het dis-
playbericht
verschijnt.
2) Activeer het menu-item met de toets ENTER (7).
Het display (10) geeft knipperend het ingestelde
showprogramma (
3) Selecteer met de toets DOWN of UP (6) een van de
programmaʼs 0 – 8 of selecteer voor het kleurover-
gangsprogramma het displaybericht
fade). Bevestig de selectie met de toets ENTER.
Het display schakelt naar de weergave van de pro-
cessnelheid (
...
4) Stel binnen de acht seconden met de toets DOWN
of UP de gewenste processnelheid in. Het apparaat
wisselt naar deze snelheid, als er geen muziekstu-
ring aanwezig is [bij uitgeschakelde muzieksturing
(
bedieningsstap 5), bij te gering geluidsvolume,
in de muziekpauzes, of als de regelaar SENSITIV-
ITY (11) naar MIN is gedraaid]. Bevestig de instel-
ling met de toetsen ENTER. Het display stopt met
knipperen en schakelt na acht seconden terug naar
de weergave van het programmanummer.
Opmerking: Als het programmanummer 0 niet muziek-
gestuurd wordt (bedieningsstappen 5 en 6), wordt de
kleurovergangsfunctie actief.
5) Als de programmaʼs 0 – 8 muziekgestuurd moeten
worden (het programma
stuurd worden), moet de muzieksturing zijn inge-
schakeld:
a) Druk enkele keren op de toets MENU tot
op het display verschijnt.
b) Activeer het menu-item
Op het display verschijnt de bedrijfstoestand:
= muzieksturing ingeschakeld
= muzieksturing uitgeschakeld:
Het programma loopt met de ingestelde
snelheid.
c) Schakel met de toets DOWN of UP de muziek-
sturing in of uit, en bevestig met de toets
ENTER. Op het display verschijnt opnieuw de
melding
. Na acht seconden start het gese-
lecteerde programma, en op het display ver-
schijnt opnieuw het programmanummer.
6) Stel de regelaar SENSITIVITY (11) voor de micro-
foongevoeligheid zo in, dat de dynamiek van de
doorloopt.
...
,
) weer.
(auto
).
kan niet muziekge-
met de toets ENTER.
)
Capítulos
Tabla de contenido
