SLIJPEN VAN DE ZAAGKETTING
Onderdelen van een zaagschakel (Afb. 43, 44)
WAARSCHUWING
○ Gebruik handschoenen bij het slijpen van de ketting.
○ Rond de voorste rand af om het risico op terugslag of
breken van de kettinggeleiders te verkleinen.
50. Bovenste plaat
51. Zaaghoek
52. Zijplaat
53. Geul
54. Hiel
55. Chassis
56. Gat klinknagel
57. Teen
58. Dieptestellernok
59. Correcte hoek op bovenste plaat (hoek afhankelijk van
type ketting)
60. Iets vooruitstekende "haak" of punt (curve bij een non-
beitel ketting)
61. Hoogste punt van dieptestellernok op juiste hoogte
onder de bovenste plaat
62. Voorzijde dieptestellernok afgerond
LAGER STELLEN DIEPTESTELLERNOKKEN MET EEN
VIJL
WAARSCHUWING
○ Maak de bovenkant van de aandrijfschakels (63) niet
glad met een vijl en zorg ervoor dat deze niet vervormd
raken. (Afb. 45)
○ Stel de dieptestellernok in op de opgegeven instelling.
Doet u het bovenstaande niet, dan kan er terugslag
optreden, wat kan leiden tot letsel.
1) Als u een vijlhouder gebruikt om de zaagschakels te
vijlen, kunt u de diepte controleren en verlagen.
2) Controleer de instelling van de dieptestellernokken elke
derde slijpbeurt.
3) Plaats de dieptemal op de zaagschakel. Als de
dieptestellernok uitsteekt, vijl deze dan terug tot hij weer
gelijk ligt met de bovenkant van de mal. Vijl altijd van de
binnenzijde van de ketting naar buiten. (Afb. 46)
4) Rond de voorste hoek af om de oorspronkelijke vorm
van de dieptestellernok na gebruik van de mal te
herstellen. Houd u aan de aanbevolen waarden voor
de diepte zoals vermeld in de gebruiksaanwijzing of
onderhoudshandleiding van uw kettingzaag. (Afb. 47)
ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR HET VIJLEN VAN
ZAAGSCHAKELS
Vijl (64) de zaagschakels aan de ene kant van de ketting van
binnen naar buiten. Vijl alleen in voorwaartse richting, niet
heen en weer. (Afb. 48)
5) Zorg ervoor dat alle zaagschakels even lang zijn. (Afb. 45)
6) Vijl voldoende weg om beschadigingen van de snede
(zijplaat (65) en bovenste plaat (66)) van de zaagschakel
te verwijderen. (Afb. 49)
SLIJPHOEKEN
VOOR
ZAAGKETTING
De SLIJPHOEKEN VOOR HET SLIJPEN VAN DE
ZAAGKETTING van deze machine staan vermeld in de tabel
op bladzijde 229.
Onderhoudsschema
Hieronder treft u nog enkele algemene onderhoudsinstructies
aan. Neem voor meer informatie contact op met een door
Hitachi erkend servicecentrum.
Inspectie en onderhoud voor gebruik
○ Controleer of er geen schade is in de trillingsvrije veren
en dat de bevestiging niet loszit of beschadigd is.
○ Controleer of er geen vervorming of schade te zien is in
de voorste en achterste handgrepen.
HET
SLIJPEN
VAN
○ Controleer of de bevestigingen van de voorste en
achterste handgrepen goed vast zitten en schadevrij zijn.
○ Controleer of de bouten, moeren enz. voor de diverse
onderdelen goed vast zitten en schadevrij zijn.
Dagelijks onderhoud
○ Maak de buitenkant van de machine schoon.
○ Maak het smeerpunt voor de kettingsmering schoon.
○ Maak de groef en het smeerpunt in het zwaard schoon.
○ Verwijder zaagsel van de zijkant van de behuizing.
○ Controleer of de zaagketting nog scherp is.
○ Controleer of de klemmoeren van het zwaard goed vast
zitten.
○ Controleer of de zwaardhoes onbeschadigd is en goed
blijft zitten.
○ Controleer of alle bouten en moeren goed vast zitten.
○ Controleer de punt van het zwaard. Vervang door een
nieuw exemplaar indien versleten.
○ Controleer de band van de kettingrem. Vervang door een
nieuw exemplaar indien versleten.
○ Controleer of de kettingrem werkt.
Na het deactiveren van de machine door de
stopschakelaar uit te schakelen, activeer de kettingrem
en trek de zaagketting met de hand. Als de zaagketting
niet beweegt, functioneert de kettingrem naar behoren.
Zorg er ook voor dat u handschoenen draagt wanneer u
aan de zaagketting trekt.
○ Controleer of de ketting niet draait wanneer de motor
stationair draait.
○ Maak het luchtfi lter schoon.
Wekelijks onderhoud
○ Controleer de trekstarter, vooral het koord.
○ Maak de buitenkant van de bougie schoon..
○ Verwijder de bougie en controleer de afstand tussen
de elektroden. Corrigeer deze afstand tot 0,6 mm of
vervang de bougie.
○ Maak de koelribben van de cilinder schoon en controleer
of de luchtinlaat bij de trekstarter niet verstopt zit.
Maandelijks onderhoud
○ Spoel de brandstoftank met schone benzine en maak
het brandstoffi lter schoon.
○ Maak het fi lter voor de kettingsmering schoon.
○ Maak de buitenkant en de omgeving van de carburateur
schoon.
○ Maak de ventilator en de omgeving ervan schoon.
Driemaandelijks onderhoud
○ Haal roet en koolafzetting uit de uitlaat.
LET OP
Schoonmaken van de uitlaat moet gebeuren door een
door Hitachi erkend servicecentrum.
COMBINATIES VAN ZWAARDEN EN ZAAGKETTINGEN
De combinaties van zwaarden en zaagkettingen die gebruikt
kunnen worden op deze machine staan vermeld in de tabel
op bladzijde 229.
DE
SELECTEREN VAN ACCESSOIRES
De accessoires van deze machine staan vermeld op
bladzijde 229.
53
Nederlands